16-04-2008
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door de leden Van der Staay en Ferrier inzake de sluiting van 110 kerken in
Indonesië. Deze vragen werden ingezonden op 7 april 2008 met kenmerk 2070
816890.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Ferrier (CDA) over
de sluiting van 110 kerken in Indonesië als gevolg van optreden moslims.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat islamitische extremistische
groeperingen en lokale overheden in Indonesië de sluiting van 110 kerken hebben
afgedwongen in de periode van 2004-2007, veelal met dreiging en geweld? Zo ja,
is dit bericht juist? 1)
Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit bericht?
Antwoord
Ja. In de periode 2004-2007 zijn christelijke gebedshuizen gesloten onder
druk van conservatieve en radicale islamitische organisaties. Het is onduidelijk
hoeveel gebedshuizen het exact betreft. Het ging hierbij veelal om gebedshuizen
die niet over de vereiste vergunningen beschikten, benodigd voor het openen van
een gebedshuis. In reactie hierop heeft de Indonesische regering in maart 2006
een nieuwe regeling afgekondigd ter regulering van de opening van nieuwe
gebedshuizen (Kamerstuk 1521, vergaderjaar 2005-2006).
Vraag 3
Neemt de dreiging en het gebruik van geweld jegens kerken in Indonesië toe?
Wat is de trend in Indonesië als het gaat om godsdienstvrijheid?
Antwoord
Er lijkt zich recent een verbetering af te tekenen rond de situatie van
christelijke gebedshuizen in Indonesië, hetgeen mede kan worden afgeleid uit het
feit dat de laatste tijd minder incidenten zijn gerapporteerd. Deze incidenten
hebben veelal een lokaal karakter en komen voor rekening van een klein aantal
radicale organisaties.
Op nationaal niveau is de relatie tussen de verschillende religies in
algemene zin goed en vindt regelmatig overleg plaats tussen de verschillende
religieuze leiders.
Vraag 4
Bent u bereid om uw ernstige zorgen uit te spreken - zo mogelijk ook via de
internationale gemeenschap - over deze ontwikkeling in de richting van de
Indonesische autoriteiten en aan te dringen op adequate bescherming van de
kerken tegen dreiging en geweld?
Antwoord
Nederland volgt de mensenrechtensituatie in Indonesië op de voet, zowel
bilateraal als in EU-verband. De positie van religieuze minderheden neemt
hierbij een permanente en vooraanstaande plaats in. Voorts wordt tijdens de
huidige Mensenrechtenraadwerkgroep te Genève, de Universal Periodic Review, de
positie van minderheden en de godsdienstvrijheid in Indonesië door Nederland
uitdrukkelijk aan de orde gesteld. Ik zal in de reguliere contacten en in het
kader van de dialoog der beschavingen een en ander ook aan de orde stellen.
1) Reformatorisch Dagblad, 3 april 2008
Ministerie van Buitenlandse Zaken