Antwoorden op kamervragen over de beveiliging van de data door zorgverzekeraars in het VECOZO-systeem
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DZ-K-U-2834353
14 maart 2008
Antwoorden van minister Klink en mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op Kamervragen van de
Kamerleden Omtzigt en Sterk over de beveiliging van data door
zorgverzekeraars in het VECOZO-systeem (2070812190).
Vraag 1
Heeft een verzekerde ook het wettelijk recht om te weigeren dat
zijn/haar gegevens in de VECOZO-databank opgenomen worden? Zo ja, hoe
dat recht geëffectueerd worden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 1
Als het gaat om persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de
uitvoering van de zorgverzekering heeft een verzekerde, die de plicht
heeft zich te verzekeren, niet het wettelijk recht om te verhinderen
dat die worden opgenomen in de administratie van de zorgverzekeraar.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet is de
zorgverzekeraar namelijk verplicht om desgevraagd een zorgverzekering
te sluiten met een verzekeringsplichtige. Ter nakoming van die
wettelijke verplichting verwerkt de zorgverzekeraar persoonsgegevens.
Op grond van artikel 8, onderdeel c, van de Wet bescherming
persoonsgegevens (Wbp) is de verwerking van persoonsgegevens
gerechtvaardigd om een wettelijke verplichting van de
verantwoordelijke zorgverzekeraar na te komen. In dergelijke gevallen
heeft de verzekerde niet het recht van verzet, hem toegekend krachtens
artikel 40 Wbp. Voor wat betreft de rol van Vecozo, de op grond van de
Wet bescherming persoonsgegevens geldende eisen en het toezicht zij
verwezen naar onze antwoorden van 6 februari 2008 (Aanhangsel
Handelingen, 2007-2008, nr.1243). Daarbij geldt dat niet meer gegevens
worden opgenomen dan voor dat doel noodzakelijk is.
Vraag 2
Herinnert u uw toezegging, gedaan tijdens het algemeen overleg op 7
november 2007 over de overheveling van de GGZ , in overleg te zullen
gaan met organisaties die vrouwenopvang regelen, en te onderzoeken of
(wettelijke) maatregelen nodig zijn om de gegevens van deze bedreigde
vrouwen te beschermen? Hoe zijn deze gesprekken verlopen en hoe zult u
de gegevens van onder andere bedreigde vrouwen, wier familie onder
geen beding de adresgegevens mogen verkrijgen, beschermen?
Antwoord 2
Ik herinner mij de in het algemeen overleg gedane toezegging, en heb
aansluitend in mijn brief van 13 november 2007 (kamerstukken II,
29689, nr. 167) toegezegd dat ik de voortgang zal monitoren van het
overleg dat Zorgverzekeraars Nederland (ZN) met de betrokken partijen
voert en dat ik mij zal beraden op nadere activiteiten als het
bedoelde overleg onverhoopt onvoldoende soelaas zou bieden. Ik heb
kunnen vaststellen dat er tussen ZN en de Federatie Opvang en Fier
Fryslan goed overleg plaatsvindt over de mogelijkheden voor het
beschermen van de privacy van de vrouwen in de vrouwenopvang. Ook VWS
is bij dat overleg betrokken. Zowel de stand van het overleg, als de
op oplossing gerichte intentie van de betrokken partijen, geven mij op
dit moment aanleiding om de uitkomst van dit overleg af te wachten, en
pas daarna te bezien welke aanvullende activiteiten eventueel nog
nodig zijn. In het overleg worden twee sporen gevolgd.
Het eerste spoor is een signalering vanuit de instelling dat sprake is
van een bedreigde vrouw, waarna gegevens volledig afgeschermd worden
door verzekeraars, zowel naar derden als naar (via Vecozo) de
zorgaanbieders. ZN zal het addendum Zorgverzekeraars bij de
Gedragscode hierop aanpassen en nadere richtlijnen opstellen voor
verzekeraars.
Als tweede spoor wordt de mogelijkheid onderzocht dat bedreigde
personen zelf verzekeringnemer worden, waardoor informatie over de
verzekering alleen aan henzelf (als polishouder) wordt verstrekt.
Vraag 3
Overweegt u ook voor een selecte groep mensen de mogelijkheid te
bieden, hetzij via een beveiligd pasje, hetzij via een
schuilnaam/adres binnen VECOZO garanties te bieden, zodat zij veilig
gebruik kunnen maken van de zorg zonder dat zij hoeven te vrezen voor
hun leven?
Antwoord 3
Het uitgangspunt is dat de betrokken personen veilig gebruik moeten
kunnen maken van zorg, dat wil zeggen zonder dat hun verblijfplaats
kan worden achterhaald door degene tegen wie zij bescherming behoeven.
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven wacht ik de uitkomst
van het overleg tussen de betrokken partijen af. Ik acht het juist dat
zorgverzekeraars in overleg met de betrokken partijen actief zijn om
hun verantwoordelijkheid voor de zorgvuldige verwerking van
persoonsgegevens verder vorm te geven, rekening houdend met voor- en
nadelen van opties. Ik acht het daarom niet opportuun om mij,
vooruitlopend op de besluitvorming daarover, uit te spreken over
oplossingsrichtingen of interventies.
Vraag 4
Kunt u deze vragen beantwoorden ruim vóór het algemeen overleg "ICT in
de zorg" op 28 februari 2008?
Antwoord 4
Ja, ik beantwoord deze vragen voor het (verplaatste) algemeen overleg.