Algemene Onderwijsbond

datum: 16 april 2008


*In basis- en voortgezet onderwijs veel docenten naar hogere salarisschaal

*Percentages leraren in hogere schalen per bestuur of school vastgelegd

*Seniorenregeling bapo blijft, bezuiniging van de baan
*Sneller naar het maximumsalaris

*Invoeringstermijn blijft volgens AOb traag

AOb-voorzitter Walter Dresscher: âLerarenakkoord stapje in goede richting, maar geen definitieve oplossing van het tekortâ

Werken in het onderwijs wordt aantrekkelijker doordat een grote groep leraren op termijn in een hogere salarisschaal terecht komt. âEen jonge docent die nu meestal blijft hangen in de laagste salarisschaal ziet zijn carrièreperspectief flink verbeterenâ, zegt Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond over het vandaag bereikte akkoord rond het Actieplan Leerkracht . âBovendien hebben we als AOb met veel moeite weten te bereiken dat het percentage hogere schalen vastligt per schoolbestuur of zelfs per school.â

De maatregelen worden stapsgewijs ingevoerd en gelden voor alle onderwijssectoren van basisonderwijs tot en met hogescholen, al verschilt de uitwerking per sector. Dresscher: âIn het voortgezet onderwijs, waar de grootste tekorten worden verwacht, betekent het bijvoorbeeld dat een leraar die doorstroomt naar een hogere schaal op zijn maximumsalaris er bijna 500 euro per maand op vooruit gaat. Academici die lesgeven in de bovenbouw van havo en vwo komen uit op een maximumsalaris dat uiteindelijk meer dan 1100 euro hoger ligt dan op dit moment.â Zeker in de grote steden en Almere is het gelukt extra veel leraren voorgezet onderwijs in een hogere schaal te krijgen, slechts een kleine groep zal starten in de laagste salarisschaal. De invoering hiervan vindt stapsgewijs plaats tussen 2009 en 2014. âOok in het basisonderwijs gaan vier van de tien leraren naar een hogere schaalâ, aldus Dresscher.

Een pluspunt van het akkoord is dat de koppeling met het opleidingsniveau, zoals de commissie Rinnooy Kan dat wilde en die was verdwenen uit het Actieplan van Plasterk, nu weer terug is. âBovendien is het ons gelukt vast te leggen hoeveel mensen in een hogere schaal terecht kunnen en op welke gronden. Dat geeft leraren zekerheid en voorkomt dat werkgevers proberen zoveel mogelijk goedkoop personeel aan te stellenâ, aldus Dresscher. Alle maatregelen staan los van de normale cao-afspraken en komen daar bovenop.

De AOb heeft daarnaast de succesvolle seniorenregeling weten te behouden, waardoor het voor ouderen mogelijk blijft om met een eigen bijdrage een aantal uren per week korter te werken. Het aantal jaren dat leraren er over doen om hun maximum bereiken wordt bekort, maar verschilt per onderwijssector. Wie in basis- of voortgezet onderwijs niet profiteert van de inkorting krijgt in de meeste gevallen een toeslag, iets wat de minister eerst niet van plan was. Het gaat om 850 tot 1000 euro per jaar. Op de dag van de leraar (5 oktober) in 2008 krijgen bovendien alle personeelsleden (ondersteunend en onderwijzend) in het onderwijs een bonus van 200 euro (op fulltime basis).

Walter Dresscher is tevreden over het bereikte resultaat, maar staat niet te juichen. Door het schrappen van de bezuiniging van 100 miljoen euro op de ouderenregeling, was er ook minder geld beschikbaar voor het tempo waarin de salarisverbeteringen worden doorgevoerd. âMinister Plasterk heeft steeds herhaald dat het om 1,1 miljard gaat, maar in deze kabinetsperiode gaat het voor de salarisparagraaf om iets meer dan de helft. De minister heeft toen hij zei dat hij het rapport Rinnooy Kan ging uitvoeren, verwachtingen gewekt die hij niet volledig waarmaakt.â

De uitvoering van het actieplan is daarom wat Dresscher betreft wel een stap in de goede richting, maar absoluut niet de definitieve oplossing van het dreigende lerarentekort. âKijk alleen al naar de termijn waarop het plan volledig is ingevoerd, namelijk in 2020, drie kabinetten en drie ministers van onderwijs verder. Dan zijn de jongeren die nu afstuderen aan de lerarenopleidingen al weer twaalf jaar aan het werk.â

Plasterk schreef in zijn oorspronkelijke plannen al dat hij hoogstens een derde van het tekort kan voorkomen. Dresscher verwacht dat ook die gedachte op basis van het huidige akkoord aan de optimistische kant is. âDat maakte voor ons de afweging erg ingewikkeld: laten we dit geld liggen of proberen we er een zinvolle besteding aan te geven. Uiteindelijk is gekozen voor het laatste, omdat anders het gevaar zou ontstaan dat het wel beschikbare geld niet daadwerkelijk besteed zou worden aan verbetering van het carrièreperspectief. Door dat per schoolbestuur of school vast te leggen in percentages weet iedereen waar hij aan toe is. Als vakbond zullen we er natuurlijk ook streng op toezien dat de hogere percentages ook op de loonstrook terecht komen. En zodra we merken dat het lerarentekort weer oploopt staan we meteen weer bij de minister op de stoep.â

In het kort gaat het per sector om de volgende maatregelen:


*Inkorten van de salarislijnen in het primair onderwijs van 18 naar 15 jaar. Op dit moment zit maar 1 procent van de leraren basisonderwijs in LB, straks moet 40 procent doorstromen naar LB, 2 procent naar LC. Van die schalen ligt het maximum respectievelijk 316 en 583 euro hoger dan de 3200 van nu. Ook in het speciaal onderwijs zijn er verbeteringen. Per school en schoolbestuur wordt vastgelegd hoeveel leraren er moeten zijn, voor het basisonderwijs is dat 1 op 22. De invoering van deze maatregelen vindt plaats tussen 2010 en 2014. Leraren die in schaal LA op hun maximum zitten of niet profiteren krijgen een toelage.


*In het voortgezet onderwijs wordt de salarislijn ingekort van 18 naar 12 jaar. Een leraar met een eerstegraads bevoegdheid (academische opleiding of vergelijkbaar) die een deel van zijn lessen geeft in de bovenbouw havo/vwo krijgt uiteindelijk recht op salarisschaal LD. Ten opzichte van de huidige schaal LB waarin veel jonge docenten zitten, betekent dat een verbetering van het carrièreperspectief met ruim 1100 euro. Andere docenten kunnen op basis van opleiding of ervaring overstappen van LB naar LC en verbeteren daarmee hun maximaal bereikbare salaris met 487 euro. Het gaat om 10 procent meer mensen in LC en 11 procent meer in LD. Ook in het voortgezet onderwijs worden deze percentages per schoolbestuur vastgelegd. Scholen in de vier grote steden, Almere en de directe omgeving krijgen aanmerkelijk meer mogelijkheden mensen in hogere schalen te benoemen door een regionale arbeidsmarkttoeslag. Maar liefst 56 procent kan naar LC.


*In het middelbaar beroepsonderwijs gaan de salarislijnen van 15 naar 12 jaar. Zowel de startsalarissen als de maxima gaan omhoog.


*In het hoger beroepsonderwijs zijn de salarislijnen al verminderd naar 12 jaar. Die middelen worden vooral gebruikt voor het ophogen van de percentages leraren in hogere salarisschalen. Over de precieze invulling maken bonden en werkgevers nadere afspraken.

In de hoofdlijnen van het akkoord dat u hieronder kunt downloaden staan de laatst beschikbare gegevens, kleine afwijkingen van alle bedragen zijn mogelijk