PvdA Rotterdam


Voorlezen aan groep 4 van Het Spoor

Di 18 Mrt 2008 - Redactie
Voorlezen aan groep 4 van Het Spoor

Vandaag was het de beurt aan Marco Heijmen om voor te lezen.

"Vanochtend bezocht ik de bibliotheek aan de Zaagmolenstraat. Ik mocht voorlezen aan de kinderen van groep 4 van basisschool Het Spoor. Thuis had ik het boek Krik, van Hanna Kraan, uitgezocht. Krik is een eekhoorn die met een ijdele merel en een mopperige pad avonturen beleeft rondom het huis van de familie Keizer. Met zeer veel plezier heb ik Krik voorgelezen aan mijn dochter Helena. Dus Krik mocht mee om kennis te maken met de kinderen van Het Spoor.

Natuurlijk moest ik me wel eerst even voorstellen. Ik ben Marco en ik zit in de gemeenteraad. Weten jullie wat dat is, de gemeenteraad? Even dacht ik dat een jongetje zijn vinger op wilde steken, maar hij bleek toch nog te twijfelen. De meester besloot een beetje te helpen. Weten jullie nog dat we bezoek kregen van de leeshulp? Ja, dat wisten de kinderen nog wel. Nu, dat zijn ambtenaren van het stadhuis die in de lunchpauze naar de school komen om de kinderen te helpen bij het lezen. En in dat stadhuis zit de gemeenteraad, sprak de meester. Bewondering sprak van de gezichtjes van groep 4. Bewondering die deze ambtenaren verdienen!

En in de gemeenteraad praten we over de stad. Over hoe we de stad mooier kunnen maken. Daar moet het bijvoorbeeld schoon voor zijn. En niet altijd zijn de straten schoon. Dan liggen er propjes en blikjes op straat. Meteen een paar vingers de lucht in. Bij mij in de straat liggen vaak blikjes en propjes, sprak het meisje. Dat is niet fijn, het voor de hand liggende antwoord op mijn vraag wat ze daar nu van vond. Dus dat de straat goed geveegd moet worden en de mensen geen propjes meer op straat mogen gooien, daar stemden de kinderen allen mee in. Dat besluit was genomen, dan kon er nu voorgelezen worden.

Ik denk dat de kinderen van Het Spoor de avonturen van Krik net zo spannend en vrolijk vonden als mijn Helena. Nog een hoofdstuk? , vroeg het jongetje op de voorste rij. Maar de meester kwam mij weer te hulp: ik vind dat deze mijnheer een applaus verdiend heeft voor het voorlezen. En als die handjes op elkaar gaan, word je toch een beetje verlegen. Ze hadden het leuk gevonden.
Toen ik vroeg of de mammas en pappas thuis ook voorlazen, gingen minder handjes de lucht in dan ik had gedacht en had gehoopt. Slechts drie van de 20 kinderen kregen s avonds een boekje voor het slapen gaan. Wel waren er zeker 10 kinderen die zelf voorlazen aan eigen broertjes en zusjes! Dat vonden we al erg knap.

De kinderen mochten nu zelf een boek uitzoeken om op school te lezen. Onderwijl sprak ik nog even met de meester. Hij had het weekend gebruikt om het schrijven van de commissie Dijsselbloem te lezen. Één passage in het bijzonder was hem uit het hart gegrepen: dat bestuurders en politici wel erg veel van de maatschappelijke vraagstukken op het bordje van de leerkracht hebben gelegd. Deze zeer betrokken meester sprak de wens uit dat in de toekomst veel van de, inderdaad broodnodige, maatschappelijke zorg om de school heen, in plaats van ín de school, zou worden georganiseerd. Een campus, met de school voor cognitieve ontwikkeling in het centrum en daarom heen faciliteiten,van de schooltandarts tot het maatschappelijk werk.

Ik vond het een fijne en leerzame ochtend. Dus toen de meester mij vertelde dat er ook nog voorgelezen kan worden tijdens het Nationale voorleesontbijt, heb ik hem direct mijn kaartje gegeven. En aan alle ouders: voorlezen is leuk!"

Zie ook: Boekenweek: de PvdA leest voor met het verhaal van Peggy Wijntuin