Bouwmeester over illegale (commerciële) drankketen

Antwoorden op kamervragen van Bouwmeester over illegale (commerciële) drankketen

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2833114


1 april 2008

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Bouwmeester (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over illegale (commerciële) drankketen (2070811550).

Hiermee wordt tevens gevolg gegeven aan de tijdens het AO over tabak van 3 juli 2007 gedane toezegging dat ik de Kamer zal informeren over de resultaten van de handhaving van hokken en keten.

Vraag 1.
Hebt u kennisgenomen van het artikel "Vrij baan voor drankkeetjes"?

Antwoord 1.
Ja.

Vraag 2.
Hoe beoordeelt u de stelling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), dat er bij de proef van de VWA geen gemeenten waren die wilden meewerken aan het aanpakken van zuipschuren? Klopt dit? Zo ja, wat is hiervan volgens u de oorzaak? Is er een evaluatie van de proef beschikbaar, en bent u bereid deze aan de Kamer te sturen?

Antwoord 2.
Nee, dit klopt niet. Er zijn gemeenten die hebben aangegeven te willen meewerken aan de aanpak van drankketen. Tot op heden heeft de VWA echter nog geen kans gezien om in samenwerking met een gemeente daadwerkelijk op te treden tegen een hok of keet. Als oorzaak daarvoor kan worden gewezen op de politieke commotie die het aan de orde stellen van het probleem bij gemeenten tot gevolg heeft gehad, gelet op de verschillende facetten van het probleem, zoals de jeugdopvang en het beleid van de omringende gemeenten. Hierdoor hebben de inspanningen van de VWA tot nu toe nog niet de `best practices' opgeleverd die kunnen worden gebruikt om hokken en keten aan te pakken. Wij zullen ons in de komende maanden nogmaals stevig inzetten om een aantal gemeenten deel te laten nemen aan de proef. Daartoe zullen de komende tijd verschillende gemeenten worden benaderd, die nadrukkelijk hebben aangegeven iets te willen doen aan de problematiek rond alcohol en jongeren.

Mocht medio 2008 blijken dat er - ondanks de inspanningen van de betrokken ministeries en de VWA - geen zicht is op een doorstart van de proef van de VWA, dan zal de VWA de opdracht krijgen eigenstandig de hokken en keten aan te pakken. Het instrumentarium daartoe is toereikend.

Er is nog geen evaluatie van de proef beschikbaar. Wel heeft de VWA een overzicht opgesteld van de contacten die zij in dit kader met ruim 20 gemeenten heeft gehad.

Vraag 3.
Klopt het dat sommige gemeenten vrezen dat de openbare orde in het gedrang komt als ze de drankketen en drankhokken van de jeugd sluiten? Deelt u de mening dat dit geen reden is om overmatig zuipen in keten daarom toe te staan? Zo ja, ziet u voor uzelf een rol weggelegd om mee te denken over alternatieven voor de jeugd, of beschouwt u dit als een lokaal probleem?

Antwoord 3.
Ja, gemeenten hebben dit inderdaad aangegeven. Maar dit is nog geen reden om illegale horeca in keten toe te staan of te gedogen. Natuurlijk zijn wij bereid om mee te denken over alternatieven voor de jeugd.

Vraag 4.
Deelt u voorts de mening dat overmatig alcohol drinken (in keten) een probleem is voor de volksgezondheid, en overlast oplevert, en dat er daarom een aanpak nodig is die op beide elementen is gericht?

Antwoord 4.
In sommige onderzoeken werd geen directe relatie tussen overlast en drankgebruik in hokken en keten aangetoond. In andere publikaties wordt juist wel geconstateerd dat er in algemene zin een relatie is tussen overmatig drankgebruik en alcoholgerelateerde overlast. Dat overmatig alcoholgebruik ook negatieve gevolgen heeft voor de volksgezondheid is al zeer lang aangetoond. In onze brief van 20 november 2007 gingen wij daarop in. In veel keten is er sprake van overmatig alcoholgebruik, juist ook door jongeren onder de 16. In dat kader is het dan ook niet raadzaam om dergelijk gedrag te tolereren in keten, waar geen toezicht is op de naleving van de leeftijdsgrenzen, e.d.
Gelet op het bovenstaande zijn wij dan ook met u van mening dat de aanpak zich zal moeten richten op de elementen volksgezondheid en overlast.

Vraag 5.
Hoe beoordeelt u de keuze van de VWA om illegale commerciële keten tot prioriteit te benoemen?

Antwoord 5.
Wij zijn van mening dat de VWA terecht prioriteit legt bij de aanpak van illegale commerciële keten.

Vraag 6.
Welke mogelijkheden ziet u om gemeenten te ondersteunen in het aanpakken van keten op privéterrein?

Antwoord 6.
In principe zijn er voldoende juridische mogelijkheden om keten op privéterrein aan te pakken. Artikel 42 Drank- en Horecawet zegt immers dat de toezichthouders bevoegd zijn zonder toestemming van de bewoners een woning binnen te treden, waar bedrijfsmatig of tegen betaling ("anders dan om niet") alcoholhoudende drank aan particulieren wordt verstrekt of waar redelijk vermoeden bestaat dat zodanige verstrekking plaatsvindt. Overigens is hiervoor altijd een machtiging van de burgemeester, een advocaat-generaal van het gerechtshof of een Officier van Justitie vereist, conform de bepalingen van de Algemene wet op het binnentreden.

Vraag 7.
Hoeveel illegale keten zijn er sinds welke datum bij de VWA bekend? Hoeveel keten zijn de afgelopen 2 jaar gesloten? Hoe vaak is het advies tot sluiting van de VWA overgenomen en hoe vaak niet?

Antwoord 7.
De VWA heeft STAP (Stichting Alcoholpreventie) opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar de websites van hokken en keten, teneinde een scherper beeld te krijgen van de aard en omvang van de wat grootschaliger hokken en keten. In november 2005 was dit overzicht gereed. Er zijn toen 442 websites gesignaleerd, waarvan er 60 zijn gekenschetst als een grote keet. Het ledenaantal is dan gemiddeld 24. Het is niet bekend hoeveel hokken en keten de afgelopen twee jaar zijn gesloten. De VWA heeft met ruim 20 gemeenten contacten gelegd, zonder dat dit tot sluiting van een hok of keet heeft geleid.