Openbaar Ministerie

Tot 9 jaar gevangenis voor invoer cocaïne

13 maart 2008

In het strafproces over de invoer van 1650 kilo cocaïne zijn vandaag door de rechtbank Dordrecht gevangenisstraffen tot 9 jaar opgelegd. Zes verdachten, die eerder op vrije voeten werden gesteld door de rechtbank, zijn na hun veroordeling onmiddellijk opnieuw in hechtenis genomen. De cocaïne werd in november 2005 aangetroffen in het hart van pallets met duizenden blikken asperges en paprikaâs.

De hoofdverdachte, een 41-jarige in Peru geboren Nederlander, wordt door de rechtbank gezien als een van de organisatoren van deze grootscheepse cocaïne-import uit Peru. Hij had zich daarbij omringd met een kleine kring van familieleden en andere vertrouwenspersonen uit Peru, Spanje, Duitsland en Nederland.
In Peru was de man mede-eigenaar van een conservenfabriek, waar de cocaïne werd ingeblikt. Zijn netwerk in de levensmiddelenwereld stelde hem in de gelegenheid om de partij drugs onder een legale vlag te laten importeren. Ook bij de aflevering op de Europese markt vervulde hij een leidende rol.

Een medeverdachte kreeg een gevangenisstraf van 7 jaar opgelegd. Hij bewoog zich voortdurend op de achtergrond, hield zich bezig met de ontvangst van de drugscontainers en had een cruciale rol om de lading legaal te laten lijken. Volgens de rechtbank had hij als vertrouwenspersoon van de hoofdverdachten een rol die dicht tegen die van de organisatoren aan lag.

De rechtbank zag een andere medeverdachte als âde lokale man in Nederlandâ en legde hem een gevangenisstraf op van 6 jaar. Hij was betrokken geweest bij het huren van een opslagloods voor de pallets met conserven en cocaïne in Zwanenburg, de huur van een vorkheftruck voor het lossen van de pallets en de huur van een appartement voor de medeorganisatoren van het transport.

De rechtbank sprak vijf verdachten vrij.