Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

VO-raad: Onderhandelaarsakkoord Leerkracht eerste stap in goede richting

De VO-raad is gematigd positief over onderhandelaarsakkoord Leerkracht. Al het geld dat nu beschikbaar is, wordt goed besteed en komt bij alle docenten terecht: niet alleen bij de academici, maar ook bij de vmbo-docenten. Niet alleen bij de oudere, maar ook bij de jongere docenten. De geldkoffer van Plasterk is helemaal leeg, inclusief de voering. Maar we zijn er nog niet. Er wordt nu een eerste stap gezet om het lerarentekort op te lossen, maar om het probleem echt op te lossen is meer geld nodig.

Sjoerd Slagter, voorzitter VO-raad: "Er moet nu iets gebeuren. Het lerarentekort is te urgent. De helft van alle scholen kampt al met onvervulde vacatures en steeds meer onbevoegden voor de klas. Daarom is het onverantwoord om dit geld te laten liggen, ook al weten we dat het veel te weinig is." Tienduizenden docenten verlaten de aankomende vijf jaar het voortgezet onderwijs. Daarom blijft de bewindslieden wijzen op de structurele tekorten. Alleen al voor de VO-sector is per direct 800 miljoen euro per jaar nodig om het lerarentekort op te lossen. Zoals het er nu naar uitziet zal pas in 2020 maximaal 400 miljoen beschikbaar zijn.

Goede combinatie van generieke maatregelen en meer carrièreperspectieven Wij hebben ons in de onderhandelingen hard gemaakt voor een goede combinatie van een generieke maatregelen en het bieden van meer carrièreperspectieven voor leraren. We zijn blij dat dat gelukt is. Door de afspraken die nu gemaakt zijn, gaan leraren meer verdienen en komen er meer docenten in hogere (beter betaalde) functies. Door de salarislijnen in te korten van 18 naar 12 jaar, gaan docenten er op lifetimebasis ongeveer 15-20% op vooruit.

Docenten aan het begin van de salarislijn gaan er meer op vooruit dan docenten die op hun maximum zitten. Het feit dat docenten veel sneller dan tot nu toe hun maximum salaris bereiken, is belangrijk om het leraarsberoep aantrekkelijker te maken. Het onderwijs loopt hierdoor meer in de pas bij het bedrijfsleven.

In de onderhandelingen hebben de minister en de bonden ingezet op het zoveel mogelijk landelijk vastleggen van de afspraken en percentages. De VO-raad heeft de minister en de bonden ervan weten te overtuigen dat het personeelsbeleid en het onderwijskundig beleid van de school een factor van betekenis blijft.

Het onderhandelaarsakkoord wordt op korte termijn ter goedkeuring voorgelegd aan de achterban van de VO-raad.

EINDE BERICHT
Noot voor de redactie,