Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070814910

Vragen van de leden Ulenbelt en De Rooij (beiden SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over ondermaatse vliegtuigopleiding. (Ingezonden 18 maart 2008)


1 Vraag : Wat is uw reactie op het bericht dat het ROC Amsterdam Airport toetsen heeft afgenomen waarvoor het geen erkenning had en waardoor 60 leerlingen niet welkom zijn om stage te lopen bij de KLM?
Antwoord: Het luchtvaarttechnische bedrijfsleven vraagt een PART-licentie van hun (toekomstige) werknemers. De voorschriften voor het verkrijgen een PART-licentie zijn opgesteld door de EASA (European Aviation Safety Agency) en is daarmee een wettelijk beroepsvereiste. De Nederlandse toezichthouder op de naleving van deze Europese regelgeving is de Inspectie van Verkeer en Waterstaat (IVW). De EASA hanteert zowel ten aanzien van de organisatie van het onderwijs als ten aanzien van de examinering een andere regelgeving dan in de WEB. Deze afwijkende regelgeving is samengevat in het PART-artikel 147. Er zijn in Nederland twee onderwijsinstellingen met deze erkenning. Beide PART-147 erkende instellingen komen voort uit het bedrijfsleven en zijn dus niet voor iedereen toegankelijk. ROC van Amsterdam Airport (hierna: ROCvA) heeft voor deelnemers de mogelijkheid geopend om boven de WEB-kwalificatie deel te nemen aan PART-examens. ROCvA heeft in het schooljaar 2006-2007 PART- examens afgenomen waarvan de resultaten niet door IVW worden erkend als officiële PART-resultaten. Het gaat hier om toetsen die afgenomen zijn bij de deelnemers die hun studie zijn begonnen in het schooljaar 2006-2007 (het cohort 2006-2007). De resultaten hiervan worden niet door IVW erkend omdat ROC van Amsterdam Airport (nog) niet in het bezit is van de PART-147 erkenning. De examens sluiten inhoudelijk dus wel aan, maar de afnemende organisatie is (nog) niet erkend. Het streven van ROC van Amsterdam Airport is erop gericht aan het begin van het schooljaar 2008-2009 alsnog de door IVW te verlenen PART-147 erkenning te verwerven. Als dat niet het geval is, dienen nieuwe leerlingen vooraf goed voorgelicht te worden over de exacte waarde van het diploma. Leerlingen ontvangen in dat geval een regulier WEB-diploma, zonder de aantekening dat de PART-examens met goed gevolg zijn afgelegd. Ik zal met het ministerie van V&W en IVW nader overleg voeren over deze situatie waarin de bepalingen in de WEB en de wettelijke beroepsvereisten mogelijk met elkaar botsen. Over de resultaten zal ik u nader informeren.

De situatie waaraan het Telegraafartikel refereert werd overigens niet veroorzaakt door het afnemen van niet erkende PART-toetsen, maar door een misverstand over het aan de KLM aanleveren van de door de deelnemers behaalde resultaten. Vorderingen worden gemeten op basis van de aan het eind van de studie te behalen competenties, terwijl KLM er de voorkeur aan geeft vooral op de hoogte te worden gehouden van de behaalde resultaten voor de PART-examens. Dit misverstand is inmiddels opgelost.


2 Vraag: Is het waar dat geen vakken worden gegeven, zoals Instrument Bewaking Avionica? Welke vakken worden nog meer niet, of met vertraging, gegeven? Wat is daarvan de oorzaak? Hoe wordt dat opgelost?
Antwoord: Er is inderdaad sprake geweest van problemen met lesuitval door een tekort aan docenten voor twee vakken bij de afdeling Vliegtuigtechniek. Het betreft de vakken Indicatie-, Bewakings- en Avionicasystemen (IBA) en Burgerschapskunde (BSK). In de vacatures is inmiddels voorzien.


3 Vraag: Is het waar dat de leerlingen te weinig les krijgen? Hoeveel les krijgen zij? Hoeveel les zouden zij moeten krijgen? Wat is de oorzaak van het verschil? Antwoord: Deelnemers moeten minimaal 850 uur begeleide onderwijstijd krijgen. De Inspectie heeft terzake het schooljaar 2006/2007 een onderzoek uitgevoerd naar de opleidingen Vliegtuigtechniek op de locatie Hoofddorp van de werkmaatschappij Airport, waarbij is nagegaan of voldoende onderwijstijd is geprogrammeerd en gerealiseerd. De bevindingen van de inspectie in dezen zijn dat bij de onderzochte opleidingen onvoldoende uren zijn geprogrammeerd en gerealiseerd. Ik bezin mij op dit moment op de te nemen acties en wil de instelling in de gelegenheid stellen haar zienswijze te geven.


4 Vraag: Hoeveel lessen, die op het rooster staan, vallen uit? Welke vakken zijn dat? Wat is daarvan de oorzaak?
Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2 en 3.


5 Vraag: Wat is de kwaliteit van de registratie van de cijfers en zelfstudie-uren? Waaruit blijkt dat?
---

Antwoord: Daar de registratie van de cijfers evenals de zelfstudie-uren deel hebben uitgemaakt van voornoemd onderzoek door de Inspectie bij de opleidingen Vliegtuigtechniek verwijs ik kortheidshalve naar het antwoord op vraag 3.


6 Vraag: Is het waar dat in de afgelopen anderhalf jaar vier nieuwe opleidingsmanagers zijn aangesteld? Zo neen, hoe groot is dan het aantal opleidingsmanagers dat als opvolging van een ander is aangesteld? Wat was de frequentie? Wat is de oorzaak daarvan?
Antwoord: Door het vertrek van de opleidingsmanager aan het eind van het schooljaar 2006-2007 is bij de afdeling Vliegtuigtechniek een vacature ontstaan. Deze vacature is eerst tijdelijk ingevuld door 2 interimmanagers, waarna per 1 maart jl. een definitieve oplossing is gevonden. Voor deze functie is gezocht naar een persoon die beschikt over de voor deze functie benodigde competenties, te weten een combinatie van onderwijsmanagement en vliegtuigtechnische kennis. De schaarste op de arbeidsmarkt heeft ervoor gezorgd dat het langer heeft geduurd voordat deze definitieve oplossing kon worden bereikt.


7 Vraag: Is het waar dat de KLM geen stageplaatsen aan deze leerlingen beschikbaar stelt omdat het opleidingsniveau niet voldoende is? Is het opleidingsniveau inderdaad onvoldoende? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waaruit blijkt dat?
Antwoord: Niet een onvoldoende opleidingsniveau, maar het ontbreken van exacte informatie over de behaalde resultaten van de betrokken deelnemers heeft aanvankelijk geleid tot enige frictie tussen KLM en ROCvA. In goed overleg heeft KLM besloten alsnog stageplaatsen ter beschikking te stellen voor de betrokken deelnemers. Zie ook de laatste alinea van het antwoord op vraag 1.


8 Vraag: Beschikt deze ROC niet over de erkenning om bepaalde examens of toetsen af te nemen? Voor welke vakken geldt dat? Waarom beschikt de school niet over de noodzakelijk licenties, wat is daarvan de oorzaak?
Antwoord: Het ROCvA beschikt (nog) niet over de PART-147 erkenning. Deze is aangevraagd en de procedure loopt nog. Deze erkenning is uitsluitend van belang voor het PART-deel dat bovenop de WEB- kwalificatie wordt aangeboden. Ten aanzien van het WEB-deel van het onderwijs heeft de school gewoon een licentie. Zie verder ook het antwoord op vraag 1.


9 Vraag: Welke instanties verleent de licenties? Waarom hebben zij de licenties niet verleend? Zal de school in de toekomst wel over deze licenties beschikken? Zo ja wanneer? Zo neen, wat zijn dan de gevolgen voor de leerlingen, de toekomst van de school en de opleiding van gekwalificeerde vliegtuigmonteurs?
Antwoord: De Part-147 erkenning wordt verleend door IVW. Het streven van ROC van Amsterdam Airport is erop gericht aan het begin van het schooljaar 2008-2009 alsnog de door IVW te verlenen PART-147 erkenning te verwerven.


10 Vraag: Hoe voorziet KLM en andere luchtvaartmaatschappijen dan in hun personeelsbehoefte? Antwoord: Dit is een zaak voor de betreffende ondernemingen.


11 Vraag: Is het waar dat leerlingen nu examens over moeten doen? Is het mogelijk om deze examens, als de school de licentie wel heeft, achteraf te erkennen? Zo neen, waarom niet? Antwoord: Diplomering volgens WEB-eisen komt niet in het gedrang. Deelnemers die bovenop het WEB- diploma op het ROCvA PART-modules willen behalen, zullen daartoe alsnog in de gelegenheid gesteld worden. De mogelijkheid om examens achteraf alsnog te erkennen wordt door ROCvA onderzocht.


12 Vraag: Heeft de onderwijsinspectie of de inspectie luchtvaart voldoende toezicht gehouden? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, waarom niet? Welke activiteiten hebben de inspecties uitgevoerd om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen? Welke interventies hebben zij gepleegd? Antwoord: KCE (Stichting Kwaliteitscentrum Examinering) heeft voor het laatst in het schooljaar 2006- 2007 bij het team Vliegtuigtechniek een audit uitgevoerd. Zij heeft op basis van het aangeleverde bewijs vastgesteld dat de instelling voldeed aan de wettelijke vereisten voor examinering. Dit resulteerde in de beoordeling `voldoende'. Aangaande het onderzoek van de inspectie verwijs ik kortheidshalve naar hetgeen hierover is opgemerkt bij de beantwoording van vraag 3. Audits door IVW vinden regelmatig plaats en zijn op dit moment gaande in het kader van de 147-aanvraag.


13 Vraag: Is het eerder voorgekomen dat leerlingen van dit ROC door het ontbreken van licenties geen geldige examens hebben gedaan? En dat leerlingen toen een advocaat hebben ingeschakeld om alsnog
---

geldige examens te kunnen afleggen? Hoe is dat toen afgelopen? Waarom is er nu kennelijk herhaling van deze situatie?
Antwoord: Dit is nooit eerder voorgekomen. Mogelijk wordt hier gerefereerd aan zaken die zich hebben afgespeeld in de schooljaren 2004-2005 en 2005-2006. Destijds is via een advocaat een klacht ingediend over o.a. de kwaliteit van het lesmateriaal. Dit had niets te maken met het ontbreken van een licentie. Op 12 mei 2005 ontving ROCvA van eisers bericht dat alsnog aan de eis (ter beschikking stellen van deugdelijk lesmateriaal) was voldaan, zodat een voorgenomen behandeling in kort geding geen doorgang heeft gevonden. In een vergelijkbare zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam in kort geding op 21 september 2006 vonnis gewezen en de betrokken eisers met betrekking tot het vermeende in gebreke blijven van ROC van Amsterdam Airport in het ongelijk gesteld.


14 Vraag: Waar gaan de leerlingen nu stage lopen? Waarom kunnen ze daar wel terecht? Zijn dat stages bij luchtvaartbedrijven? Zo ja, waarom kunnen zij daar wel terecht? En zo neen, bij welke bedrijven dan wel? Zijn dat stages die bijdragen aan de kwalificaties die vliegtuigmonteurs nodig hebben? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord: De leerlingen gaan zowel bij KLM als bij andere luchtvaartgerelateerde bedrijven stage lopen; er wordt stage gelopen bij door het kenniscentrum VTL geaccrediteerde bedrijven. Daarmee is de link tussen praktijk- en theorieonderwijs geborgd.


15 Vraag: Wat is uw oordeel over de kritiek van directeur Terpstra dat de "Part-examen's" maar oubollige examens zijn? Zijn het inderdaad theoretische toetsen aan het einde van een praktische opleiding? Is er strijdigheid tussen de eisen die de overheid stelt met betrekking tot het competentiegericht lesgeven en de eisen van het bedrijfsleven? Zo ja waaruit blijkt die strijdigheid? Ze neen, waarom niet? Antwoord: Directeur Terpstra heeft in zijn reactie gewezen op de discrepantie tussen de eisen die gesteld worden aan de door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gefinancierde WEB- opleiding enerzijds en de eisen die gesteld worden aan PART-examinering anderzijds. Het gaat daarbij om de wijze waarop geëxamineerd wordt en niet zozeer om de inhoud zelf. Competentiegericht onderwijs sluit theoretische kennis in het geheel niet uit. Zoals bekend was dit voor mij de belangrijkste reden om de kwalificatiedossiers integraal vast te stellen, dus inclusief kennis en vaardigheden.


16 Vraag: Worden leerlingen schadeloosgesteld nu zij wel examens hebben gedaan die kennelijk door nalatigheid van de school niet erkend worden?
Antwoord: WEB-diplomering komt niet in het gedrang. Deelnemers zullen alsnog binnen de reguliere opleidingstijd in de gelegenheid gesteld worden aan de betreffende PART-examens deel te nemen.


17 Vraag: Wilt u bevorderen dat deze leerlingen later alsnog de felbegeerde stage bij de KLM kunnen lopen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe?
Antwoord: Zie antwoord op vraag 7.


18 Vraag: Wilt u deze vragen met oog op het belang van de leerlingen zo spoedig mogelijk beantwoorden? Antwoord: In goed overleg heeft KLM besloten alsnog stageplaatsen ter beschikking te stellen voor de betrokken deelnemers. De belangen van de leerlingen lijken daarmee behartigd. Uw vragen zijn met de meeste spoed beantwoord.


1) De Telegraaf, 11 maart 2008
http://www.telegraaf.nl/binnenland/3524485/_Vliegtuigopleiding_roc_ondermaats__.html
---