Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk W&B/B&K/08/7047 Doorkiesnummer Datum 20 maart 2008

Onderwerp Onderzoek Voorbereiding Vazalo Verkend

Hierbij bied ik u het rapport "Voorbereiding Vazalo Verkend. Onderzoek onder beoogde experimentgemeenten Vazalo" aan. Zoals toegezegd in mijn brief van 14 september 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 30 545 nr. 33) heb ik na de stopzetting van het experiment Vazalo aan Regioplan opdracht gegeven tot dit onderzoek, om de ervaringen van de beoogde experimentgemeenten met het experiment Vazalo vast te leggen. Het onderzoek bestond hoofdzakelijk uit het bevragen van ambtenaren en cliënten uit de experimentgemeenten over de ervaringen met Vazalo en met het experiment, en hun gedachten over hoe het toegezegde (nieuwe) experiment eruit zou moeten zien. Alle vijftien experimentgemeenten, cliënten uit een aantal experimentgemeenten en de Landelijke Cliëntenraad hebben medewerking verleend aan het onderzoek. De resultaten van dit onderzoek worden betrokken bij de voorbereiding van het experiment ter zake van de regeling uit het Coalitieakkoord die werken in deeltijd voor sollicitatieplichtige alleenstaande ouders financieel aantrekkelijk maakt.

Ervaringen met de wet Vazalo
Over de grondgedachte achter Vazalo zijn de experimentgemeenten zonder uitzondering positief. Zij vinden het uitgangspunt sympathiek en denken dat de prikkel die uitgaat van het niet meer afhankelijk zijn van de sociale dienst, positief zou kunnen werken. Zo positief als gemeenten zijn over het idee achter Vazalo, zo negatief zijn zij op grond van hun ervaringen met het experiment over de uitwerking van die ideeën in de Wet Vazalo. De volgende knelpunten zijn genoemd:
De gestelde inkomenseisen (55% of 60% van het WML waarvan minimaal 373 per maand inkomsten uit arbeid) zijn zo hoog dat slechts een zeer beperkte groep voor een toeslag in aanmerking komt.

- Ook de potentiële doelgroep is relatief klein, slechts een op de tien alleenstaande ouders heeft inkomsten die de `Vazalonorm' benaderen.

- De doelgroep die erop vooruit zou gaan tijdens het experiment is nog kleiner omdat andere premies en vrijlatingen met de Vazalotoeslag moesten worden verrekend.
- De regeling is te ingewikkeld en leidt tot een zware administratieve last voor gemeenten. Uitvoering van de wet vereist aanpassing van de administratie, het uitvoeren van (ingewikkelde) berekeningen en veel afstemming met de Belastingdienst/Toeslagen.

Ons kenmerk W&B/B&K/08/7047


- De verwachting van gemeenten is dat de regeling te ingewikkeld is voor cliënten en dat zij huiverig zullen zijn om hun bijstandsuitkering stop te zetten om over te stappen naar de Belastingdienst/Toeslagen.

- Zorgen over het optreden van het `duiventileffect' lijken aannemelijk (wel op basis van beperkte gegevens, van zeven gemeenten over een periode van twee maanden).

Ervaringen met het experiment Vazalo
Naast de ervaringen van gemeenten met de uitgangspunten van de Wet Vazalo, hebben gemeenten een aantal knelpunten geconstateerd bij de uitvoering van het experiment Vazalo.
- De timing en de ervaren tijdsdruk: de start van de voorbereidingen was in de zomerperiode en het tijdpad was krap.

- Gemeenten hebben de communicatie vanuit SZW op een aantal punten als onvoldoende of niet-tijdig ervaren. De hoeveelheid en complexiteit van de informatie over het experiment Vazalo en de tijdsdruk hebben hier een rol bij gespeeld.
- Het experiment zou meer tijd en moeite hebben gevergd dan gemeenten van tevoren hadden ingeschat, met name wat de aanlevering van gegevens betreft.
- De kritiek op de inhoudelijke opzet van het experiment richt zich met name op het ontbreken van de Belastingdienst/Toeslagen als participant in het experiment.

Toekomst
Bij een toekomstig experiment met een regeling voor alleenstaande ouders zou volgens gemeenten en alleenstaande ouders op de aspecten activering en inkomen moeten worden ingezet. Wat activering betreft wensen gemeenten het nut van een categoriale ontheffing voor alleenstaande ouders te toetsen. Wat inkomen betreft geven gemeenten aan dat in het experiment het huidige premiebeleid moet worden verruimd, bijvoorbeeld in de vorm van een maandelijkse, onbelaste premie. Het zou mogelijk moeten zijn deze ook na uitstroom gedurende langere tijd door te betalen.
Ondanks de ervaren knelpunten zijn de experimentgemeenten in het algemeen positief over deelname aan een landelijk experiment. Gemeenten zijn bereid om te investeren in deelname, zowel financieel als in menskracht en aanpassingen in de bedrijfsvoering. Als belangrijk voordeel noemt men dat deelname aan een experiment de gemeente in staat stelt alvast ervaring op te doen met een regeling die in de toekomst wordt ingevoerd. Voor een toekomstig experiment pleiten vrijwel alle experiment gemeenten ervoor om meer tijd te reserveren voor de voorbereiding van het experiment. Gemeenten willen graag in een vroeg stadium worden betrokken. Ook geven zij aan dat het experiment zo goed mogelijk moet aansluiten bij de uiteindelijke regeling. Dit betekent dat onder meer dat alle partijen die bij de uiteindelijke regeling betrokken zullen zijn, ook moeten participeren in het experiment.

Tevens geven gemeenten aan dat voordat wordt gestart met de voorbereidingen zeker moet zijn dat het experiment daadwerkelijk doorgaat. De AMvB moet gereed zijn en de voorwaarden waaronder het experiment zal plaats vinden moeten volledig duidelijk zijn.
---

Ons kenmerk W&B/B&K/08/7047

Overigens heeft een aantal gemeenten na stopzetting van het experiment Vazalo zelf een regeling voor alleenstaande ouders in het leven geroepen. Het gaat om premieregelingen, ondersteuning om niet-actieven te helpen in deeltijd aan de slag te gaan en hulp bij het regelen van kinderopvang.

Slechts een klein deel van de alleenstaande ouders geeft in het onderzoek aan dat financiële ondersteuning hen zou helpen om (meer) te gaan werken. Zij willen graag dat eigen inkomsten niet meer of slechts beperkt worden gekort op de uitkering (overigens kan dit ook worden aangemerkt als financiële ondersteuning). Alleenstaande ouders geven aan vooral behoefte te hebben aan ondersteuning om hun arbeidsmarktpositie te verbeteren, bijvoorbeeld door scholing.

Uiteraard zal ik de ervaringen van gemeenten en alleenstaande ouders uit het onderzoek zo veel als mogelijk betrekken bij het voorstel voor een nieuw experiment. Graag wissel ik met u van gedachten over het onderzoek in samenhang met het ontwerpbesluit voor het eerdergenoemde experiment. Ik zal u dat besluit binnenkort toezenden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A. Aboutaleb)

Bijlage(n):

- Eindrapport Voorbereiding Vazalo Verkend. Onderzoek onder beoogde experimentgemeenten Vazalo


---