Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Van der Staaij, Van Baalen en Voordewind over de arrestatie door de Chinese autoriteiten van tachtig christenen


01-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Van Baalen en Voordewind over de arrestatie door de Chinese autoriteiten van tachtig christenen. Deze vragen werden ingezonden op 10 maart 2008 met kenmerk 2070814210.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Baalen (VVD) en Voordewind (ChristenUnie) over de arrestatie door de Chinese autoriteiten van tachtig christenen.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het feit, dat de Chinese autoriteiten tachtig christenen (kerkleiders) hebben gearresteerd tijdens een bijbeltraining1?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met de reden van deze arrestatie?

Antwoord

Naar verluidt zijn er inderdaad ongeveer 80 christenen gearresteerd op verdenking van het vormen van een sekte met het doel de wet te overtreden. In China worden vaker kerkleiders, leden van huiskerken en andere gelovigen gearresteerd die vreedzaam gebruik maken van hun recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. De Chinese autoriteiten wijzen doorgaans op de Chinese wet- en regelgeving die vereist dat kerkgenootschappen zich registreren. Gemeenschappen die niet zijn geregistreerd worden gezien als illegaal. Dit beleid is in strijd met artikel 18 van het BUPO-verdrag: conform lid 3 van dit artikel mag de vrijheid om uiting te geven aan godsdienst- of levensovertuiging slechts worden ingeperkt indien voldaan wordt aan de in dit lid precies omschreven beperkingsgronden. Een algemeen registratievereiste is een te algemene inperking van deze vrijheid die in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel dat leidend is bij de toepassing van de beperkingsgronden.

Vraag 3
Kunt u aanduiden in hoeverre de vervolging van christenen in China op dit moment toeneemt? Heeft dit naar uw mening een relatie met de komende Olympische Spelen in China? Indien er inderdaad een relatie bestaat tussen de beknotting van essentiële mensenrechten en de komende Olympische Spelen, welk oordeel verbindt u daaraan en welke consequenties moet dit naar uw mening hebben?

Antwoord

De positie van christenen in China staat onder druk. Ik heb evenwel niet de indruk dat de reeds zorgelijke positie van christenen in China in aanloop naar de Olympische Spelen extra verslechterd is en dat de slechte situatie van christenen in China direct gerelateerd is aan de komst van de Olympische Spelen.

Vraag 4
Op welke wijze wordt thans door u - maar ook in internationaal verband - de Olympische Spelen concreet als handvat benut om de positie van religieuze minderheden aan de orde te stellen en waar mogelijk te verbeteren? Kunt u aangeven in hoeverre hiermee ook daadwerkelijk concrete resultaten worden geboekt?

Antwoord

De vrijheid van godsdienst en levensovertuiging vormen een belangrijk onderdeel van de EU-mensenrechtendialoog met China en de bilaterale mensenrechtenconsultaties die Nederland voert met inzet van de Mensenrechtenambassadeur. Ook tijdens mijn reis naar China in mei 2007 heb ik de Nederlandse zorgen overgebracht aan mijn Chinese ambtgenoot.

Daarnaast financiert Nederland uit het mensenrechtenfonds projecten die zich richten op het behoud van het Tibetaanse culturele erfgoed. Hiermee is in 2008 ongeveer 300.000 euro gemoeid. Daarbij moet gedacht worden aan initiatieven op vlak van het zekerstellen voor toekomstige generaties van Tibetaanse religieuze teksten, het restaureren van Tibetaanse religieuze gebouwen, het versterken van de economische perspectieven van de Tibetaanse bevolking en het ondersteunen van onderwijs in het Tibetaans. Deze projecten worden uitgevoerd in samenwerking met de Chinese autoriteiten.

De dialoog met de Chinese overheid over religieuze minderheden en het uitvoeren van deze projecten staan los van de Olympische Spelen. De dialoog en de projecten gaan onverminderd door vóór, tijdens en na de Olympische Spelen. Daarbij wijst Nederland steeds op het positieve effect dat verbetering van de mensenrechtensituatie in China in de aanloop naar de Olympische Spelen zal hebben op het internationale imago van China.

Vraag 5

Bent u bereid om naar aanleiding van de arrestatie van de genoemde tachtig christenen in contact te treden met de Chinese autoriteiten en hierover uw zorgen te uiten? Bent u tevens bereid om hiervoor in internationaal verband

aandacht te vragen en waar mogelijk te komen tot politieke actie richting de Chinese regering?

Antwoord

De positie van religieuze minderheden in China heeft onze niet aflatende zorg. Op bilateraal vlak, maar ook in EU-verband, wordt deze zorg regelmatig aan de Chinese overheid duidelijk gemaakt. Het is mijn streven dat bij een volgende gelegenheid in bilateraal of EU-kader waar de positie van religieuze minderheden met de Chinese autoriteiten aan de orde komt, nadrukkelijk aandacht wordt gevraagd voor de positie van christenen, inclusief deze groep van ongeveer 80 personen.


1: Reformatorisch Dagblad, 6 maart 2008.