European Union



Brussel, 17 maart 2008

Mobiele tv in heel Europa: Commissie keurt de opname van DVB-H in de officiële lijst van normen van de EU goed

Vandaag heeft de Commissie besloten om de Digital Video Broadcasting Handheld-norm (DVB-H) toe te voegen aan de lijst van normen van de EU, die als basis dient voor het aanmoedigen van het geharmoniseerde aanbieden van telecommunicatie in de EU. De toevoeging van DVB-H is een nieuwe stap naar het tot stand brengen van een interne markt voor mobiele tv in Europa, die het voor alle EU-burgers mogelijk zal maken om onderweg tv te kijken. Mobiele tv kan tegen 2011 een markt van 20 miljard euro bedragen en wereldwijd 500 miljoen klanten bereiken.

"Vooraleer mobiele tv in Europa van start kan gaan, moet er zekerheid zijn over de technologie. Daarom ben ik blij dat met deze beslissing, die door de Commissie is genomen in nauw overleg met de lidstaten en het Europees Parlement, de EU DVB-H als de aangewezen technologie voor terrestrische mobiele tv beschouwt", zei Viviane Reding, Europees Commissaris voor Informatiemaatschappij en media. De volgende stappen voor de tenuitvoerlegging van de EU-strategie inzake mobiele omroep zijn onder meer advies over de vergunningsregelingen en bevordering van systemen voor rechtenbeheer die zoals DVB-H gebaseerd zijn op open normen"

Door de invoering van DVB-H in de hele EU ontstaat voor de exploitanten en de industrie de nodige marktomvang om op grote schaal mobiele-tv-diensten aan te bieden in de EU. Een gemeenschappelijke Europese norm zal ook de consumenten ten goede komen, want die zullen dan op elk moment en overal in Europa tv kunnen kijken via hun eigen telefoons of mobiele telefoons. Na de bekendmaking van het besluit van de Commissie in de EU-lijst van normen in het Publicatieblad van de EU zullen de lidstaten het gebruik van DVB-H moeten aanmoedigen. Deze duidelijke steun aan de normen van de DVB-familie is ook een belangrijk signaal voor derde landen die op het punt staan een beslissing te nemen over de technologie voor digitale en mobiele omroep, waarbij gebruik wordt gemaakt van DVB-T, DVB-H en DVB-SH.

DVB-H is momenteel de meest gebruikte norm voor mobiele tv in de EU. In 16 landen bevindt DVB-H zich momenteel in de fase tussen tests en commerciële lancering. Commerciële DVB-H-diensten zijn reeds beschikbaar in Italië en verwacht wordt dat dit later dit jaar met name in Finland, Oostenrijk, Frankrijk, Zwitserland en Spanje het geval zal zijn.

Een transparant stelsel voor intellectuele eigendomsrechten, gebaseerd op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende bepaligen en met een potentieel lage kostprijs voor de apparatuur, is van cruciaal belang voor het succes van mobiele tv. De Commissie zal daarom nauw blijven toezien op de vooruitgang die wordt geboekt bij de samenstelling van de DVB-H-octrooipool.

Efficiënte vergunningsprocedures voor exploitanten van mobiele tv zijn essentieel voor een snelle oppak van de dienst. In februari 2008 wisselde de Commissie van gedachten met de industrie en de lidstaten over beste praktijken voor mobiele-tv-vergunningen en verzocht zij alle stakeholders om hun medewerking. Momenteel worden richtsnoeren met beste praktijken voorbereid om de lidstaten te helpen mobiele tv zonder uitstel in te zetten. Lichte regelgeving en duidelijke vergunningsstelsels zullen de industrie de wettelijke zekerheid bieden die zij nodig heeft om haar mobiele-tv-diensten zonder al te grote hindernissen te lanceren.

Achtergrond:

In juli 2007 stelde de Commissie een strategie voor ter bevordering van mobiele tv in heel Europa (zie IP/07/1118, MEMO/07/298). De strategie omvatte het gebruik van de open standaard DVB-H - ontwikkeld door de Europese industrie, gedeeltelijk met steun van onderzoekfondsen van de EU - als gemeenschappelijke norm voor terrestrische mobiele tv in heel Europa. De Raad van telecommunicatieministers onderschreef in november 2007 de strategie van de Europese Commissie voor mobiele tv (zie IP/07/1815).

Vanwege belangrijke sportevenementen, zoals het Europees kampioenschap voetbal en de Olympische Zomerspelen, die een unieke mogelijkheid bieden om zowel de bewustwording van consumenten als het gebruik van nieuwe diensten te bevorderen, wordt 2008 door de Commissie als een doorslaggevend jaar voor de oppak van mobiele tv in de EU beschouwd. Meer informatie:

MEMO/07/298 / SPEECH/08/144

Artikel 17 van Richtlijn 2002/21/EG

Normalisatie


1. De Commissie stelt, overeenkomstig de in artikel 22, lid 2, bedoelde procedure, een lijst van normen en/of specificaties op die moet dienen als basis voor het aanmoedigen van het geharmoniseerde aanbieden van elektronische-communicatienetwerken, elektronische-communicatiediensten en bijbehorende faciliteiten en diensten. Deze wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd. Waar nodig kan de Commissie volgens de procedure van artikel 22, lid 2, en na raadpleging van het bij Richtlijn 98/34/EG ingestelde Comité, verzoeken dat er normen worden opgesteld door de Europese normalisatieorganisaties (de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN), het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (CENELEC) en het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI)).


2. De lidstaten moedigen het gebruik aan van de in lid 1 bedoelde normen en/of specificaties voor het aanbieden van diensten, technische interfaces en/of netwerkfuncties, voorzover dat strikt nodig is om interoperabiliteit van diensten te waarborgen en de keuzevrijheid van de gebruikers te verbeteren.

Zolang niet overeenkomstig lid 1 normen en/of specificaties zijn gepubliceerd, moedigen de lidstaten de toepassing aan van normen en/of specificaties die zijn vastgesteld door Europese normalisatieorganisaties.

Indien dergelijke normen en/of specificaties ontbreken, moedigen de lidstaten de toepassing aan van internationale normen of aanbevelingen die door de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU), de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) of de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) zijn aangenomen.

Wanneer er internationale normen bestaan, moedigen de lidstaten de Europese normalisatieorganisaties aan om deze normen of de relevante onderdelen daarvan te gebruiken als basis voor de normen die zij ontwikkelen, tenzij dergelijke internationale normen of relevante onderdelen daarvan ondoelmatig zouden zijn.


3. Wanneer de in lid 1 bedoelde normen en/of specificaties niet in toereikende mate zijn toegepast, zodat de interoperabiliteit van diensten in één of meer lidstaten niet kan worden gewaarborgd, kan de toepassing van die normen en/of specificaties verplicht worden gesteld overeenkomstig lid 4, voorzover dat strikt noodzakelijk is om de interoperabiliteit te waarborgen en de keuzevrijheid van de gebruikers te verbeteren.


4. Wanneer de Commissie van plan is de toepassing van bepaalde normen en/of specificaties verplicht te stellen, publiceert zij een mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie en nodigt zij alle betrokken partijen uit publiekelijk opmerkingen in te dienen. De Commissie stelt de toepassing van de relevante normen volgens de procedure van artikel 22, lid 3, verplicht door hiernaar te verwijzen als zijnde verplichte normen in de lijst van normen en/of specificaties die wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.