Provinciaal onderzoek weidevogelgebieden
In de maanden april en mei en de eerste helft van juni gaan
medewerkers van bureau Altenburg & Wymenga en SOVON in opdracht van de
provincie Overijssel weidevogels tellen bij Kampen, Zwolle en Den Ham.
Om de achteruitgang van weidevogels te stoppen stimuleert de provincie
Overijssel boeren om hun grasland op een weidevogelvriendelijke manier
te beheren. Dit gebeurt zowel via meerjarige contracten als via
éénjarige overeenkomsten (koplopercontracten) met de boeren. De
komende jaren gaat de provincie in plaats van individuele contracten
met boeren over op het sluiten van gebiedscontracten in de zogeheten
weidevogelkerngebieden in Overijssel. Daarvoor wil ze actuele
informatie hebben over de aantallen en verspreiding van weidevogels én
het broedsucces in de belangrijkste weidevogelgebieden. De provincie
laat daarom in 2008 in enkele gebieden onderzoek uitvoeren. Het gaat
om de polder Mastenbroek, Grafhorst en Kamperveen nabij Kampen; delen
van de Baarlingerpolder, de Noorderpolder en het Leeuwterveld in
Noordwest-Overijssel; de Tolhuislanden e.o. ten noorden van Zwolle en
om delen van de Hammerflier/Munnikermaten bij Den Ham.
Het onderzoek wordt vooral vanaf wegen en dijken uitgevoerd. Via
waterschapsleidingen en andere grote waterlopen maken de onderzoekers
soms insteken in het boerenland. In matig ontsloten gebieden, zoals de
polder Mastenbroek, zullen de onderzoekers insteken moeten maken via
boerenerven en kavelpaden. Daarvoor zullen ze altijd toestemming
vragen aan de grondgebruikers. De provincie Overijssel rekent op
begrip en medewerking van de grondgebruikers. Het gaat om een algemeen
belang: het behoud van weidevogels in het boerenland. Bovendien kunnen
ook boeren profiteren van het beleid, boeren die een
beheersovereenkomst sluiten krijgen daarvoor een vergoeding.
Wie meer wil weten over het onderzoek kan contact opnemen met
p.t.den@overijssel.nl of gj.gerritsen@overijssel.nl
Provincie Overijssel