Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Met het oog op morgen, Radio 1

Radio / TV-interview | 04-04-2008

VICE-MINISTER-PRESIDENT ROUVOET, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER DE OPRICHTING VAN TROTS OP NEDERLAND EN HET

VERTROUWEN VAN DE BEVOLKING IN DE REGERING NA HET DEBAT OVER FITNA

SCHILHAM:
is de oprichting van Trots op Nederland een aanwinst voor de Nederlandse politiek?

ROUVOET:
Ja, we kennen mevrouw Verdonk natuurlijk al in haar rol als Kamerlid. Sinds gisteren hebben we ook meer een beeld van haar programma dat zij in de Kamer denkt uit te dragen de komende drie jaar.

SCHILHAM:
Is dat een aanwinst?

ROUVOET:
Nou, daar blijkt in ieder geval uit dat een aantal thema's waar ook het kabinet zich druk over maakt, dat mevrouw Verdonk daar ook haar opvattingen over heeft geformuleerd. Belangrijke thema's zoals fileproblematiek en integratie, regeldruk.

SCHILHAM:
Maar ze kiest andere oplossingen dan het kabinet kiest.

ROUVOET:
Op een aantal terreinen zeker wel. Maar goed, daar is het parlementaire debat ook voor, om met elkaar de inhoudelijke discussie aan te gaan over wat ons nu echt verder helpt.

SCHILHAM:
De kwalificaties over haar politieke koers. Het meeste dat je hoort en leest is dat het nationalistisch is en anti-Haags. Zou dat ook uw omschrijving zijn?

ROUVOET:
Ik vind dat ze wel op een aantal punten- neem ontwikkelingssamenwerking- dat het kenmerk wel is dat het erg naar binnen is gericht.

SCHILHAM:
Want daar kan tweederde van af.

ROUVOET:
Dan blijkt in ieder geval dat je heel andere redenen kunt hebben om trost op Nederland te zijn. Ik ben nog altijd trots op Nederland onder andere omdat we waar het gaat om bestrijden van armoede wereldwijd meer doen dan het gewone, om maar eens een mooie Bijbelse uitdrukking te gebruiken.

SCHILHAM:
Maar dat vind u dus een nationalistisch trekje van dit programma?

ROUVOET:
Ik vind het een faliekant verkeerde keuze, ja. Dat zou ik ook echt willen bestrijden. Het is niet iets waar ze de regering aan haar zijde zal vinden. We hebben juist ook deze kabinetsperiode er nog een klein tandje bij gezet om aan de internatonale gerechtigheid- ook waar het gaat om armoedebestrijding- iets extra's te doen. Om dat weg te halen omdat we in Nederland genoeg problemen hebben om het geld daar aan uit te geven vinden we echt een verkeerde keuze.

SCHILHAM:
Maar het anti-Haagse, het afzetten tegen de bestaande partijen en de politieke cultuur?

ROUVOET:
Tegelijkertijd maakt ze er ook deel van uit. Dat is altijd een beetje het ingewikkelde. Dat je je afzet tegen een cultuur - wat dan makkelijk heet de elite- waar je zelf deel van uit maakt.

SCHILHAM:
Maar ze wil het anders, dus dat kan?

ROUVOET:
We zijn erg benieuwd naar de vernieuwing die van mevrouw Verdonk de komende drie jaar uit zal gaan op basis van dit programma. Ze heeft volle vrijheid om haar eigen stijl wat dat betreft ook in het parlement in te brengen. Ik ben zelf niet iemand van de antiverhoudingen, in de zin van anti-Haags of zo. Dit kabinet kiest heel nadrukkelijk voor een regeringscoalitieakkoord om de problemen niet aan te pakken alleen maar vanuit Den Haag, maar juist in samenspraak met de burger. Daar hebben we vorig jaar veel kritiek op gekregen, onder andere van mevrouw Verdonk als lid van de VVD.

SCHILHAM:
Maar ze wil het extremer. Ze wil mensen echt laten meepraten via internet, ook over de inhoudelijke samenstelling van haar programma. Dat gaat verder dan wat het kabinet gedaan heeft met de honderd dagen tour.

ROUVOET:
Ik bedoel eigenlijk meer aan te geven dat het wonderlijk is om kritiek te hebben op het kabinet omdat we te rade gaan bij de samenleving over wat we de komende vier jaar gaan doen...

SCHILHAM:
U zegt dat ze eigenlijk hetzelfde doet en dan nog in heviger mate?

ROUVOET:
Ik probeer me ook wel een beetje voor te stellen hoe dat gaat zo vlak voor een stemming nog zo'n telefonische consultatie hoe te stemmen. Maar op zichzelf de gedachte om goed het oor te luisteren te leggen bij de samenleving is natuurlijk niet verkeerd. Dat doen wij als kabinet dus ook. Ik denk ook wel eerlijk gezegd dat de samenleving ook heel veel belang hecht aan politieke leiders en voorlieden die weten wat ze zelf willen en iet alleen zeggen 'ik weert het zelf niet zo goed, maar wil heel graag weten wat u vindt, tel die stemmen en bepaal dan mijn stemgedrag.' Van politici mag ook eigen visie worden gevraagd. Dat is wat het kabinet voor ogen staat: een duidelijke eigen visie. Maar bij de implementatie daarvan en de uitvoering weldegelijk het oor te luisteren leggen bij de burgers. Daar doen we het ten slotte voor.

SCHILHAM:
Dan even naar die andere politicus die zich tegen de Haagse cultuur en mores keert: Geert Wilders. Hoe keek u in het kabinet vandaag terug op dat bizarre debat van deze week dat eigenlijk eindigde in een situatie waarin het kabinet en Wilders tegen elkaar zeiden: U liegt?

ROUVOET:
We hebben nog kort even stil gestaan bij het debat zelf. Dat overigens niet eindigde op de manier zoals u net zegt.

SCHILHAM:
Nou, dat heb ik geloof ik wel gehoord. Wilders zei: kabinet, u liegt.

ROUVOET:
Ja, en diende een motie in. Het debat eindigde erin dat de motie verworpen werd, waarmee de Kamer aangaf het volle vertrouwen te hebben in de weergave van de feiten zoals van de kant van het kabinet ook aangegeven. Door een verwerping van de motie van de heer Wilders was er een hele heldere conclusie van het debat. Zo gaat het ook in een parlementair debat. Dat is gestoeld op de vertrouwensregel.

SCHILHAM:
Het ging over de vraag of Wilders eind vorig jaar het kabinet al heeft ingelicht over de inhoud van zijn film.

ROUVOET:
Ja, en er is een verschil in positie. De regering heeft de feiten laten spreken, met instemming van de heer Wilders een verslag openbaar gemaakt. De heer Wilders kon zijn stelling dat het gelogen was niet onderbouwen. Diende wel een motie in, waarin hij zei dat de regering ernaast zat en moest vertrekken. De Kamer heeft - met uitzondering van de fractie van de heer Wilders- die motie verworpen, daarmee volle steun gevend aan de positie van het kabinet.

SCHILHAM:
Maar het kabinet krijgt niet zoveel steun vanuit de samenleving. Eenderde van de mensen denkt dat het kabinet niet eerlijk is geweest.

ROUVOET:
De waarheid wordt niet vastgesteld door opiniepeilingen. Het geeft ons wel natuurlijk ook reden tot zorg dat er kennelijk ook nog wel zo'n kloof tussen de politiek en de bevolking bestaat dat er toch een soort van structureel afwerende reactie tegen de politiek en ook het kabinet zit, zo van: ze zullen er wel naast zitten, andere redeneren hebben gehad.

SCHILHAM:
Dat lijkt me reden tot zorg?

ROUVOET:
Ja, dat trekken we ons aan. Dat is ook reden om onverminderd door te gaan met het werken aan herstel van vertrouwen. Dat is dus een opgave voor de hele politiek, maar ook voor het kabinet. We hebben daar onze voornemens voor vastgelegd in het coalitieakkoord. Daar hebben we echt een hele hijs aan. Maar dat betekent dus dat we niet moeten navelstaren. Dat zou ik nu Haags gedoe noemen. Dan blijf je kijken naar welles-nietes. Het is een duidelijk feitenrelaas. Daarvan hoeft aan de betrouwbaarheid niet te worden getwijfeld. Dat heeft de Kamer gesteund. Daarmee is die kous af. Dat betekent dat we met volle vaart verder moeten werken aan de opgaven waar we voor staan. Precies die problemen die mensen zorgen baren. Die los je niet op door mensen tegenover elkaar op te zetten, door alle problemen één op één te koppelen aan bepaalde religieuze groeperingen, maar doorbondgenoten te zoeken die je zouden kunnen helpen in het realiseren van je doelstellingen.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)