Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070816440

Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Van Bijsterveldt-Vliegenthart, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het ontleden van dieren in het middelbaar onderwijs. (Ingezonden 3 april 2008)


1
Kunt u aangeven op hoeveel middelbare scholen in Nederland practica plaatsvinden waarbij dieren worden ontleed? Zo neen, bent u bereid een inventarisatie uit te voeren om deze gegevens te verkrijgen? 1)


2
Op welke gronden concludeert u dat de practica een belangrijke functie vervullen bij de oriëntatie op vervolgopleidingen? Kunt u aangeven voor welk deel van de leerlingen dit geldt?


3
Kunt u aangeven op basis waarvan u constateert dat de anatomische practica zorgvuldig worden uitgevoerd door scholen en hoe het toezicht hierop is vormgegeven?


4
Kunt u aangeven wat u bedoelt met `emotionele aspecten' waaraan aandacht zou worden besteed bij de anatomische practica? Op welke wijze wordt dit geregistreerd als niet bekend is op welke schaal de practica plaatsvinden?


5
Deelt u de mening dat de ethische aspecten van het ontleden van dieren aandacht moeten krijgen wanneer leerlingen aan anatomische practica moeten deelnemen? Zo ja, op welke wijze bent u voornemens scholen te stimuleren de ethische aspecten van dierproeven te behandelen tijdens de lessen biologie of maatschappijleer? Zo neen, waarom niet?


6
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is rondom uw toezegging om na te gaan of alle wo- en hbo-instellingen actief invulling geven aan het artikel uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) dat stelt dat vrijstellingen moeten worden verleend aan gewetensbezwaarden? 1)


1) Aanhangsel Handelingen nr. 1848, vergaderjaar 2007-2008
2) Brief van de minister van OCW; 30800 VIII, nr.144