European Union



CJE/08/17


1 april 2008

PERSCOMMUNIQUÉ nr. 17/08

Arrest van het Hof in zaak C-267/06

Tadao Maruko / Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen

EEN LEVENSPARTNER VAN GELIJKE SEKSE KAN RECHT HEBBEN OP EEN

WEDUWNAARSPENSIOEN DAT WORDT TOEGEKEND IN HET KADER VAN EEN

BEROEPSPENSIOENREGELING

De nationale rechter dient na te gaan of een nabestaande levenspartner in een vergelijkbare situatie verkeert als een echtgenoot die recht heeft op het in geding zijnde nabestaandenpensioen

In 2001 is Tadao Maruko krachtens de relevante Duitse wet een geregistreerd levenspartnerschap aangegaan met een theatercostumier. Deze was sinds 1959 verzekerd bij de Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen, de instantie die de ouderdoms- en nabestaandenverzekering van het podiumpersoneel van de Duitse theaters administreert. Maruko's levenspartner overleed in 2005. Daarop vroeg Maruko bij de Versorgungsanstalt weduwnaarspensioen aan. Zijn verzoek werd afgewezen op grond dat het reglement van de Versorgungsanstalt niet in deze uitkeringsmogelijkheid voor nabestaande partners voorzag.

Het Bayerische Verwaltungsgericht München, dat uitspraak moet doen op het door Maruko ingestelde beroep, heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gevraagd of de weigering van nabestaandenpensioen aan een levenspartner, een geval van door de richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep verboden discriminatie is. Deze richtlijn heeft onder meer de bestrijding van discriminatie op grond van seksuele geaardheid tot doel.

Daar echter stelsels voor sociale zekerheid en voor sociale bescherming waarvan de uitkeringen niet worden gelijkgesteld met beloning in de zin van het gemeenschapsrecht, niet onder de richtlijn vallen, moet het Hof allereerst bepalen of het in geding zijnde nabestaandenpensioen kan worden gekwalificeerd als beloning. Het merkt in dit verband op dat de door de Versorgungsanstalt geadministreerde uitkeringsregeling berust op een collectieve arbeidsovereenkomst die tot doel heeft een aanvulling te bieden op de sociale uitkeringen die verschuldigd zijn krachtens de algemeen toepasselijke nationale wetgeving. De regeling wordt uitsluitend gefinancierd door werknemers en werkgevers, zonder enige overheidsbijdrage.

Voorts geldt het ouderdomspensioen, op basis waarvan het nabestaandenpensioen wordt berekend, alleen voor een bijzondere categorie werknemers, en wordt verder de hoogte ervan bepaald aan de hand van de tijd dat de werknemer verzekerd is geweest en van de betaalde premies. Het nabestaandenpensioen vindt dus zijn oorsprong in de arbeidsverhouding van de overleden partner en moet derhalve worden gekwalificeerd als beloning. De richtlijn is daarom van toepassing.

Ten aanzien van de vraag of de weigering van het nabestaandenpensioen aan de geregistreerde partner discriminatie op grond van seksuele geaardheid is, constateert het Hof vervolgens, gelet op de verwijzingsbeslissing, dat Duitsland het huwelijk weliswaar heeft voorbehouden aan personen van verschillend geslacht, maar wel het geregistreerd partnerschap heeft ingevoerd, waarvan de voorwaarden geleidelijk aan op één lijn zijn gesteld met die voor een huwelijk. Ingevolge het reglement van de Versorgungsanstalt komen voor het nabestaandenpensioen echter alleen nabestaande echtgenoten in aanmerking. In dat geval worden levenspartners wanneer hen dit pensioen wordt geweigerd, dus ongunstiger behandeld dan nabestaande echtgenoten.

Het Hof oordeelt dan ook dat de weigering van nabestaandenpensioen aan levenspartners rechtstreekse discriminatie op grond van seksuele geaardheid is, vooropgesteld dat nabestaande echtgenoten en nabestaande levenspartners, wat dit pensioen betreft, in een vergelijkbare situatie verkeren. Het is aan het Bayerische Verwaltungsgericht München om na te gaan of dit het geval is.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt
Beschikbare talen: BG CS DE EN ES EL FR HU IT NL PL PT RO SK SL De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche r&numaff=C-267/06
vanaf ongeveer 12.00 uur. Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught Tel: + 352 4303 2170 - Fax: + 352 4303 2988 Beelden van de uitspraak van het arrest zijn beschikbaar op "Europe by Satellite",
Europese Commissie, Directoraat-generaal Pers en Voorlichting, L-2920 Luxemburg
Tel: + 352 4301 35177 - Fax: + 352 4301 35249,

of B-1049 Brussel, Tel: + 32 2 2964106 - Fax: + 32 2 2965956
---

Gesetz über die eingetragene Lebenspartnerschaft van 16 februari 2001 (BGBl. 2001 I, blz. 266), zoals gewijzigd bij wet van 15 december 2004 (BGBl. 2004 I, blz. 3396).

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303, blz. 16).