Gemeente Gouda
College B en W wil dossier baatbelasting sluiten (14-3-2008)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda heeft
een voorkeur om niet in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak over
de baatbelasting Kernwinkelgebied. De gemeente Gouda zou daardoor 1,3
miljoen euro terug moeten betalen. Het college legt haar voorkeur op
19 maart voor aan de gemeenteraad en stelt voor om het bedrag af te
boeken op de jaarrekening 2007.
Wethouder Siebe Keulen: "De discussie over de baatbelasting houdt ons
al lang bezig. Het is geen gemakkelijk besluit om nu te stoppen. Het
gaat om 1,3 miljoen en dat is veel geld. De kans dat de baatbelasting
in hoger beroep stand houdt is echter ons inziens te klein om door te
gaan. Bovendien vinden wij het tijd worden om samen met zoveel
mogelijk ondernemers in de binnenstad de blik naar de toekomst te
kunnen richten."
Het college van BenW is bevoegd om het besluit te nemen over het
aantekenen van hoger beroep. Als de gemeente echter stopt met de
juridische procedures, worden de reeds betaalde bedragen vermeerderd
met rente terug betaald. Dat heeft een effect op de gemeentelijke
begroting en daarover moet de gemeenteraad besluiten. Om de raad niet
voor voldongen feiten te stellen, legt het college haar voorkeur op 19
maart voor aan de gemeenteraad. Als de gemeenteraad wel door wil met
de baatbelasting zal het college alsnog hoger beroep aantekenen. Dat
moet dan voor 21 maart gebeuren.
De herinrichting van het kernwinkelgebied gebeurde met hoogwaardig en
duurzaam straatmeubilair en materiaal dat duurder was dan in de rest
van de stad. De gemeente koos ervoor een deel van de meerkosten door
te belasten aan de pandeigenaren die hier baat bij hadden via het
opleggen van een baatbelasting. De gemeente werd daarbij gesteund door
de Samenwerkende Ondernemers Verenigingen (SOG). Een aantal
pandeigenaren was het niet eens met de aanslag baatbelasting
Kernwinkelgebied en is een procedure gestart.
De rechter heeft recentelijk uitspraak gedaan en zegt "niet overtuigd
te zijn dat sprake is van een zodanige verandering in het gebied
danwel in het geheel van voorzieningen, dat het instrument
baatbelasting mag worden gehanteerd". Na het bestuderen van deze
uitspraak en het maken van een afweging tussen de voor- en nadelen van
het aantekenen van hoger beroep, is het college van B&W tot haar
voorkeur gekomen om géén hoger beroep aan te tekenen.