Overheid legt verantwoordelijkheid gezond gedrag te veel bij...
De overheid legt de verantwoordelijkheid voor gezond gedrag te veel
bij het individu. Overheden hebben de taak om risicofactoren in de
omgeving van kwetsbare groepen te beperken, bijvoorbeeld door middel
van verkooptijden, leeftijdsgrenzen of preventie. Dit is het pleidooi
van prof. dr. Dike van de Mheen onlangs tijdens haar oratie bij het
accepteren van de bijzondere leerstoel `Verslavingsonderzoek' aan het
Erasmus MC, ingesteld door de Stichting Volksbond Rotterdam.
Pleidooi
Van der Mheen is tevens directeur van het IVO, wetenschappelijk bureau
voor onderzoek naar leefwijzen en verslaving. Haar pleidooi is vooral
gericht op de omgeving van verslaafden en van jongeren. Aanvullend op
de eigen verantwoordelijkheid van deze groepen, is ook de maatschappij
verantwoordelijk om hen te helpen. Omgevingsfactoren als werkloosheid,
armoede en woonsituatie zijn immers ongelijk verdeeld over
bevolkingsgroepen. Hier heeft het individu geen of weinig invloed op.
Zorgen
De overheid moet daarom de toegankelijkheid van middelen als alcohol
en tabak beperken. Bovendien moet ze de mogelijkheden tot risicogedrag
reguleren, zoals de toegang tot gokautomaten en het aanbod van
computergames. Ook bij jongeren zouden beleidsmaatregelen meer en
strenger moeten worden toegepast. Nederlandse jongeren drinken en
blowen relatief veel en gebruiken veel middelen als xtc, paddo's en
cocaïne. Dit baart zorgen, omdat het adolescente brein nog niet
volledig is volgroeid en vatbaarder is voor veranderingen. Een
belangrijk positief voorbeeld is het rookverbod per 1 juli 2008.
Wat betreft alcoholgebruik denkt Van de Mheen aan strengere controle
op de huidige leeftijdsgrenzen en verhoging van de leeftijdsgrens van
verkoop van alle alcohol naar 18 jaar. Verder ziet zij in het
drugsbeleid mogelijkheden voor nauwere samenwerking tussen zorg en
repressie. In Rotterdam heeft dat bijvoorbeeld geleid tot een rustiger
straatbeeld.
Publicatiedatum :03-04-2008
Erasmus MC