Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
17 maart 2008 VO/B&B/2008/7273
Onderwerp
wetsvoorstel voorzieningenplanning VO;
bekostiging nevenvestiging met
spreidingsnoodzaak praktijkonderwijs
In het plenair debat over het wetsvoorstel modernisering voorzieningenplanning op 13 maart jl. heeft
het Kamerlid Van Dijk (SP) er op gewezen dat scholen voor praktijkonderwijs in omvang kleiner zijn
dan andere scholen voor voorgezet onderwijs en dat ze daardoor voor nevenvestigingen met
spreidingsnoodzaak de aanvullende bekostiging mislopen. Hij heeft de regering verzocht om een
voorstel te doen dit financiële probleem voor scholen voor praktijkonderwijs (op zijn minst ten dele) te
compenseren.
Ik heb toegezegd schriftelijk op zijn verzoek te zullen reageren. Met deze brief kom ik die toezegging
na.
Momenteel bestaat er voor een nevenvestiging met spreidingsnoodzaak, op basis van de "Regeling
aanvullende personele bekostiging nevenvestigingen met spreidingsnoodzaak", aanspraak op extra
personele bekostiging, als die nevenvestiging tenminste 120 leerlingen telt. Dat geldt ook voor een
nevenvestiging voor praktijkonderwijs.
Onder dezelfde voorwaarden wordt aan een nevenvestiging met spreidingsnoodzaak bovendien een
aanvullende materiële bekostiging toegekend; deze is opgenomen in de regeling bekostiging
exploitatiekosten voorgezet onderwijs.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
Gelet op het feit dat de stichtingsnorm voor praktijkonderwijs belangrijk lager is dan die voor vbo of
mavo ben ik bereid de bovengenoemde regelingen met ingang van 1 augustus 2008 zo aan te passen,
dat een bestaande nevenvestiging van een school voor praktijkonderwijs een aanvullende personele
bekostiging krijgt, als die nevenvestiging tenminste 80 leerlingen telt. Ook zal daarvoor de aanvullende
materiële bekostiging gaan gelden zoals opgenomen in bovengenoemde regeling voor de
exploitatiekosten.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart