ziekenhuizen in Zeeland

Motie 31016 nr. 14 Fusie van ziekenhuizen in Zeeland

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/TSZ-2843196

15 april 2008

Tijdens het VAO Ziekenhuiszorg van 4 maart 2008 heeft uw lid Schermers (CDA) een motie ingediend. In deze motie (31 016 nr. 14) verzoekt de Kamer de regering de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en/of de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), vooruitlopend op een formele fusieaanvraag van de ziekenhuizen in Zeeland, onderzoek te laten doen naar al in gang gezette concentratie van functies, vorming van personele unies en overige vergaande samenwerkingsvormen. De motie verzoekt de bevoegde instanties daar waar nodig in te grijpen.

Zoals ik u reeds tijdens het VAO van 4 maart jongsleden heb gemeld is de NMa de bevoegde instantie om onderzoek te verrichten naar concentraties die ten onrechte niet bij de NMa zijn aangemeld of zonder dat de NMa op een vergunningsaanvraag een goedkeurend besluit heeft afgegeven. Dit geldt ook voor eventuele ontmanteling van onderdelen van het Ziekenhuis Walcheren, die voortkomen uit fusiebesprekingen tussen de beide ziekenhuizen in Zeeland. De NMa beschikt op basis van de Mededingingswet over de nodige bevoegdheden om eventuele overtredingen van de bij deze wet gestelde bepalingen met betrekking tot het concentratietoezicht op te sporen en te beboeten.

Naar aanleiding van berichtgeving in de pers en signalen die de NMa hebben bereikt, heeft de NMa bij brief van 1 februari jongstleden vragen gesteld aan de besturen van de Stichting Ziekenhuis Walcheren en de Stichting Oosterscheldeziekenhuizen. De ziekenhuizen zijn in deze brief bevraagd over de huidige stand van zaken rond de samenwerking en de zeggenschapsuitoefening. De NMa beoordeelt momenteel de reactie van de ziekenhuizen op de vragenbrief. Afhankelijk van de uitkomst van deze beoordeling zal de NMa de nodige vervolgstappen nemen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink