Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

AO Plantenveredelingstechnieken van 5 februari 2008


14 maart 2008 - kamerstuk

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DL. 2008/604 14 maart 2008

onderwerp bijlagen

AO Plantenveredelingstechnieken van 5 februari 2008
Geachte Voorzitter,

Op 5 februari 2008 heeft een Algemeen Overleg plaatsgevonden over plantenveredelings- technieken, waarbij minister Cramer en ik aanwezig waren. Door enkele fractieleden werden enige vragen aan mij gericht die ik niet heb kunnen beantwoorden omdat ik het overleg voortijdig moest verlaten. Toegezegd is dat ik schriftelijk mijn reactie aan u zou sturen.

Algemeen
De Nederlandse sector teeltmateriaal is een zeer belangrijke sector voor de Nederlandse economie met een jaarlijkse productiewaarde van 2.5 miljard. Onderdeel van deze sector zijn de veredelingsbedrijven die voor een aantal productgroepen wereldmarktleider zijn. Deze bedrijven zijn innovatief en leveren een grote bijdrage aan het duurzaam maken van onze land- en tuinbouw. Het innovatieve karakter komt onder andere tot uiting in het ontwikkelen van nieuwe Ministerie van Landbouw, veredelingstechnieken, die onbekend waren op het moment dat de regelgeving voor Natuur en Voedselkwaliteit biotechnologie is gemaakt. Mede hierdoor is van een aantal van deze technieken op dit Directie Landbouw moment niet geheel duidelijk of de producten van die technieken onder de in de regel- Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401 geving vastgelegde definitie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) vallen. 2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868 Het is belangrijk dat over deze technieken een goede discussie in de Europese Unie plaats- Fax: 070 - 3786100 vindt, zoals door minister Cramer is aangegeven. Hierbij is het uitgangspunt van de Nederlandse overheid de huidige procesbenadering en zal niet voor een productbenade- ring worden gekozen. Dit vanwege de keuzevrijheid voor de consument en producent. De discussie zou moeten leiden tot heldere afspraken binnen de EU over de status van de verschillende technieken. Hierbij is ook de mogelijkheid aanwezig dat producten van bepaalde technieken wel onder de definitie van ggo's gaan vallen, maar dat een vergunning in het kader van de biotechnologische regelgeving niet nodig is (niet- vergunningplichtige ggo's). Ook in de huidige regelgeving kennen we hiervan enkele voorbeelden.
Een belangrijk punt voor Nederland is dat er regelgeving komt die ook handhaafbaar is. Dit punt is al eerder door Nederland in discussies over biotechnologie in Brussel inge- bracht.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 maart 2008 DL. 2008/604 2

Dit punt is zeker ook relevant in de discussie over nieuwe veredelingstechnieken, wanneer het eindproduct van het veredelingsproces waarbij biotechnologie is toegepast niet is te onderscheiden van producten waarbij dit niet het geval is.

De onderwerpen waarop door mij nog een nadere reactie zou worden gegeven zijn:

De regelgevingdruk voor kleine bedrijven (MKB-bedrijven) Over de regeldruk voor MKB-edrijven heeft minister Cramer reeds aangegeven dat er geen onderscheid wordt gemaakt in regelgeving tussen grotere en MKB-bedrijven. Wel moet de regelgeving zodanig zijn dat kleinere bedrijven niet onevenredig belast worden. Ook dit is een goede reden om te bezien of nieuwe veredelingstechnieken, vooral die waar het eindproduct niet onderscheidbaar is van conventionele technieken en die ook voor kleine bedrijven veelbelovend zijn, niet met onnodige regelgeving worden belast. Ik verwijs u naar wat ik hierover in mijn inleidende gedeelte heb gezegd.

Status van dieren die worden gevoerd met voer dat ggo-ingrediënten bevat Dieren die genetisch gemodificeerd voer hebben gegeten, zijn geen genetisch gemodifi- ceerde organismen (ggo's). Dit geldt evenzo voor dierlijke producten, afkomstig van dieren die ggo-voer hebben gegeten. Deze dierlijke producten hoeven niet als ggo geëtiketteerd te worden.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --