Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ministerte van Verkeer en Waterstaat

De pk. voorzitter vJn het Overleg Orgaan
Goederenvervoer
mr. F.J.D VViegcrink
Postbus 20901
2500 EX DEN HAAG

Conr.açtpersocn
Dah.lrr:
Ons kenm~rk Uw kenmerk DGTL-2008Î1325
Ondz:r'Neip
Rapport 8eieidsbrief Zeevaart, "Verantwoord varen en een vitale v!oot". Geachte heer Wiegerink,
Hierbij iaat ik u weten dat ik kenni, heb gcnryrnen van het door u opgestelde ·. Rapport Beleidsbrief Zeevaart". Ik dank de OGV voor de gepieegdc inspilnn'ng Het doet mij genoegen te vernemen dat de geconsulteerde stakehoiders in algemene zin positief hebben gereageerd en hun waardering hebben uitgesproken voor de uitgezette koers en de integrale aanpak van de beleidsbnef zeevaart. Met dele waardering voor de beleidsbrief constateer ik dat er een breed draagvlak bestaat voor het uitvoeren van de concrete maatregelen, waarmee knelpunten kunnen worden aa.ngepakt. In U'N raopmt 'wordt ingegaan op een aantal specifieke deelgebieden. Onderstaand treft u mijn reactie daar op aan, waarbij ik opmerk dat vrijviel alie door de stakeholders opgebrachte punten reeds zijn verwerkt in de beleidsbrief. Ik zal puntsgevvijs de gemaakt opmerkingen op de deelgebieden weergeven en daarbij aangeven op welke wijze deze in de tekst van de beleidsbrief zijn geadresseerd. Fiscale maatregelen
In de beleidsbrief worden in aanvulling op de reeds bestaande fiscale maatregelen twee nieuwe fiscale maatregelen geïntroduceerd, die zo wijst· onderzoek uit, een bijdrage leveren aan de aa.ntrekkelljkheid van Nederland ais vestigingsland VOQr zeevilartondernerningen. Dit zijn ten eerste de verlaging van de tonnage belasting voor grote schepen en ten tweede voor scheepsmanagement. Ik wil daar aan toevoegen dat: de overheid met de reders in gesprek is over de Interpretatie van de uitvoeringspraktijk. Tevens wil ik m.b.t. de concurrentiepositie van de ~~ederlandse reders wijzen op een Pc.~dre$ Postbus 20901 2500 EX Den Ha\1g T'Ieioon 070 . 351 6171 ilelOekadre:s P!esrnanwl'g 1-0 2597 JG Den Haag Fax O'7{} - 351 7895 Internet wwrv verKceren'o-vaterstaat nl

DGTL-2008/1325

onderzoek dat thans wordt uitgevoerd naar het lever playing fjeld en waarbij ook naar de afdrachtvcrmindering wordt gekeken.
M.b.t. de '/llens van de vlsserijsector om eveneens gebruik te mogen maken van de fiscale maatregelen kan ik kortheidshalve volstaan met het reit dat de Europese Commissie in de richtsnoeren voor staatsteun aan de zeevaartsector de visserijsector heeft uitgesloten. Versterking arbeidsmarkt en de vergroting van de inst.room in het nautisch onderwij5 In de beleidsbrief zeevaart wordt uitvoerig stil gestaan bij de situatie op de maritieme arbeidsmarkt. De oomerkingen die op dit terrein door de deelnemers zijn gemaakt kan ik met instemming begroeten. Ook de daarin genoemde eigen verantwoordelijkheid van de sector juich ik toe en acht ik ook noodzakelijk. In dit kader wil ik graag refereren aan het aanbod van de waterbouwers hun kennis en expertise op dit terrein beschikbaar te stellen voor de gehele maritieme duster en de activiteiten van de reders en vakbonden in de Task Force Arbeidsmarkt Zeevarenden.
De maatregelen in de beleidsbrief zijn enerzijds tocge5pitst op het vergroten van dc instroom in een kwalitatief hoogwaardig nautisch en maritiem onderwijs, anderzijds het aantrekkelijk maken en houden van het maritieme beroep aan boord van schepen. Verkeer en Waterstaat speelt een actieve rol in de reievante overlegorganen op dit terrein. Ik stel vast dat ik vanwege die actieve opstelling grotendeels tegemoet kom aan de wens tot meer coördinatie vanuit mijn departement. !Vlet betrekking tot de wen5 van de visserijsector tot het bcsch:kbaar stellen 'Jan fondsen ten behoeve var. het versterken van de samenwerking in het maritieme onderwij:l, wil ik verwijzen naar de acliviteiten die onder auspiciên van de Stichting Nederland Maritiem land in het project human Capital Roadmap 11 worden uitgevoerd. Daar wordt de visserijsector bjj betrokken. De Nederlimdsc inzet bij het opstellen van mondiale en Europese regelgeving, is er op gericht dat onnodige criminarsering van zeevarenden wordt voorkomen. Ik deel tevens de mening dat er bij securityrnaatrcgelen oog moet zijn voor de belangen van de zeevarenden. Security-maatregelen kunnen namelijk grote imp Er zijn mij geen Signalen bekend dat de beloning van zeevarende een knelpunt zou zijn in de context van de huidige, maritieme, arbeidsmarkt problematiek Onderzoek heeft uitgewezen dat een verhoging '/0\0 de beloning voor een zeevarende zelf nauwelijks effectief is in relatie tot de doelen van het zeevaartbe!eid Een extra fiscale maatregel specifiek ten voordele voor de zeevarenden zelf leidt volgens dat onderzoek niet tot een substantiële vergroting van de werkgelegenheid voor zeevarenden. Hiervoor zijn andere instrumenten nodig zoals ((1 de beleidsbrief aangegeven. Ook lal de Task Force Arbeidsmarkt Zeevarenden (TAZ) in de komende maanden met initiatieven op dit terrein komen. Samen-.'Verking tussen a!le betrokkenen is op dit dossÎer noodzaak. Totstandkoming /mUficèring van verdragen.
Het doel Viln het nieuwe VN- Verdrag zeevcrvoeroverenkomsten (ter vervanging van huidige Hague-, Hague..Vrsby- en Hamburg-wies) Îs om de voortgaande verbrokkeling en
---

DGTL-2008/'1325

disharmonisatie op het gebied van het zeevervoerscontrad met stijgende kosten voor gebruikers en sterk verminderde efficiëntie in het internatîonale zeevervoer tegen te gaan, Door het nieuwe verdra,g zal naast de verdere ontwikkeling van internationaie handel en vervoer worden voorzien in een betere mondiale economische infrastructuur, In tegenstelling tot hetgeen door de verladers wordt aangegeven beoordeel ik de huidige concept verdragtekst. iNc!ke uiteraard een internationaal compromis is, als positief Ten aanzien van de ratificatie van het IMO-verdrag voor bemannings- en opleidingseisen voor de zeevisserij (STCW-F) zal in overfeg met sociale partners een standpunt worden bepaald
Verhoging van de Jengtegrens bii vriistellil1g loodspfichL Het ingezette beleid van flexibilisering van de loodsplicht 't-JOrdt voorgezet. Momenteel wordt met de voor de veilige en viotte afwikkeling van de scheepvaart verantwoordelijke Rijkshavenmeesters bezien op welke' wijze binnen de geldcnd(~ veillgheid5kaders tot een verdere f1exiblliscring kan worden overgegaan.
Internationale ",1I1scherping van emissienorrnen, reductie van broeikassen en cfassificaUe van biobrandstoffen
Met tevredenheid stel ik vast dat de deelnemer5 de aangekondigde maatregelen op dit terrein orrderschrijverL tv\,b.t. de gemaakte opmerking dat er meer balans in de beleidsbne'i zou moeien worden gebracht tussen verontreinigIng naar lucht en water wil ik opmerken dat er, op b,1Sis Vii.r1 in de beleidsbrief opgenomen onderbouwingen, een grotere "sense of urgency " bestaat 001 iets te doen op het terrein van luchtemissies Overigens heeft het beleid op de lozingen naar het water ook de nodige aandacht zoals u in de beleidsbrief kunt lezen, Ten aanzien van de wens om een meer ambitieus geformuleerde vermindering van de uitstoot naar de NOX-emiss:es, wH ik verwijzen naar de beleidsbrief daar waar de Nederlandse opstelllng mede ten doei heeft de luchtverontreiniging door de zeevaart in stedelijke gebieden te verrninderefL ik WI! hierbij benadrukken dat de ~~cderland$e inzet op dit terrein zeer ambitieus is, invoeren 'Ian differentiatie van havengelden naar milieupreslatics. Er worden duideiijke eisen om 'foor korting op haventar;even in aanmerking te komen gemist. Ik kan daarop aangeven dat vooruitlopend op aanscherping van de intern Met betrekking tot de gemiste aamjacht voor het probleem van de toenemende hoeveelheid piastic dit' overboord wordt gegooid, wil ik verwijzen naar de iopende besprekingen in de UI/IO op d,t terrein waar Nederland aan deelneemt en naar di' firlélnClêle ondersteuning die vanuit mijn departement in het kader van het mi1ieubcvvustzijn voor zeevarenden tot 2011 beschikbaar wordt gesteIc!
---

DGTL-2008/1325

In ernationale voorschriften gf:richt op het verantwoord slopen van schepen. Met u ben ik van menmg dat het slopen van schepen niet naar Europa moet worden gehaald Het uitgangspunt blijft de vervuiler betaalt Het van oVt:rheidswege financieel onderste ncn van het slopen van schepen stemt n:et overeen met dit uitgangspunt. Wel heeft Nederland binnen die randvoorwaarde aan de Europese Commissie gevraagd onderzoek naar een "s!oopfonds"or ,~cn omslagsysteem te laten onderzoekf'!) De visseriJ sector mi'i/ in de Beleidsbrief Guardians of the Sea. ik heb kennis genom",n van dit EU-project maar ik acht het, gelet op de verantwoordelijkheden van het ministerie van LNV op dit terrein, niet op mijn weg liggen in deze brief over het zeevaartbeleid daar uitwerking aan te ge'/en. A1cer centraal stellen van risico-anafyses in het befeid Er wordt aandacht gevraagd om dergelijke risico-analyses meer wetenschappelijk te onderbouwen, Ik dec! de mening dat de baSIS van en dergelijk beleid goed en wetenschappelijk moet zijn onderbouwd In dc beleidsbrief is dan ook ecn belangrijke rol weggelegd voor de kcnnisinstel!ingen op dit terrein. Extra .aandacht 'loor het sjorren van containers
Met het toenemende scheepvaartverkeer en de g100tte van containerschepen wordt het sjorren van containers belangrijker. lk ben verheugd te mogen constateren dat dit aspect in het nautisch onderwijS middels een opleiding en certificering specifieke aandacht krijgt naast de aandacht die in de beleidsbrief op dit terrein aan handhaving en onderzoek wordt gegeven.
Terugdringen van ongevallen mei visseri;schepen.
Het ondeF\vijsve!d stelt dat een kader voor de zecvÎsvaarhchollrlg ontbreekt en toelicht daarop wordt gemrst In de beleidsbrief 't/ardt aangegeven dat tussen de betrekken overheidsinstanties nadere afspraken zullen worden gemaakt over het toezicht op de kvvaliteit van het zeevaartonderwijs, Hier vait het zeevisvaartonderwijs ook onder Zoals bekend worden aan de zeevaart bemanningswet ook beroepsvcreisten voor de zeeVisserij geformuleerd. !k wil hier graag verwijzen naar de "audit" van het Nederlandse zeevaartonderwijs die naar verwachting dit najaar door de EMSA ' Toezicht
Ook hier stel ik met tevredenheid vast dat de deelnemers zich kunnen vinden in de opgenomen doelst(;'!iingen en maatregelen. Het opvoeren van inspecties op het onderwijs vormt onderwerp van gesprek tU5sen de departementen van VenWen OCW. Ik onderschrijf de noodzaak zoals die door het Loodswezen wordt bepleit dat bij het verder uitbesteden van inspectietaken eerst onderzoek naar de marl t voor die taken dient te zijn uitgevoerd

---

DGTL·2008/1325

/I/.eneer Wiegerink, in deze brief ben ik uitvoerig in gegitan op de in uw rapport vermeide punten Jk hoop dat ik daarmee de deelnemers naar tevredenheid heb kunrwn antwoorden. Ik wil hierbij het OVVIf nogmaals dank zeggen voor deze consultatie in h:.'t kader van mijn beleidsbrieF zeevaart
DE STAATSSECRETARiS VAN VERKEER EN W/\TER5TAl\T,
J.e. Huizinga-Heringa


---