Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 27 maart 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGW 2008/417 - Onderwerp
goedkeuring internetstemvoorziening waterschapsverkiezingen 2008

Geachte voorzitter,

In het Algemeen Overleg op 30 januari jongstleden over de inrichting van het verkiezingsproces hebben wij gesproken over het stemmen per internet bij de waterschapsverkiezingen in 2008. Daarbij ging het debat met name over de betrouwbaarheid en veiligheid van de toe te passen stemvoorziening. Verschillende sprekers refereerden aan de motie Kalma, die de regering vraagt om indien zij het gebruik van stemmen via internet door kiesgerechtigden in het buitenland op grond van de Experimentenwet Kiezen op Afstand (KOA) opnieuw wil faciliteren, ruim van tevoren een adequate goedkeuringsprocedure op te stellen en aan de Kamer voor te leggen. Sprekers verzochten mij naar analogie van deze motie ook voor de waterschapsverkiezingen een goedkeuringsprocedure voor de internetstemvoorziening op te stellen.

Ik wil uw verzoek graag honoreren. Maar voordat ik inga op de inhoud van de voorgenomen ministeriële regeling, sta ik even stil bij de feitelijke situatie bij de waterschapsverkiezingen, die op enkele belangrijke punten afwijkt van die bij de algemene verkiezingen. De vergelijking die in het AO gemaakt werd, wil ik daarmee in het juiste perspectief plaatsen.


1. Rol van het Rijk bij de waterschapsverkiezingen Allereerst is het van belang dat de waterschapsverkiezingen niet onder de Kieswet vallen. De waterschappen zijn als zelfstandige decentrale overheden op grond van de Waterschapswet zelf verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de eigen verkiezingen. Het Rijk heeft geen rol in de organisatie en uitvoering van deze verkiezingen. Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGW 2008/417

De Waterschapswet is onlangs ingrijpend herzien (Stb. 2007 208). In de op 29 december 2007 in werking getreden wet wordt de waterschappen de bevoegdheid gegeven internetstemmen aan te bieden. Uw Kamer heeft in oktober 2006 ingestemd met dit wetsvoorstel. De uitwerking van de voorschriften voor het verkiezingsproces heeft vervolgens plaatsgevonden in het Waterschapsbesluit, dat tegelijk met de wet in werking is getreden (Stb. 2007 497).

De eisen waaraan de voorziening voor het internetstemmen moet voldoen, zijn in het Waterschapsbesluit vastgelegd in de artikelen 2.45 en 2.58. Samengevat stellen genoemde artikelen eisen aan de waarborging van het geheime karakter van de stemming, de betrouwbaarheid en beveiliging tegen inbreuken van de voorziening, de wijze waarop stemopneming en eventuele hertelling kan plaatsvinden, de toegankelijkheid en gebruikersvriendelijkheid van de voorziening, de anonimiteit van de kiezer en het toezicht op het functioneren van de voorziening en het verloop van de stemming. De waterschappen dienen de wijze waarop zij aan deze eisen voldoen in een openbaar protocol vast te leggen. In mijn brief van 19 december 2007 en in het debat van 30 januari 2008 heb ik aangegeven dat ik in aanvulling op deze reeds geldende eisen gebruik ga maken van de mogelijkheid die het Waterschapsbesluit biedt om nadere regels te stellen.


2. Beschikbaarheid internetstemvoorziening
Ten tweede is het relevant dat de waterschappen al beschikken over een internetstemvoorziening, het Rijnland Internet Election System (RIES). Deze voorziening is door de waterschappen zelf ontwikkeld ten behoeve van de verkiezingen in 2004 bij twee waterschappen. Het feit dat de voorziening al beschikbaar is, maakt het internetstemmen in november 2008 haalbaar. In het theoretische geval dat de waterschappen een andere voorziening zouden willen gebruiken, zouden zij een Europese aanbestedingsprocedure moeten doorlopen. Dat is op deze termijn niet meer uitvoerbaar. Dit heeft tot consequentie dat indien RIES niet blijkt te voldoen aan de eisen in de amvb en de ministeriële regeling, internetstemmen in 2008 niet aan de orde is.

Momenteel ben ik bezig met het opstellen van de ministeriële regeling voor een aantal aspecten van de verkiezingsprocedure 2008, waaronder de goedkeuringsprocedure voor de internetstemvoorziening. Ik wil de goedkeuringsprocedure inrichten aan de hand van de volgende uitgangspunten:

1. Maximale transparantie
Met uw Kamer ben ik van mening dat maximale transparantie moet worden nagestreefd. Ik zal daarom de eis van openbaarmaking van de broncode van de internetstemvoorziening en van de applicaties voor de berekening van de uitslag en de zetelverdeling opnemen in de ministeriële regeling. Uiterlijk op 1 juli 2008 dient de broncode op internet gepubliceerd te zijn.
2. Gebruik maken van alle reeds beschikbare relevante informatie over het systeem. De beoogde internetstemvoorziening RIES is al eerder gebruikt, namelijk in 2004 bij twee waterschappen en in 2006 voor kiezers in het buitenland bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer, op basis van de Experimentenwet KOA. De voorziening is bij die gelegenheden en ook daarna uitgebreid getoetst en verder
---

VenW/DGW 2008/417

ontwikkeld. De waterschappen zullen de relevante informatie uit die eerdere en nog lopende onderzoeken beschikbaar stellen aan de door mij aan te wijzen organisatie. De door deze organisatie ingezette deskundigen krijgen ook toegang tot het systeem, en zullen zij in de gelegenheid worden gesteld het ketenonderzoek dat de waterschappen in juni 2008 laten uitvoeren, te monitoren.
3. Toetsen aan wettelijke criteria, plus aan aanbevelingen van de Raad van Europa De internetstemvoorziening dient uiteraard te voldoen aan de hierboven al aangehaalde voorschriften uit het Waterschapsbesluit. Daarnaast zal ik als onderdeel van de goedkeuringsprocedure voorschrijven dat de voorziening getoetst wordt aan de voor internetstemmen relevante aanbevelingen van de Raad van Europa (Legal, operational and technical standards for e-voting, Rec(2004)11). Deze aanbevelingen zijn ook gebruikt door de Commissie Korthals Altes ter toetsing van het huidige verkiezingsproces onder de Kieswet (zie bijlage 5 bij het rapport "Stemmen met vertrouwen").
4. Oordeel over toelaatbaarheid op basis van onafhankelijk deskundigenadvies Ik zal in de ministeriële regeling een onafhankelijke organisatie aanwijzen die mij adviseert over de betrouwbaarheid en veiligheid van de beoogde internetstemvoorziening voor toepassing bij de waterschapsverkiezingen in 2008. Dit advies zal gebaseerd zijn op het oordeel over de door de waterschappen aan te leveren informatie waarmee zij aantonen aan de wettelijke eisen te voldoen, en op de toetsing aan de aanbevelingen van de Raad van Europa. Indien de deskundigen daarnaast nog zaken opmerken die zij relevant achten voor mijn oordeel, zullen zij die ook betrekken in hun advies. Ik zal een organisatie aanwijzen die deskundig is op het terrein van beveiliging van elektronisch dataverkeer, en die in de afgelopen jaren niet in opdracht van de waterschappen bij RIES betrokken is geweest.
Op grond van het advies zal ik een besluit nemen over de toelaatbaarheid van het gebruik van de internetstemvoorziening.

Ik heb gedurende dit traject regelmatig contact met de waterschappen en het spreekt voor zich dat ik over mijn voorgenomen besluit ook overleg met de waterschappen zal hebben. De waterschappen kunnen overigens op ieder moment van het proces zelfstandig besluiten om hen moverende redenen af te zien van het aanbieden van internetstemmen. De waterschappen zetten zich vooralsnog echter sterk in voor het aanbieden van internetstemmen bij de aanstaande verkiezingen, te meer daar zij het internetstemmen als een goede aanvulling op het poststemmen zien in het streven de drempel voor de kiezer om te gaan stemmen zo laag mogelijk te maken. Tijdens de parlementaire behandeling van de wet is immers sterk aangedrongen op het verbeteren van de opkomstpercentages. Het verbeteren van de toegankelijkheid van de verkiezingen kan daarin een element zijn, naast uiteraard een goede publiciteitscampagne waartoe de landelijk gelijkgeschakelde periode van de waterschapsverkiezingen de gelegenheid biedt.


---

VenW/DGW 2008/417

Het is mijn voornemen de ministeriële regeling zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 1 mei 2008 vast te stellen teneinde de waterschappen voldoende tijd te geven zich voor te bereiden op de eis om vóór 1 juli 2008 de gevraagde informatie te overleggen. Mijn besluit over de toelaatbaarheid van het gebruik van de internetstemvoorziening zal ik uiterlijk 1 september 2008 bekend maken. Ik zal u de regeling zo spoedig mogelijk toezenden.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa


---