03 april 2008 - kamerstuk
Antwoorden op Kamervragen over geweld tegen vrijwilligers van dierenambulances
Directie Landbouw
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
11 maart 2008 2070814400
DL. 2008/777
3 april 2008
onderwerp bijlagen
Kamervragen over de toename van
geweld tegen vrijwilligers van
dierenambulances
Geachte Voorzitter,
Bij deze doe ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK), de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de toename
van geweld tegen vrijwilligers van dierenambulances.
1
Kent u het bericht `Agressie tegen dierenambulance'? Deelt u de mening dat het hier gaat
om een zorgwekkende ontwikkeling?
Ja. Het is inderdaad een zorgwekkende ontwikkeling.
2
Kunt u uiteenzetten welke factoren ten grondslag liggen aan de toenemende verharding
richting (dieren)ambulancepersoneel? Zo neen, waarom niet?
Geweld en verharding worden in het algemeen veroorzaakt door een combinatie van
factoren, waarbij onder meer te denken valt aan de individuele gesteldheid, de sociale en
de fysieke omgeving. Daarnaast is er sprake van een algemene tendens van verharding in
de samenleving. Er is geen onderzoek gedaan specifiek gericht op de factoren die ten
grondslag liggen aan de toenemende verharding richting dierenambulancepersoneel.
Geweld is onacceptabel en dit kabinet pakt onder meer in het project `Veiligheid begint bij
voorkomen' dit brede maatschappelijke probleem aan.
3
Kunt u uiteenzetten of het huidige beleid afdoende bescherming biedt tegen belediging,
agressie, bedreiging en stress bij het verlenen van hulp aan dieren? Zo ja, hoe verhoudt dit
zich tot het toegenomen aantal meldingen van (verbaal) geweld? Zo neen, bent u bereid
om uw beleid hier op aan te passen?
Het voorkomen en bestrijden van belediging, agressie, bedreiging en stress waarmee
werknemers bij hun werkzaamheden geconfronteerd worden, heeft de aandacht in
bovengenoemd project.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
3 april 2008 DL. 2008/777 2
Er wordt vanuit de rijksoverheid geen specifiek beleid gevoerd om dierenambulance-
personeel bij het verlenen van hulp aan dieren tegen belediging, agressie, bedreiging en
stress te beschermen.
4 en 7
Deelt u de mening dat medewerkers van dierenambulances, evenals medewerkers van
politie, brandweer en ambulances, gebaat zijn bij een cursus `omgang met stress en
agressie op het werk'? Zo ja, bent u bereid hier beleid voor te ontwikkelen? Zo neen,
waarom niet?
Deelt u de mening dat, evenals medewerkers van dierenambulances, medewerkers van
dierenasielen baat hebben bij opleidingen en cursussen op het gebied van paraveterinaire
hulpverlening en de omgang met agressie en stress op de werkvloer? Zo ja, bent u bereid
om dergelijke opleidingen voor medewerkers van dierenasielen te faciliteren? Zo neen,
waarom niet?
Dierenambulanceorganisaties en dierenasielen zijn - in tegenstelling tot de brandweer en
dergelijke - private instellingen en zijn zelf onder andere verantwoordelijk voor de eigen
arbeidsomstandigheden en opleiding van hun medewerkers, waaronder ook eventuele
trainingsmogelijkheden met betrekking tot het leren omgaan met agressie en stress op
het werk. Ik kan mij voorstellen dat een dergelijke cursus dierenambulance- en dieren-
asielmedewerkers zou kunnen helpen beter om te gaan met gevallen van stress en
agressie op het werk. Ik ben niet voornemens hiervoor specifiek beleid te ontwikkelen.
Ik heb eerder in de Nota dierenwelzijn toegezegd de opzet van een specifieke cursus voor
medewerkers op dierenambulances te willen financieren ter stimulering van de professio-
nalisering van dierenambulances.
5
Bent u bereid om de dierenambulance hiervoor structurele financiële ondersteuning te
bieden, mede gelet op het feit dat zij een gemeentelijke taak uitvoeren? Zo ja, op welke
wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Ik ben niet van plan om dierenambulanceorganisaties voor een dergelijke cursus
structurele financiële ondersteuning te geven, omdat het private instellingen zijn die een
eigen verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van het genereren van financiële
middelen. Voorts zijn voor de uitvoering van gemeentelijke taken gemeenten
verantwoordelijk.
6
Deelt u de mening dat ook bij dierenasielen sprake is van verschillende maten van
georganiseerdheid en professionaliteit en dat de kwaliteit en uniformiteit van handelen
van het personeel hierbij belangrijk is? Zo ja, op welke wijze wilt u zich inzetten voor het
verbeteren van de zorg en kennis bij dierenasielen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
3 april 2008 DL. 2008/777 3
Dierenasielen waar honden en katten worden opgevangen, vallen onder de reikwijdte van
het Honden- en kattenbesluit. De beheerder van het asiel dient te beschikken over een
vakbekwaamheidsdiploma en het asiel dient te voldoen aan de voorschriften in het
Besluit, hetgeen randvoorwaarden schept voor een bepaald niveau van zorg en kennis.
Evenals voor iedere andere organisatie geldt ook voor dierenasielen dat de georganiseerd-
heid en professionaliteit per geval kunnen verschillen en dat de kwaliteit en uniformiteit
van handelen van het personeel hierbij van belang zijn. Bij de totstandkoming van
certificatieschema's voor asielen waar honden en katten worden opgevangen, zal
aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de asielen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit