Raad voor Werk en Inkomen


Den Haag, 29-01-2008

Analyse effectiviteit re-integratie langdurig uitkeringsgerechtigden

Sociale activering vaak eerste stap naar werk

Re-integratietrajecten hebben een toegevoegde waarde bij het terugdringen van het aantal zeer langdurig uitkeringsgerechtigden. Hoewel de resultaten nog bescheiden zijn, blijkt dat dit zogeheten `granieten bestand' minder weerbarstig is dan altijd werd aangenomen. Dit stelt de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) in een analyse van langdurige uitkeringsafhankelijkheid in WW en bijstand.

Een opvallende conclusie is dat sociale activering een behoorlijk effect blijkt te hebben op de re-integratiekansen van uitkeringsgerechtigden. Voor bijna de helft van de uitkeringsgerechtigden in een sociaal activeringstraject geldt dat dit wordt gevolgd door een traject naar regulier betaald werk. De RWI heeft zijn analyse vandaag aan minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangeboden.

De afgelopen jaren is het aantal mensen met een uitkering fors gedaald. Voor een belangrijk deel komt dit door de gestegen werkgelegenheid als gevolg van de verbeterde economische conjunctuur. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering (WWB) nam ook af doordat gemeenten zich vooral gingen richten op het voorkomen dat mensen een beroep doen op een uitkering. Daarnaast lukte het gemeenten en UWV om de kortdurende uitkeringsafhankelijkheid terug te dringen.

De groep mensen die lang in een uitkering zit, groeit echter. Langdurig uitkeringsgerechtigden profiteren niet automatisch mee wanneer de economie opbloeit en de werkgelegenheid toeneemt. De RWI is hierover bezorgd en bepleit meer aandacht voor deze groep. Te meer omdat gebleken is dat de effectiviteit van de re-integratietrajecten voor deze groep niet ver achter hoeft te blijven bij de resultaten met mensen die korter in een uitkering zitten. De RWI wijst erop dat in sommige gemeenten, zoals Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven, opvallend positieve resultaten zijn geboekt bij het re-integreren van bepaalde groepen langdurig uitkeringsgerechtigden.

In het algemeen geldt dat de re-integratietrajecten die zijn begonnen in de periode 2004/2005 effectiever zijn dan trajecten die in de jaren daarvoor zijn gestart. De RWI verwacht dat deze positieve trend zich verder doorzet. Recente trajecten kennen namelijk meer maatwerk en gemeenten en UWV kopen steeds gerichter op specifieke doelgroepen re-integratietrajecten in. Volgens de RWI kunnen de resultaten verder worden verbeterd wanneer gemeenten en UWV vooraf nog scherper de vraag aan de orde stellen op welk moment voor welk type cliënt welk soort traject het meest geschikt is.

De kansen op succesvolle re-integratie van langdurig uitkeringsgerechtigden worden ook aanmerkelijk groter wanneer ingezet wordt op de motivatie van cliënten. Vertrouwen in succes neemt toe naarmate een cliënt meer zeggenschap heeft in het traject. Daarnaast is beroepsgerichte scholing en bemiddeling een belangrijke succesfactor. Ook het gericht inzetten van re-integratie-instrumenten op specifieke groepen vergroot de kans op een goed resultaat.

Uit de RWI-analyse blijkt verder dat leeftijd en opleidingsniveau de grootste risicofactoren zijn voor het ontstaan van langdurige uitkeringsafhankelijkheid. Ruim een kwart van de bijstandsgerechtigden die langer dan 3 jaar een uitkering hebben, is tussen de 55 en 64 jaar. Voor de WW geldt dat ruim tweederde van de langdurig uitkeringsgerechtigden ouder is dan 55 jaar. Bij een leeftijdsgrens van 45 jaar is het beeld nog pregnanter. 52 procent van de bijstandsgerechtigden en 84 procent van de WW-populatie is ouder dan 45. Een ander kenmerk van langdurig uitkeringsgerechtigden is hun lage opleidingsniveau. Voor de RWI zijn deze cijfers aanleiding om zich dit jaar nader op de specifieke problematiek van de oudere WW- en bijstandsgerechtigden te richten.

Voor de redactie,