Open brief over experiment stopzetten muskusrattenbestrijding

28/03/2008 17:52

Zoogdiervereniging VZZ

Geachte gedeputeerde Bleker,

De Zoogdiervereniging VZZ en de ondertekenende biologen ondersteunen uw voornemen tot het uitvoeren van een experiment in de provincie Groningen met het stopzetten van de muskusrattenbestrijding. Het is tot nu toe onbekend wat het effect is van het niet uitvoeren van de muskusrattenbestrijding. Op grond van theoretische overwegingen en op basis van ervaringen bij andere diersoorten is het volgende scenario denkbaar. In eerste instantie zal er in het proefgebied een (sterke) toename van het aantal muskusratten optreden. Vervolgens treedt er mogelijk een afname op die zelfs drastisch kan zijn en waarvan de oorzaak (of oorzaken) zeer uiteenlopend kan (kunnen) zijn: het toenemen van de onderlinge besmetting met ziekten en parasieten, een toename van het aantal predatoren en een toename van stress door onderlinge interacties met als gevolg een vermindering van de voortplanting en een verkorting van de levensduur. Het is te verwachten dat daarna een situatie ontstaat waarbij de muskusrat in de proefgebieden in significant lagere dichtheden voorkomt dan in de periode voorafgaand aan het experiment. Een dergelijke uitkomst van het experiment zou voor de situatie rond de muskusrat in Nederland een doorbraak kunnen betekenen. De huidige, intensief gevoerde bestrijding kost niet alleen veel geld, een bijkomend en niet algemeen bekend ethisch aspect is dat bij circa 300.000 vangsten gemiddeld over de afgelopen jaren en aannemende dat bij ongeveer tweederde van deze vangsten vangfuiken zijn gebruikt, er in Nederland gemiddeld elke vijf minuten twee muskusratten in een vangfuik een opzettelijke verdrinkingsdood ondergaan. Bij de overige vangsten worden overwegend klemmen gebruikt, ook niet altijd tot een snelle dood leidend. Uw initiatief om in een paar gebieden van enkele tientallen vierkante kilometers groot gedurende een aantal jaren na te gaan wat het effect is van het achterwege blijven van de muskusrattenbestrijding biedt ook een unieke kans om meer inzicht te krijgen in de populatiedynamiek, de ecologie en het gedrag van de muskusrat. Naar wij aannemen zal binnen het experiment ook gerichte aandacht gegeven worden aan deze aspecten. Dit inzicht kan in de toekomst, mochten de uitkomsten van het experiment anders zijn dan wij verwachten - hetgeen ook wij zeker niet uitsluiten -, zonder meer worden gebruikt om de problematiek van de muskusrat in een nieuw en breder kader te bezien. Op grond van de te verkrijgen uitkomsten zal gerichte aandacht gegeven kunnen worden aan alternatieve vormen van bestrijding en/of het nemen van preventieve maatregelen om schade te beperken en, nog beter, te voorkomen . Kortom, wij juichen uw initiatief toe en zijn benieuwd naar de uitkomsten van het door u beoogde experiment in Groningen.

Met vriendelijke groet,

Drs J.J.T. Teeuwisse, Arnhem (directeur Zoogdiervereniging VZZ), Dr K.J. Canters, Zwolle (hoofdredacteur Lutra),
Dr S. Broekhuizen, Doesburg (oud-zoogdieronderzoeker Alterra) en Prof.dr J.W.F. Reumer, Rotterdam (directeur Natuurhistorisch Museum Rotterdam / hoogleraar Universiteit Utrecht).

Zwolle, 28 maart 2008.