Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


* http://www.minlnv.nl/pls/portal/url/page/minlnv/actueel/nieuwsitem?p_news_item_id=23192

Toespraak bij de jaarvergadering van de Combinatie van Beroepsvissers

Toespraak | 04-04-2008

Toespraak door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij de jaarvergadering van de Combinatie van Beroepsvissers op 2 april 2008 in De Meern. Gevolgd door uitreiking onderscheiding Beroepsvisser van het Jaar 2008.

Dames en heren,

Hartelijk dank voor uw uitnodiging. Ik ben er blij mee, om meer dan één reden. Eén ervan is de visserij zelf. Die voert mij namelijk direct naar een essentie. De essentie van de mens. Van leven van het land, geven om natuur.

Want, dames en heren, sinds de mens er is, doet hij al in vis. Visvangst is altijd en overal een bron van bestaan geweest. Van Alaska tot Australië. Er is geen cultuur waar je geen vis terugvindt. Bij ons beschikten de Kanninefaten, Bataven en Friezen over de kreken, rivieren en moerassen.

Rond 1860 veranderde dat. Bevolking en steden werden afhankelijker van de industrie. De scheepvaart en vangsttechnieken ontwikkelden zich. Er kwamen steeds meer gebruikers van het water: de industrie, de beroepsvaart, de landbouw... Ook de recreatie-kant kreeg steeds meer betekenis. Vanaf begin vorige eeuw kwam de sportvisserij op. De sportvisserij is uitgegroeid tot een activiteit met veel beoefenaars, en er staat een krachtige organisatie achter.

We bevinden ons vandaag opnieuw in het begin van een tijdperk. We willen een duurzame toekomst voor de generaties na ons. We moeten ecosystemen actief beschermen. Consumenten vragen hoe het zit met dierenwelzijn. Thema's die in het brandpunt van de maatschappelijke belangstelling staan. Net als voedselkwaliteit. Overheid èn consument stellen ook daar - en terecht - hoge eisen aan.

U weet in deze sector als geen ander hoe belangrijk het is om op een goede manier met de natuur om te gaan; maar ook hoe kwetsbaar de natuur is. Daar hoef ik maar één woord bij te noemen: aalstand. Al (te) lang laat de aalstand een drastische achteruitgang zien. Tot op het punt waarop we nu met z'n allen hebben gezegd: het is nu tijd voor maatregelen om er voor te zorgen dat deze vis er ook in de toekomst nog zal zijn. En dus zullen samen met de andere Europese lidstaten maatregelen worden genomen, die uw sector ook zullen raken.

En dan nog zo'n punt met betrekking tot de aal: In een aantal belangrijke visserijgebieden geldt dat de hier gevangen aal meer dioxine bevat dan op basis van de Europese normen is toegestaan. Deze vis kan dus niet meer in de handel worden gebracht; en ook dit raakt uw sector.

Bij elkaar roept dit veel op. Bij u en bij mij. Hoeveel speelruimte is er straks nog voor de sector? Is er economisch perspectief? Ik maak hierover een paar opmerkingen. Sommigen van u zullen hierdoor visserij als bedrijfsactiviteit opgeven. Toch liggen er ook kansen. Ik noem er drie.
* Er is een goede markt voor wilde zoetwatervis. Vis heeft namelijk een uitstekend imago. Het staat voor een gezond menu.
* De interesse voor streekproducten neemt toe. Een snoekbaars, gevangen in het Tjeukemeer, staat bij de bewuste consument hoog genoteerd. Zeker als hij samen gaat met groenten van boeren uit Friesland.
* De watervervuiling uit de jaren zestig en zeventig is teruggedrongen. Daar vaart de visstand wel bij.

Maar...geen vis zonder graat. U heeft er iets bij nodig, namelijk goed ondernemerschap. Goed ondernemerschap betekent onder andere: vooruitzien, flexibiliteit en doen! Net als regeren: kansen zien en kansen benutten door stappen te zetten. En risico's durven en willen nemen als je als ondernemer duurzaam perspectief ziet.

Een voorbeeld. Aal die niet voldoet aan de dioxinenormen kan niet op de markt komen. Om dat probleem voor te zijn, zijn plannen en initiatieven nodig. Kijk bijvoorbeeld als sector wat nodig is om de gevangen aal binnen de normen te krijgen, bijvoorbeeld door ze uit te zetten in schoon water; Toon initiatief om de ontwikkelingen ook het hoofd te bieden en kansen te creëren. Van zo'n bedreiging - want ik denk dat dat het is - een kans maken.

Stappen zetten is ook: verantwoordelijkheid op je nemen. Meedoen in de visstand beheer commissies bijvoorbeeld. Zorgen dat dat visplan er ook echt komt. In het bijvoorbeeld het Volkerak-Zoommeer, maar ook in Friesland laat u al zien dat goede samenwerking in de vbc's kan, en ook loont. Samenwerking met anderen kan, maar is ook lonend.

Nog een voorbeeld. Vis kan vertellen of het water in een bepaald gebied kwaliteit heeft of niet. Waterbeheerders hebben daarom behoefte aan kennis over de visstand. Wie anders dan een beroepsvisser kan hen bij dat werk bijstaan? Als visser kunt u van uw kennis een product maken. U kunt uw bedrijfsactiviteiten verbreden. Ik vind het dan ook bemoedigend dat uw sectororganisatie al het initiatief heeft genomen om de vissers ook op dit punt te scholen. Met een opleiding kunt u waterbeheerders nog beter van dienst zijn als het gaat om monitoren en visonderzoek.

Daarom wil ik ook iets zeggen over educatie. Op Nederlandse scholen hing vroeger een schoolplaat van een sloot. Langs de slootkant had zich een adder om een boomtak gedrapeerd. Zijn kop reikte voorbij het midden. Door het wonder van de dwarsdoorsnee kwam ook de onderwaterwereld binnen bereik. Daar had je salamanders, een dikke tor en andere waterdieren. De plaat kwam aardig overeen met de buitenwereld. Natte voeten en jampotjes met kikkervisjes. Die wereld bevond zich buiten de school. En dus sloeg die plaat aan. Ik zie veel kansen voor sportvissers èn beroepsvissers om op deze manier jongeren aan te spreken. Als visser kunt u hen inspireren. Gewoon, door de rivier te laten zien en vis aan te wijzen. Door jongeren te vertellen, te boeien en te betrekken bij de wondere wereld van het water en daarmee draagvlak te creëren.

U heeft in het verleden al veel van uw vermogens laten zien. Visser zijn is één van de weinig overgebleven ambachten. Daar wil ik trots op blijven. Ik ga u daarom oproepen nog een paar stappen extra te zetten.

Een belangrijke stap is samenwerken. Met sportvisserijorganisaties, met waterbeheerders, met terreinbeheerders en met andere maatschappelijke organisaties. Maar ook: met de collega-beroepsvissers die actief zijn op het IJsselmeer. Samenwerken, zeker ook als het gaat om belangenbehartiging. Met meer massa ontstaat meer kracht, meer zichtbaarheid, maatschappelijk draagvlak en meer invloed. Zeker als u ook nog de niet aangesloten vissers weet te bereiken.

Dan kan ook de overheid meer voor u betekenen. Als sterke organisatie kunt u een veel centralere rol in het visserijbeheer gaan spelen; bijvoorbeeld door in de toekomst zelf de visvergunningen te gaan verstrekken. Ik vind dat belangrijk, want de tijd dat de visvergunning niet meer dan een toestemming is om te gaan vissen, is voorbij. Tegenwoordig staat deze toestemming voor veel meer: voor een duurzame visserij, voor een verantwoorde omgang met vis. Het is een document dat zegt:'vertrouw mij'. Hier is vis in professionele handen. Hier is toekomst. Ik ben bereid dat vertrouwen aan u over te dragen. Mits u de verantwoordelijkheden die bij de vergunninguitgifte horen wilt oppakken en vanuit een krachtige organisatie ook kunt waarmaken.

Als minister van LNV heb ik u nog meer te bieden.

* Ik ben bereid de inzet en inbreng die uw organisatie levert voor het werk in de visstand beheer commissies financieel te ondersteunen. Ik ben daarover al in overleg met uw organisatie.
* De overheid kan het vormen van kenniskringen steunen. Het kan gaan om certificering of professionalisering.
* Er is geld voor projecten vanuit het Europees Visserij Fonds. Die projecten moeten innovatief en duurzaam zijn. Samenwerking is belangrijk.
* Er is ook geld voor proefprojecten rond de dioxineproblematiek.

Dames en heren,

Ik heb u een aantal uitdagingen voor de sector geschetst. Er is een groeiende markt voor vis en het gaat goed met de visstand. Maar wilt u verder in de sector, dan vraagt dat om een scherp oog voor wat zich in de samenleving afspeelt. Goede samenwerking met collega-vissers is essentieel. Als dat is ingevuld, dan hebben we elkaar veel bieden. Een centrale positie voor u als organisatie. En een overheid die betrokken, maar op gepaste afstand ontwikkelingen faciliteert.

In de gevleugelde woorden van Kniertje wordt de vis duur betaald. Kniertje zag haar toekomst als weduwe. Maar zij is fictief, ze bestaat niet echt. De regering kijkt ook naar de toekomst en naar vis. Zij is reëel. Als ik hier voor mij kijk, zie ik u: een zaal vakmensen met een hart en ziel voor vis. Onzichtbaar achter u staan consumenten en verantwoordelijke burgers, die niet alleen voor de vis betalen moeten, maar dat ook willen. LNV zal dat faciliteren waar nodig en mogelijk.

Wilt u vooruit als Kniertje? Dat kan en dat mag. Of wilt u vooruit als maatschappelijk verantwoord en gewaardeerd ondernemer, die zijn overlevingsinstinct aanspreekt en stappen onderneemt en perspectieven in de toekomst ziet?

De keus is aan u.

Uitreiken van de onderscheiding Beroepsvisser van het Jaar 2008

Dames en heren, het mooiste komt vaak op het eind. Dat geldt zeker voor vandaag. Uw organisatie heeft mij namelijk gewezen op een bijzonder iemand.

Die iemand is niet Cees van de Kreeke. De heer van de Kreeke mocht vorig jaar een heel jaar lang genieten van de titel Beroepsvisser van het Jaar. En dat was hem van harte gegund. Tot vandaag.

Straks hebben we een nieuwe, verse Beroepsvisser van het Jaar in ons midden. En ik mag hem daarmee als eerste feliciteren. Toen ik de criteria om voor te titel in aanmerking te komen, zag, werd ik meteen enthousiast. Het zijn namelijk echte 'kanscriteria'.

Luistert u maar:

* Hij of zij moet actief deelnemen aan een Visstand Beheer Commissie (VBC)
* Hij moet innovatief zijn in de eigen bedrijfsvoering
* Hij moet een goed 'ambassadeur' zijn voor de beroepsvisserij.

Wij hebben hem in ons midden. De koploper, die voor het peloton uit gaat. Maar hij kijkt ook achterom, om het peloton mee te trekken. De ondernemer waar we de oorlog mee gaan winnen. Want degene waarover ik het heb:
* is actief in zijn eigen VBC,

* werkt als beroepsvisser intensief mee aan één van de aal-pilots die momenteel met financiële steun van LNV worden uitgevoerd,
* organiseert op zijn eigen bedrijf excursies voor belangstellenden, en dat is nog niet alles,
* hij geeft ook lezingen over de beroepsvisserij voor scholen en voor lokale en regionale verenigingen. Variërend van natuurorganisaties tot de Nederlandse vereniging van Huisvrouwen

Over ondernemerschap en vooruit kijken gesproken. Over samenwerking, inspiratie en midden in de maatschappij staan gesproken. De jury heeft het zo samengevat: iemand die een waar 'ambassadeur' voor de beroepsvisserij is.

Het is mij een groot genoegen u mee te delen dat de Combinatie van Beroepsvissers de heer Theo Rekelhof heeft gekozen tot Beroepsvisser van het Jaar 2008.