Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
12 februari 2008 2070811420 DN. 2008/460 13 maart 2008
Kamervragen over het natuurlijk populatieverloop zonder inzet van de drukjacht
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 maart 2008 DN. 2008/460 2
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D irectie Natuur
Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Thieme (PvdD) over het natuurlijk populatieverloop
zonder inzet van de drukjacht. Deze vragen zijn ingediend ter aanvulling op
vragen ter zake van het lid Van Velzen (SP), ingezonden 5 februari 2008, (vraagnummer
2070810410).
1
Kent u het bericht "Ook minder zwijnen zonder drukjacht"? 1)
Ja.
2
Hoe verhoudt dit bericht zich tot uw eerdere vaststellingen dat de drukjacht noodzakelijk
zou zijn omdat reguliere jachtmethoden niet zouden voldoen bij het bereiken van de
gewenste stand "omdat de dieren zich niet meer met voer zouden laten lokken omdat er al
veel voedsel is"? 2)
Met de reguliere aanzitmethode met gebruik van lokvoer wordt de nagestreefde voorjaarsstand
van 835 wilde zwijnen niet gehaald. De populatie slinkt weliswaar, maar te
verwachten is dat er 1000 van de beoogde 4900 zwijnen niet afgeschoten worden.
Ondanks dat door veel inzet van de provincie Gelderland en Faunabeheereenheid Veluwe
een niet onaanzienlijke afname van het aantal wilde zwijnen gerealiseerd is, resteren er
naar verwachting 1000 dieren meer dan de gewenste voorjaarsstand. Na een goed
mastjaar, zoals in het najaar van 2007, is een zodanige aanwas te verwachten, dat de
zomerstand op 5500 wilde zwijnen komt. Een dergelijke zomerstand zal naar verwachting
opnieuw voor verkeersonveilige situaties en economische schade zorgen.
Ik vind het prematuur te concluderen de methode van één-op-één drijven onder alle
omstandigheden te verbieden.
3
Kunt u aangeven op welk meest recent wetenschappelijk onderzoek (en van welk jaar en
door wie uitgevoerd) het cijfer dateert dat de Veluwe slechts ruimte zou bieden aan een
voorjaarsstand van 835 zwijnen?
De mediane voorjaarsstand van 835 wilde zwijnen op de Veluwe, zoals vastgelegd in het
Faunabeheerplan Veluwe, is gebaseerd op het rapport 'Aantallen wilde zwijnen in het
Veluws bos/heidegebied op basis van het natuurlijke voedselaanbod', Groot Bruinderink
G.W.T.A., D.R. Lammerstma, H. Baveco, R.M.A. Wegman, A.J. Griffioen & G.J. Spek 1999
(IBN-rapport 420, Wageningen).
4
Acht u het vanzelfsprekend dat dit cijfer nog steeds het uitgangspunt zou moeten vormen
voor het huidig beleid? Zo ja, waarom? Zo neen, bent u voornemens aanvullend onderzoek
uit te laten voeren en welk wetenschappelijk instituut gaat u daarvoor inschakelen?
Het vigerende faunabeheerplan hanteert een mediane voorjaarsstand van 835 dieren en is
daarmee door de provincie als uitgangspunt vastgesteld. Ten behoeve van de ontwikkeling
van een nieuw Faunabeheerplan Veluwe wordt op verzoek van de provincie
Gelderland de gewenste voorjaarsstand van wilde zwijnen opnieuw beoordeeld. Daarbij
zal gebruik gemaakt worden van actuele wetenschappelijke inzichten op dit terrein.
5
Kunt u aangeven of u bereid bent om, gezien de huidige situatie, geen nieuwe vergunningen
voor drukjacht af te geven? Zo ja, op welke wijze garandeert u dat en voor welke
periode zal dat gelden? Zo neen, waarom zou volgens u de drukjacht alsnog tot de
mogelijkheden kunnen behoren en hoe verhoudt zich dat tot de eerdere belofte van een
eenmalige toestemming?
Ik heb in uw Kamer aangegeven de methode van één-op-één drijven eenmalig te willen
toestaan om de overpopulatie van wilde zwijnen op de Veluwe terug te kunnen brengen
tot beheersbare proporties. Vervolgens moet door middel van een aangepast faunabeheerplan
voorkomen worden dat de populatie opnieuw te groot wordt. Ik heb de
provincie Gelderland verzocht een nieuwe structurele aanpak van de wilde zwijnenstand
te ontwikkelen, waardoor de methode van één-op-één drijven niet meer hoeft te worden
ingezet. Ik zal uw Kamer hierover binnenkort informeren.
6
Kent u het rapport Impact of drive hunts on daytime resting site areas of wild boar family
groups 3), waarin wordt aangevoerd dat druk- en drijfjacht het verspreidingsgebied van
wilde zwijnen vergroot en daarmee ook de kans op bijvoorbeeld de verspreiding van
varkenspest in voorkomende gevallen? Wat is daarover uw mening in relatie tot de
mogelijkheid dat drukjacht op de Veluwe leidt tot meer verkeersonveilige situaties?
Ja. Het is niet uitgesloten dat door toepassing van de methode van één-op-één drijven
wilde zwijnen wegen oversteken. Daar staat tegenover dat juist de verkeersveiligheid één
van de redenen is om tot afschot van wilde zwijnen over te gaan.
Immers, bij een te hoge wilde zwijnenstand zullen de wilde zwijnen op zoek gaan naar
eiwitrijk voedsel in bermen, hetgeen leidt tot verkeersonveilige situaties. In gebieden met
een intensieve infrastructuur wordt de methode van één-op-één drijven daarom niet
toegepast.
Wat betreft de mogelijke verspreiding van varkenspest, verwijs ik naar de conclusie van
het door u aangehaalde rapport: "The advantages in reducing the currently high wild boar
population density by drive hunts are evident and we recommend this effective hunting
method also in swine fever contaminated areas in Germany" (pagina 36).
7
Kunt u aangeven hoe de huidige geslachtsverhoudingen onder volwassen wilde zwijnen
liggen op de Veluwe, gelet op het feit dat het Faunabeheerplan spreekt van een geslachtsverhouding
van 1 mannelijk dier op 4,21 vrouwelijke dieren? Kunt u aangeven waardoor
deze extreme scheefgroei in de populatie ontstaan is en welke gevolgen ze heeft voor de
populatieaanwas?
Er is geen sprake van een extreme scheefgroei in de geslachtsverhoudingen onder
volwassen wilde zwijnen op de Veluwe. Uit telgegevens over de laatste vijf jaar blijkt dat
er gemiddeld 282 keilers en 560 zeugen zijn. Dat is een geslachtsverhouding van 1 op 2.
8
Bent u bereid de provincie te adviseren zodanige voorschriften te binden aan eventuele
afschotvergunningen dat op korte termijn een natuurlijke geslachtsverhouding van 1:1
gerealiseerd wordt?
Neen. Uit het Faunabeheerplan volgt dat de Vereniging Wildbeheer Veluwe op de Veluwe
een evenwichtige populatieopbouw onder de wilde zwijnen nastreeft. Dit is vastgelegd in
een na te streven verdeling van de voorjaarsstand van 35% overlopers (sub-adulten) en
65% volwassen en bij een geslachtsverhouding van 1:1 (pagina 126). In het overleg met de
provincie zal ik vragen bij het nieuwe beheerplan hieraan aandacht te besteden.
9
Bent u bereid te bevorderen dat objectieve en verifieerbare gegevens beschikbaar komen
over aanrijdingcijfers (plaatsen en aantallen) met wilde zwijnen op de Veluwe?
Aanrijdingen met wild worden in de regel gemeld bij de politie. De politie beschikt dus
over objectieve en verifieerbare gegevens over aanrijdingcijfers (plaatsen en aantallen)
met wilde zwijnen op de Veluwe.
10
Bent u bereid een onafhankelijk veldonderzoek te bevorderen naar de oorzaken in de
scheefgroei in geslachtsverhoudingen en de gevolgen van bijvoeren op de populatie
inclusief de gevolgen van de aanleg van zogenoemde wildakkers? Zo ja, op welke wijze en
binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Voor scheefgroei in de geslachtsverhoudingen zie mijn antwoord op vraag 7. De populatiegroei
van de wilde zwijnen wordt bepaald door het natuurlijke voedselaanbod. De invloed
van het uitleggen van lokvoer ten behoeve van tellingen en het verrichten van het vereiste
afschot en de aanleg van wildakkers op de populatieomvang is verwaarloosbaar. Dit wordt
bevestigd door een onderzoek dat de provincie Gelderland onlangs heeft laten verrichten:
'Wilde zwijnenbeheer op de Veluwe: Lokvoeren of bijvoeren?', van J.G. Oord en
A. Goutbeek, Oord Fauntechniek, 19 december 2007.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) De Telegraaf, 29 januari 2008
http://www.telegraaf.nl/binnenland/3157740/_Ook_minder_zwijnen_zonder_jacht__.html
2) http://www.nos.nl/nosjournaal/artikelen/2007/11/2/021107_zwijnen.html
3) G. Sodeikat* & K. Pohlmeyer
Institute for Wildlife Research at the University of Veterinary Medicine Hannover,
Foundation. Bischofsholer Damm 15, D-30173 Hannover, Germany
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit