Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake uitspraken van Eurocommissaris Michel over Cuba

07-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 19 maart 2008 met kenmerk 08-BuZa-B-043 inzake de uitspraken die zijn gedaan door Eurocommissaris Louis Michel over Cuba.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De Eurocommissaris voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, Louis Michel, bracht van 7 tot 9 maart jongstleden op uitnodiging van de minister van Buitenlandse Zaken Felipe Pérez Roque een bezoek aan Cuba. Naast de minister van Buitenlandse Zaken sprak Commissaris Michel onder meer met de voorzitter van de Nationale Assemblee, Ricardo Alarcon, de vice-voorzitter van de Staatsraad, Carlos Lage, de minister voor Buitenlandse Investeringen, mevrouw Marta Lomas, de waarnemend minister voor Wetenschap, Technologie en Milieu, Fernando Gonzá lez en met kardinaal Ortega.

Het voornaamste doel van het bezoek van Eurocommissaris Michel was een inschatting te maken van de mogelijkheden om met Cuba een politieke dialoog aan te gaan, nu Raúl Castro is aangetreden als president

Van Cubaanse zijde is commissaris Michel de boodschap overgebracht dat het land op zoek is naar verbreding van zijn internationale relaties. Cuba toont zich geïnteresseerd in een brede dialoog met (landen van) de Europese Unie. Voorbeelden van mogelijke onderwerpen voor zo'n dialoog zijn politiek, mensenrechten, economie en handel, wetenschap en cultuur.

Het voornaamste struikelblok voor normalisering van de relaties met de Europese Unie is naar de mening van Cuba gelegen in de maatregelen die de EU in juni 2003 heeft genomen naar aanleiding van de arrestatie en veroordeling tot hoge gevangenisstraffen van 75 dissidenten. Deze zogenaamde juni-maatregelen houden in: a) het beperken van bilaterale hoge bezoeken, b) deelname aan culturele activiteiten op lager profiel, en c) het uitnodigen van Cubaanse dissidenten bij de viering van nationale feestdagen van de lidstaten. Voorts besloot de EU het Gemeenschappelijk Standpunt inzake Cuba te evalueren.

Na de afkondiging van deze maatregelen bevroor Cuba in Havanna de diplomatieke betrekkingen met de lidstaten van de Europese Unie en zag de Cubaanse regering af van ontwikkelingssamenwerking door regeringen van EU-lidstaten en de Europese Commissie. Sinds 2003 is er geen politieke dialoog meer met Cuba.

Begin 2005 heeft de Europese Unie de juni-maatregelen opgeschort. Sinds dat moment worden de genoemde maatregelen niet of niet meer eenduidig toegepast. Zo hebben inmiddels vanuit diverse lidstaten van de EU hoge bezoeken plaatsgevonden. Voor de viering van nationale feestdagen hanteren de lidstaten inmiddels verschillende formules.

Na het opschorten van de juni-maatregelen heeft Cuba de diplomatieke betrekkingen met de lidstaten van de Europese Unie in Havanna ontdooid. Cuba blijft echter op het standpunt staan dat van volledige normalisatie van de diplomatieke betrekkingen en van een volwaardige dialoog geen sprake kan zijn zolang de juni-maatregelen niet ook formeel zijn ingetrokken.

Commissaris Michel heeft na afloop van zijn reis verklaard dat hij bij de regeringen van de Europese lidstaten en bij het Europees parlement een pleidooi zal houden voor afschaffing van de juni-maatregelen, teneinde deze voor de Cubanen zo belangrijke hinderpaal voor een politieke dialoog met de (lidstaten van de) Europese Unie uit de weg te ruimen.

Bijna vier jaar na dato constateer ik dat de juni-maatregelen uit 2003 helaas niet effectief zijn gebleken in het bewerkstelligen van de gehoopte hervormingen in Cuba op het vlak van democratie en de mensenrechten. Ook wezenlijke economische hervormingen zijn tot dusverre uitgebleven. Dezelfde conclusie geldt overigens ten aanzien van de handelsboycot en andere sancties die de Verenigde Staten hanteren jegens Cuba. Ook dit beleid is weinig effectief gebleken in het bewerkstelligen van verandering.

Op dit moment vind ik het echter prematuur om te beslissen of de juni-maatregelen definitief kunnen worden afgeschaft. De kwestie van het al dan niet definitief afschaffen van de juni-maatregelen speelt pas in de maand juni van dit jaar, wanneer in EU-verband de evaluatie van het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie inzake Cuba aan de orde is. Ik wil dat besluit nemen in het licht van de ontwikkelingen die zich de komende maanden in Cuba voordoen, evenals in de relatie tussen de Europese Unie en Cuba, en in afstemming met de andere lidstaten. Belangrijke ijkpunten daarbij zijn voor mij de ontwikkelingen in Cuba op het vlak van de mensenrechten en democratie en het uitzicht op een inhoudsvolle en resultaatvolle dialoog tussen Cuba en de (lidstaten van de) Europese Unie.

De afgelopen maanden heeft Cuba overigens enige relevante stappen gezet op het vlak van de mensenrechten. Zo zijn recentelijk vier gevangenen vrijgelaten, die behoren tot de groep van 75. Van deze groep zitten echter nog steeds 55 personen gevangen. Cuba heeft tevens besloten toe te treden tot twee VN-mensenrechten convenanten, te weten het Internationale Convenant inzake de Economische, Sociale en Culturele rechten, en het Internationale Convenant betreffende de Burgerlijke en Politieke rechten. Het is evenwel nog onduidelijk wanneer de beide verdragen geratificeerd zullen worden en of er voorbehouden zullen worden gemaakt. Verder heeft de VN-rapporteur voor Recht op Voedsel Cuba bezocht en heeft Cuba het voornemen uitgesproken meer VN-rapporteurs uit te zullen nodigen. Havanna heeft hierbij niet aangegeven of het bereid is om een zogenaamde 'staande uitnodiging' voor alle Speciale Rapporteurs uit te vaardigen. Hoewel er dus sprake is van een aantal positieve gebeurtenissen, blijft de mensenrechtensituatie in Cuba zorgwekkend, zoals ook toegelicht is in mijn brief van 3 maart 2008 inzake het toekomstige Cuba-beleid (Tweede Kamer, 2007-2008, 31200 V, nr. 77) en de recente antwoorden op vragen van de leden Ferrier en Ten Hoopen (Tweede Kamer, 2007-2008, 1546) en van het lid Ferrier (Tweede Kamer, 2007-2008, 1596).

Volledigheidshalve heb ik de tekst van het gezamenlijke communiqué van de reis van Eurocommissaris Michel bijgevoegd, dat op 8 maart 2008 in Havanna is uitgegeven.