Meer inzicht in worminfecties bij pluimvee 4 apr 2008

Onderdeel: Animal Sciences Group

De ontwikkeling van wormeieren tot infectieuze eieren wordt vooral beïnvloed door temperatuur, vochtigheid en beschikbaarheid van zuurstof. Dat blijkt uit een literatuurstudie van de Animal Sciences Group (ASG) van Wageningen UR naar worminfecties bij legpluimvee in opdracht van het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE). Â

In het algemeen kunnen wormeieren, onder gunstige omstandigheden en afhankelijk van de soort, maanden en soms jaren besmettelijk blijven. Preventieve maatregelen voor het beperken van een wormbesmetting zijn o.a. een wormvrije opfok, opgedroogde stal voor opzet van de kippen, hittebehandeling tijdens leegstand of behandeling van de oppervlakten met kalk. Door het regelmatig verwijderen van strooisel kan men de wormbesmetting mogelijk beheersen. Het strooisel behandelen met het middel Stalosan lijkt te leiden tot minder infectieuze eieren en een vertraagde ontwikkeling. Bloedonderzoek kan in de toekomst leiden tot vroegtijdige diagnose van een wormbesmetting.

ASG heeft in dit onderzoek gekeken naar de grote spoelworm, de kleine spoelworm, de haarworm en de lintworm. Onderzoeker Thea Fiks: âDe pluimveesector ondervindt al langere tijd de nadelen van worminfecties. De aanwezigheid van grote aantallen wormen kan leiden tot aantasting van de gezondheid van de hennen, waardoor ook het welzijn en de productie kunnen verminderen.â Worminfecties kunnen onder andere leiden tot gewichtsverlies, afname van de eiproductie, diarree en ontstekingen van het maagdarmstelsel.

Bekijk hier rapport 96 âLiteratuurstudie naar wormen bij legpluimveeâ.

Contact
Thea Fiks
Tel. 0320 - 293 549
thea.fiks@wur.nl

Hans Spoolder
Tel. 0320 - 293 532
hans.spoolder@wur.nl