Gemeente Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders


1. Evaluatie burgemeestersreferendum afgerond
De organisatie van het referendum is goed verlopen. Hoewel de opkomst slechts 10% was, waren vrijwel alle Utrechters op de hoogte van het referendum. En 59% van de respondenten vindt dat de gemeente voldoende informatie heeft gegeven. Dit zijn de belangrijkste conclusies van de evaluatie naar de organisatie van het referendum burgemeester van 10 oktober 2007, dat het college in opdracht van de gemeenteraad heeft uitgevoerd. De burgemeesterskandidaten Pans en Wolfsen hebben de uitgaven van hun campagnes voldoende onderbouwd en de kosten van het referendum zijn binnen het beschikbare budget gebleven.

De evaluatie van het referendum leert dat op een aantal punten de organisatie beter kan. Het college zal bij een eventueel volgend referendum de aanbevelingen uit het rapport overnemen. Enkele aanbevelingen: denk vooraf nog meer na over verschillende scenario's, maak een flexibele communicatiecampagne die zonodig aangepast kan worden, bedenk van te voren welke rol onderzoek in het hele traject heeft en zorg voor duidelijkheid over de manier waarop budgetten besteed mogen worden.

De onafhankelijke referendumcommissie heeft haar eigen werkzaamheden geëvalueerd en daarover verslag uitgebracht. De commissie vraagt van te voren duidelijker afspraken te maken over de communicatie tussen de referendumcommissie en college en gemeenteraad. Ook wil de commissie duidelijkere afspraken over besluitvorming en eventueel te ondernemen acties tijdens een referendumcampagne. Immers: de commissie moet toezien op een eerlijke en gelijkwaardige campagne, maar heeft geen middelen om in te grijpen als zij constateert dat de eisen van fair play in het geding zijn.

De financiële verantwoording van de campagnes van de kandidaten is gecontroleerd door de interne auditafdeling van de gemeente Utrecht. Die concludeert dat alle verantwoorde kosten ten laste van het gemeentebudget voldoende zijn onderbouwd door beide kandidaten en een aantoonbare relatie hebben met de campagne. Het college heeft de conclusie van de interne auditafdeling overgenomen. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat de richtlijnen voor de campagnes van de kandidaten vooraf niet duidelijk genoeg waren vastgelegd. De richtlijnen voor de campagnes van politieke partijen, door de gemeenteraad als richtlijn vastgesteld, bleken niet voldoende houvast te bieden. Dat werd pas tijdens de campagnes duidelijk. Ook de referendumcommissie is van mening dat bij de beoordeling van de verantwoording hiermee rekening gehouden dient te worden.

De totale kosten van het referendum zijn binnen het vastgestelde budget van ¤ 844.000,- gebleven. De extra kosten voor het organiseren van de stemming met potlood en papier, te weten ¤ 180.000,- worden gedekt uit het Verkiezingsfonds.

Download hier het evaluatierapport van het burgemeestersreferendum.

Meer informatie: Natalja Talitsch, 030 - 286 100 15


2. Draagvlakmeting naar de invoering van betaald parkeren in een deel van Rivierenwijk Noord, Prof. Sprengerlaan e.o. en Van Lieflandlaan e.o. Bewoners van een deel van Rivierenwijk Noord, Prof. Sprengerlaan e.o. en Van Lieflandlaan e.o. hebben de afdeling Parkeren verzocht om het draagvlak voor de invoering van betaald parkeren te meten. Op 8 april 2008 heeft het college besloten in te stemmen met het houden van een draagvlakonderzoek in de betreffende buurten. Het onderzoek wordt in april en mei 2008 uitgevoerd. Het draagvlakonderzoek vindt plaats door middel van het verspreiden van een vragenlijst, die aan alle bewoners en bedrijven die woonachtig / gevestigd zijn in het enquêtegebied wordt toegezonden.

Het enquêtegebied in Rivierenwijk Noord wordt omsloten door de volgende straten: Noordzeestraat, Grevelingenstraat (reeds betaald parkeren), Mijdrechtstraat (reeds betaald parkeren), Jutfaseweg (tussen Amaliastraat en Waalstraat) en de Waalstraat (zelf niet inbegrepen).

Het enquêtegebied Prof. Sprengerlaan e.o. wordt omsloten door de volgende straten: Burg. Van der Voort van Zijplaan (tussen Prof. Sjollemalaan en Linnaeuslaan), Willem de Zwijgerplantsoen en Prof. Sprengerlaan.

Het enquêtegebied Van Lieflandlaan e.o. wordt omsloten door de volgende straten: Van Lieflandlaan, spoor, Mr. Tripkade (reeds betaald parkeren) en de Kardinaal de Jongweg (zelf niet inbegrepen).

De afbakening van de buurten is bepaald aan de hand van de herkomst van de bewonersverzoeken, de parkeerdruk en een logische afbakening van het gebied.

Meer informatie: Gerard Derksen, 030 - 286 11 68


3. Klanten Sociale Zaken & Werkgelegenheid geven dienstverlening voldoende De klanten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) waarderen de dienstverlening bij het verstrekken van de bijstandsuitkeringen met een 6,5. Dit blijkt uit het tweejaarlijkse onderzoek naar de klanttevredenheid over Sociale Zaken & Werkgelegenheid in Utrecht. In 1999 was de waardering een 6,7 en in 2005 een 6,6. Klanten vinden dat SoZaWe meer te bieden heeft dan het verstrekken van een uitkering alleen. De dienst is duidelijk over ieders rechten en plichten, mensen weten waar ze terecht kunnen bij de gemeente en iedere klant is gekoppeld aan één contactpersoon. Wel vindt men dat de kwaliteit van het telefonische spreekuur onvoldoende is. De korte duur van het spreekuur en de bereikbaarheid stellen cliënten ter discussie. Hun re-integratietraject geven klanten gemiddeld een 6,4. In 2005 was dit een 6,3. Twee op de drie cliënten vindt dat re-integratie helpt bij het vinden van werk. SoZaWe gaat aan de slag met de aanbevelingen, waaronder het hanteren van helder taalgebruik en het verbeteren van de bereikbaarheid en de persoonlijke benadering van de klant.

Meer informatie: Annemieke Vermeulen, 030 - 286 111 55


4. Dynamisch Verkeersmanagement om verkeer in beweging te houden De hoge belasting van het Utrechtse wegennet en de werkzaamheden aan westkant van de stad zetten de bereikbaarheid van de stad onder druk. Het is daarom noodzakelijk dat zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van de bestaande infrastructuur. Hulpmiddel daarbij is Dynamisch Verkeersmanagement (DVM): verkeersstromen worden gestuurd op basis van de actuele situatie en weggebruikers worden snel en goed geïnformeerd. Het college heeft in een 'operationele visie' vastgelegd hoe dit instrument de komende jaren ingezet wordt. Bij het gebruik van dynamisch verkeersmanagement wordt samengewerkt met andere wegbeheerders als Rijkswaterstaat, provincie en omliggende gemeenten.

Om het verkeer in beweging te houden is het steeds vaker noodzakelijk om in te grijpen in de verkeerstromen, zodat de bestaande wegen (de infrastructuur) zo goed mogelijk gebruikt wordt. De verkeerssituatie wordt daarom doorlopend geanalyseerd en er kan snel worden ingegrepen, zowel op verwachte verkeerssituaties (te voorspellen drukte) als op onverwachte verkeerssituaties (zoals ongevallen). Het verkeer kan dan geleid worden op basis van de actuele situatie en er kan meteen informatie worden verschaft aan alle automobilisten.

De eerste stap is het uitwerken van een pakket van maatregelen om het verkeer rond Utrecht-West te informeren en te geleiden. Middelen daarbij zijn 'Dynamische Route Informatie Panelen' voor omleidingsroutes en het flexibel gebruiken van verkeerslichten. Daarmee kan de overlast door drukte en werkzaamheden verminderen. Later dit jaar wordt ook voor de rest van de stad een pakket maatregelen voorgesteld.

Meer informatie: Gerard Derksen, 030 - 2866 11 68