BouwNed

Onnodig nacht- en weekendwerk
17-03-2008

In de rail- en wegenbouwsector willen grote (overheids)opdrachtgevers steeds meer het onderhoudswerk in de nacht en het weekend laten uitvoeren om eventuele hinder te beperken. Toch levert ook dat de nodige problemen op. Daarom vindt Bouwend Nederland dat onnodig nacht- en weekendwerk zo veel mogelijk moet worden voorkomen. In overleg met de vakbonden en de opdrachtgevers zal hier een oplossing voor moeten worden gevonden.
Het is een dilemma voor eigenlijk alle bij nacht- en weekendwerk betrokken partijen. De infrabedrijven willen als opdrachtnemer zo klantgericht mogelijk werken en staan dus hun opdrachtgever bij in zijn wens de overlast van onderhoudswerkzaamheden zo veel mogelijk te beperken. Als werkgever willen de bedrijven echter de situatie voor het personeel werkbaar houden. Ook streven ze naar zo veel mogelijk continuïteit in de werkzaamheden. Als alle werkzaamheden in de nacht en het weekend worden gepropt, valt er in de rest van de week al snel een gat.
De fluctuerende bezettingsgraad met enorme pieken en dalen maakt het voor infrabedrijven moeilijk de beschikbare capaciteit efficiënt in te zetten. Vooral voor specialistische bedrijven wordt dit steeds lastiger. Bedrijfstakken die voor hun materiaallevering en onderaanneming afhankelijk zijn van het uitvoerend bouwbedrijfsleven, zien hun omzet stijgen en dalen al naar gelang het werkstramien van de infrabedrijven.

Overlast
De overheid op haar beurt heeft enerzijds als opdrachtgever de wens om het werk zo snel mogelijk en met een minimum aan overlast te laten uitvoeren. Anderzijds is zij de hoeder van het maatschappelijk belang, en weet zich in die hoedanigheid geconfronteerd met de hogere kosten van het werken buiten reguliere werktijden, als gevolg van materiële overcapaciteit, van overwerk en leegloop.
De werknemers tot slot staan er ook dubbel in. Aan de ene kant heeft men behoefte aan normale nachtrust en sociale contacten in het weekend. Anderzijds betekent het wel extra inkomsten. Veel mensen richten hun leven dan ook in op dit nacht- en weekendbestaan. Onderzoek heeft echter aangetoond dat structureel nachtwerk, waarvan bij Rijkswaterstaat en ProRail sprake is, leidt tot gezondheidsschade voor de betrokken werknemers.
Er is al met al een veelheid aan partijen bij nacht- en weekendwerk betrokken, die ook nog eens vanuit verschillende perspectieven anders tegen dit maatschappelijke probleem aan kijken.

Essentie
Juist vanwege die verschillende perspectieven moet het probleem volgens Bouwend Nederland worden teruggebracht tot de essentie. En die luidt dat er met name een oplossing moeten worden gevonden om onnodig nachtwerk bij weg- en railwerkzaamheden terug te dringen en zo mogelijk te voorkomen.
Dat kan bijvoorbeeld door de uitvoerende bedrijven meer en ook eerder te betrekken bij de planning van de werkzaamheden en het verkeersmanagement. Vaak vindt de opdrachtgever dit niet gewenst, omdat zij alle hindermogelijkheden wil vermijden of de bemoeienis van de bedrijven met het verkeer beperkt wil houden. Er wordt in het algemeen een grote terughoudendheid bij de opdrachtgevers ervaren om bedrijven meer te betrekken. Daardoor blijven er kansen liggen om werkprocessen en verkeersprocessen op elkaar te kunnen afstemmen. Bouwend Nederland wil dan ook zo snel mogelijk een overleg opstarten tussen de drie betrokken partijen, zodat gezamenlijk kan worden opgetrokken in de strijd tegen onnodig nacht- en weekendwerk op het spoor en aan de weg.