28/03/2008
Wijziging VI GMP+-certificatieschema 2006
Bestemd voor: Diervoederbedrijven en certificatie-instellingen
Vandaag zijn enkele GMP+-documenten als gevolg van Wijziging VI
GMP+-certificatieschema 2006 aangepast en gepubliceerd. De meeste
wijzigingen gaan per direct in. Voor enkele wijzigingen geldt een
latere datum waarop uiterlijk aan de nieuwe voorwaarden voldaan moet
worden.
Waarom wijzigingen?
De belangrijkste wijzigingen worden hieronder opgesomd. Wijzigingen
van meer redactionele aard worden niet genoemd. Voor een volledig
overzicht, inclusief een toelichting/motivatie wordt verwezen naar
Wijziging VI GMP+-certificatieschema 2006.
Standaard
Wijziging
Van belang voor ...
GMP A2
De definitie van toevoegingsmiddelen in het GMP+-certificatieschema
komt nu exact overeen met de EU-wetgeving. Bijzondere
stikstofhoudende producten worden aangemerkt als voedermiddelen
Bedrijven activiteiten hebben met toevoegingsmiddelen of
bijzondere stikstofhoudende producten
GMPB1,
GMPB3
Het nemen van bewaarmonsters in het kader van Tracking & Tracing. De
voorwaarden komen nu overeen met de wettelijke eisen.
Handelaren
GMP B1,
GMP B2,
GMP B3 (2006)
GMP B3 (2007)
Dit is een nieuwe eis. De handelaar dient uiterlijk op het moment van
levering aan zijn afnemer te melden of het geleverde diervoeder wel of
niet GMP-gecertificeerd is.
Handelaren
GMP B8
Deze standaard voor petfood is geheel aangepast aan de vernieuwde
Fediaf-code
Petfoodproducenten en -handelaren
GMP B10
De eisen m.b.t. serotypering van salmonella zijn aangepast.
Laboratoria
Bijlage 1
De normen voor Na, K, Cl en Sulfaat zijn (weer) opgenomen
Bedrijven die (vochtrijke) voedermiddelen aan veehouders leveren
De normen voor mycotoxinen in voedermiddelen zijn opnieuw
opgeschreven. Zij zijn niet veranderd, behalve de norm voor DON in
enkelvoudige voedermiddelen voor varkens. Deze is van 3 naar 5 mg/kg
gegaan.
Bedrijven die diervoeders aan veehouders leveren
De residunormen voor de zgn. kritische toevoegingsmiddelen en
diergeneesmiddelen zijn aangepast
Bedrijven die kritische toevoegings- en diergeneesmiddelen verwerken
Bijlage 4
De lijst van salmonellakritische voedermiddelen is aangepast. Alleen
raapzaadschroot- en -schilfers worden nu nog als salmonellakritisch
aangemerkt.
Leveranciers van raapzaadschilfers/-schroot en van voorheen andere
salmonellakritische voedermiddelen
Bijlage 4
Er is een bonus-malusregeling opgenomen m.b.t. Salmonella-analyses.
Producenten die de productie van hun voedermiddelen goed beheersen,
behoeven minder onderzoek te doen.
Leveranciers van raapzaadschilfers/-schroot en van voorheen andere
salmonellakritische voedermiddelen
Bijlage 4
Er is een nieuwe methode toegevoegd om versleping te meten.
Tevens is een bestaande methode iets aangepast i.v.m. veranderde
EU-wetgeving, en zijn enkele redactionele aanpassingen doorgevoerd
Bedrijven die versleping dienen te meten
Bijlage 4
De voorwaarden voor procescontrole in geval van productie van
pluimveevoeders zijn aangepast voor bedrijven met een lage
jaarproductie
Bedrijven die op jaarbasis weinig pluimveemengvoeder produceren.
Bijlage 4 &
Bijlage 10
Enkele inkoopprotocollen zijn overgeheveld van GMP Bijlage 4 naar GMP
Bijlage 10. Dit is geen inhoudelijke aanpassing, alleen maar een
verplaatsing van een aantal voorwaarden.
Bedrijven die op basis van deze protocollen de bedoelde voedermiddelen
inkopen.
Bijlage 8
Er is als appendix een guideline m.b.t. het afbakenen van een
eventuele recall opgenomen
Alle bedrijven die opslag van vloeibare diervoeders hebben
Bijlage 10
De eisen voor aankoop van toevoegingsmiddelen van een
niet-GMP+-gecertificeerde leverancier zijn aangepast
Bedrijven die toevoegingsmiddelen van een niet-GMP+-gecertificeerde
leverancier aankopen
De in het afgelopen jaar geaccepteerde certificaten van andere
buitenlandse schema's (in het kader van uitwisselbaarheid) zijn
toegevoegd
Bedrijven die diervoeders inkopen bij leveranciers die volgens een
geaccepteerd schema zijn gecertificeerd
Ook in vochtrijke mengvoeders mag salmonellaonderzoek vervangen worden
door pH-meting
Bedrijven die vochtrijke mengvoeders leveren
Bijlage 14
De procedure die wordt gevolgd bij het vrijgeven van een
transportmiddel na het vervoer van een verboden lading, is aangepast.
Bedrijven die transportmiddelen vrijgeven
De transporteisen m.b.t. dierlijke eiwitten zijn opnieuw opgeschreven
zodat zij overeen komen met de huidige EU-wetgeving (Vo. EG nr.
1774/2002 en Vo. EG nr. 999/2001)
(Transport)bedrijven die dierlijke eiwitten transporteren
_______________________
Alleen de belangrijkste doelgroepen worden genoemd. Mogelijk is
het ook van belang van andere typen bedrijven. Aan deze nieuwsbrief
mogen daarom geen rechten worden ontleend.
Productschap Diervoeder