Gemeente Westvoorne


Schade door bouwprojecten

Zowel in Oostvoorne als Rockanje zijn op dit moment behoorlijk omvangrijke bouwprojecten in uitvoering. Daarnaast staan nog enkele projecten in de startblokken en zijn er nog meer plannen voor de nabije toekomst. Naast deze grotere bouwprojecten zijn er uiteraard ook kleinere bouwplannen voor bijvoorbeeld één enkele nieuwbouwwoning, een bijgebouw of een bedrijfspand.

Als gevolg van deze bouwprojecten kan er schade ontstaan voor de omgeving. Die schade kan veroorzaakt worden door de planologische wijziging maar ook door de feitelijke bouwwerkzaamheden. Voor de beoordeling en het aanvragen van schadevergoedingen moet een verzoek bij de gemeente worden ingediend. We onderscheiden hierin bouwschade en planschade.

Wat is planschade

Planschade is de schade aan onroerende goed die ontstaat na wijziging van plannen. Duidelijk is dat een perceel waarop een woning mag worden gebouwd maar, na een bestemmingsplan wijziging alleen nog maar als openbaar groen mag worden gebruikt, in waarde is afgenomen. De financiële schade die daardoor ontstaat wordt planschade genoemd.

Planschade kan men lijden door een procedurevrijstelling voor een concreet bouwplan artikel 17 -19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), of door een herziening van het bestemmingsplan. De vermindering van de waarde van onroerend goed kan worden bepaald door de maximale invulling van de oude en de nieuwe plannen met elkaar te vergelijken. Daarbij gaat het om de maximale bouw- of gebruiksmogelijkheden, en niet om hetgeen er nu staat. Na die vergelijking wordt er bepaald of er sprake is van een planologische verslechtering die voor planschadevergoeding in aanmerking komt. Een uitzondering vormt een planwijziging die voorzienbaar is geweest, want dan komt de aanspraak op planschade te vervallen.

Wanneer een verzoek om planschade wordt ingediend wordt dit door een onafhankelijke planschadecommissie / adviseur beoordeeld. Hiervoor wordt in onze gemeente gebruik gemaakt van de SAOZ (Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken).

De juridische grondslag voor planschade is artikel 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Het indienen van een verzoek tot planschadevergoeding

Een aanvraag voor planschadevergoeding wordt ingediend bij burgemeester en wethouders. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om planschade moet eerst een wettelijk (WRO) drempelbedrag worden betaald van 300,-. Dat bedrag wordt overigens terugbetaald als op het verzoek om planschade (gedeeltelijk) positief wordt beslist. Verder moet de planologische wijziging, dus het vrijstellingsbesluit artikel 19 WRO of de bestemmingsplanherziening, onherroepelijk zijn geworden. Alle beroepen bij de rechtbank of de raad van state moeten dus zijn afgehandeld.

De termijn waarbinnen planschade moet zijn aangevraagd is begrensd op
5 jaar na het onherroepelijk worden van het besluit. Na afloop van die termijn kunnen dus geen verzoeken meer worden ingediend.

De gemeentelijke 'procedureverordening planschadevergoeding' en een aanvraagformulier om planschadevergoeding zijn hier te vinden.

Wat is bouwschade
Door bouwwerkzaamheden kan schade aan bebouwing ontstaan. Voorbeelden zijn scheuren in metselwerk, plafonds en tegelwerk. Dat noemen we bouwschade. Er wordt een onderscheid gemaakt in esthetische en constructieve schade.

Uiteraard is het uitgangspunt om bouwschade zoveel mogelijk te voorkomen. Voor met name de grotere bouwprojecten moet de bouwer een bouwveiligheidsplan indienen. Hierin wordt vastgelegd hoe de hinder en veiligheid buiten de bouwplaats wordt geregeld. Trillingsrapporten en monitoringsplannen kunnen hier onderdeel van uitmaken.

Helaas geven alle voorzorgmaatregelen geen garantie dat schade altijd wordt voorkomen. De veroorzaker van de schade is altijd aansprakelijk, dat is in de meeste gevallen de aannemer. Om achteraf allerlei discussies over de oorzaak van de schade te voorkomen, is het verstandig vooraf een bouwschadeformulier (bouwexploit) te versturen. U stelt dan de bouwer bij voorbaat aansprakelijk en verzoekt een vooropname te laten uitvoeren. Dit laatste kan overigens niet worden afgedwongen. Het formulier stuurt u naar de aannemer en de opdrachtgever van de bouw. U kunt ook ter kennisgeving een kopie van het formulier naar de gemeente sturen.

Indien er toch schade ontstaat tijdens de bouw, is het zinvol de aannemer zo snel mogelijk op de hoogte te stellen, de bouwer hiervoor aansprakelijk te stellen, en te verzoeken om herstelmaatregelen. Om voor uzelf een bewijs te hebben, is dit verstandig dit verzoek aangetekend te doen. Ook is het verstandig de gemeente op de hoogte te stellen. Als er sprake is van ernstige schade, zullen andere maatregelen worden bezien.