Vereniging Milieudefensie

Milieudefensie roept minister Cramer en Koenders op:

Duurzame biobrandstoffen niet op grote schaal inzetten

Dit opiniestuk is verschenen in de Volkskrant van 1 april 2008

Amsterdam, 1 april 2008. De EU moet niet teveel verwachten van biobrandstoffen, vindt Anne van Schaik. Tref liever maatregelen die het milieu écht sparen.

Alleen duurzame biobrandstoffen inzetten voor bijmengen, betogen minsters Cramer en Koenders in de Volkskrant van 26 maart. Maar door op te leggen dat in 2020 in benzine en diesel 10 procent biobrandstoffen moeten worden bijgemengd, terwijl de bijbehorende duurzaamheidscriteria nog onvoldoende zijn, bevordert de Europese Unie ondertussen ongewild de expansie van destructieve plantages die ten koste gaan van regenwoud en voedselvoorziening.

Cramer en Koenders zien kansen voor ontwikkelingslanden voor de productie van biobrandstoffen. De regering in Indonesië heeft aangekondigd dat ze haar areaal voor biobrandstofgewassen gaat uitbreiden met 6 miljoen hectare tot 2010, anderhalf keer Nederland. Lokale organisaties komen tegen deze uitbreidingen in verzet omdat zij hun toegang tot land, water en voedsel zien verminderen.

Tot nu toe bestaat het grootste gedeelte van biobrandstoffen uit eetbare oliën als koolzaad. Ook palmolie wordt in toenemende mate bijgemengd. Deze gewassen kunnen ook voor voedsel worden ingezet, maar omdat ze in de tank worden gestopt moet er elders meer voedsel verbouwd worden. De EU legt nu al groot beslag op landbouwgrond in ontwikkelingslanden, voor soja, maar ook voor hout, palmolie en andere oliën. Door de volumedoelstelling zal dit beslag alleen maar groter worden. Hier bovenop komt de stijgende vraag naar eetbare oliën voor voedsel in de opkomende economieën, zoals India en China. Is het dan verstandig voedselgewassen in onze tank te stoppen?

Volgens het Milieu en Natuurplanbureau (MNP) is een areaal van 20 tot 30 miljoen hectare nodig om de volumedoelstelling van 10 procent te halen. Dat is 5 tot 7 keer Nederland. Het MNP verwacht dat om de volumedoelstelling te halen 50 procent van de biobrandstoffen van buiten Europa moeten worden geïmporteerd.

De voorstellen van de Europese Commissie bieden geen garantie bieden op duurzaamheid. De definitie van bossen van de Commissie laat een heleboel bos buiten schot. Het voorstel van de Commissie zou op z'n minst moeten verwijzen naar het High Conservation Value Forest (HCVF). Dan worden ook water, grond, andere ecosysteemfuncties en belangrijke sociale functies van bossen meegenomen. De Commissie kiest voor een certificeringssysteem waarmee je niet zeker weet of de producten die als duurzaam worden aangemerkt ook daadwerkelijk duurzaam zijn gemaakt, omdat de grondstoffen worden gemengd met niet duurzaam materiaal.

Een aantal belangrijke zaken die wel in de Cramer criteria staan, staan niet in het voorstel van de Commissie, zoals verschuiving in voedselprijzen en landgebruik, de impact van biobrandstof-productie op biodiversiteit, waterbronnen, water en grondkwaliteit. Over deze zaken moeten de lidstaten rapporteren. Het is echter volstrekt onduidelijk wat de opvolging is van deze verslaglegging. Wat gebeurt er als blijkt dat waterkwaliteit daalt, of dat biodiversiteit wordt aangetast? De lidstaten mogen in het huidige voorstel van de Europese Commissie geen strengere eisen stellen dan de duurzaamheidscriteria van de Commissie.

Niet alle biobrandstoffen zijn slecht. Er zijn wellicht goede kansen voor biobrandstoffen uit residuen, afval en algen. Daarin moet worden geïnvesteerd. Maar laten we wel realistisch blijven. De hoeveelheden die we kunnen produceren zijn vooralsnog klein. Bovendien is de energetische waarde van biomassa bij inzet voor elektriciteit veel hoger dan voor brandstof. Beter gezegd: als je klimaatwinst wilt halen moet je duurzame biomassa voor stroom gebruiken, niet voor brandstof.

Als Europa de CO2-uitstoot omlaag wil brengen kan ze ook andere maatregelen nemen waarmee veel milieuwinst geboekt kan worden. Zoals ervoor zorgen dat de olie-industrie haar productieproces moet opschonen. Als de vier grootste oliebedrijven in Europa bijvoorbeeld stoppen met het affakkelen van gas, veroorzaakt dat al een CO2-besparing van 5 procent. Ook met het stellen van eisen aan de CO2- emissies van personenauto's, lagere maximumsnelheden, het terugdringen van autoverkeer en verbetering van het OV valt nog veel CO2-winst te boeken.

Milieudefensie is voor verdere ontwikkeling van de technologie van biomassa en biobrandstoffen. Maar de organisatie ondersteunt niet de bijmengverplichting van 10 procent biobrandstoffen in 2020, omdat biobrandstoffen op een dergelijke schaal niet duurzaam geproduceerd kunnen worden en sluitende criteria vooralsnog ontbreken. De politiek doet hier denken aan de Betuwelijn: ondanks alle waarschuwingen gewoon je plan doorzetten en achteraf beteuterd naar de rekening kijken. Laat Koenders en Cramer maatregelen nemen waarmee wel klimaatwinst wordt geboekt in plaats van achter spoken aan te jagen zoals ze nu doen.

Anne van Schaik is campagneleider bij Globalisering en Milieu van Milieudefensie