Universiteit van Tilburg 15 april 2008
Alternatieve mondiale regelgeving brengt mensenrechten in het geding
Promotie Richard Steenvoorde over internationaal recht
Door de globalisering zijn nieuwe vormen van internationale
economische regelgeving ontstaan, die zich gedeeltelijk onttrekken aan
het traditionele internationaal recht. Dat concludeert de jurist
Richard Steenvoorde in het proefschrift waarop hij op 21 april
promoveert aan de Universiteit van Tilburg. Hij vraagt zich af of de
nieuwe vormen van regelgeving op termijn voldoende waarborgen bieden.
Het internationaal recht ontstaat altijd als antwoord op een probleem
dat men door het vaststellen van internationale regels wil oplossen.
Als gevolg van de globalisering staat die rol van het recht als
probleemoplosser onder druk. Internationale economische betrekkingen
worden steeds complexer, de mondiale problemen steeds ingewikkelder,
en de financiële belangen steeds groter. Het klassieke internationaal
recht probeert ook voor nieuwe problemen oplossingen te bieden, maar
is daartoe niet altijd meer in staat.
Een goed voorbeeld hiervan is het Kyoto-protocol. Hierin probeerden
staten regels vast te stellen die de opwarming van de aarde als gevolg
van broeikasgassen zouden tegengaan. Maar de politieke en economische
belangen waren zo groot dat een mislukking al bij voorbaat vast stond.
Het door de Verenigde Naties bedachte Global Compact lijkt al betere
kansen te maken. In dit initiatief spraken bedrijven, maatschappelijke
organisaties en de VN regels af voor het beschermen van mens en
milieu. Staten speelden hierbij geen rol.
De jurist Richard Steenvoorde onderzocht hoe deze nieuwe vormen van
internationale regelgeving zich verhouden tot het klassieke
internationaal recht. Hij ontdekte drie patronen. Allereerst is er een
patroon waarbij regelsystemen gevormd worden door een combinatie van
bestaand internationaal recht en praktische regels die uit de praktijk
naar voren komen. Bij het tweede patroon gaat een nieuw regelsysteem
de concurrentie aan met het traditionele internationaal recht. Dit
gebeurt bijvoorbeeld bij de Fair Labor Association, een nu wereldwijd
initiatief rond maatschappelijk verantwoord ondernemen waarvan de
regels zijn gebaseerd op het Amerikaanse recht. Deze Amerikaanse
regels worden daarmee wereldwijd bindend. In dit geval is dat geen
verbetering, om omdat de internationale afspraken over de bescherming
van de rechten van arbeiders meer bescherming bieden dan het
Amerikaanse recht.
Een derde patroon dat Steenvoorde onderscheidt, ontstaat als
niet-statelijke actoren, zoals bedrijven, banken, of maatschappelijke
organisaties het internationaal recht vóór zijn. Een klassiek
voorbeeld is het Basel akkoord voor banken, dat moet voorkomen dat
financiële instellingen in de problemen komen omdat ze hun risico's
onvoldoende afdekken.
Keerzijde
Al deze patronen hebben gemeen dat ze wereldwijd geaccepteerd lijken
te worden zolang ze maar een effectieve oplossing bieden voor een
mondiaal probleem, zegt Steenvoorde in zijn proefschrift. De keerzijde
is echter dat deze nieuwe oplossingen zich geheel of gedeeltelijk
onttrekken aan een paar kernpunten van het internationaal recht. Het
is namelijk nog maar de vraag of de bescherming van de menselijke
waardigheid in economische betrekkingen beter gewaarborgd is. De
neiging bestaat al snel om dat wat praktisch is voor de bescherming
van grote economische belangen te laten prevaleren boven de
bescherming van individuele personen op de werkvloer.
Richard A.J. Steenvoorde (1973, Alkemade) studeerde rechten en
bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg. Hij werkte vanaf 1998
achtereenvolgens als juridisch adviseur van het CDA, bij het aan de
UvT gelieerde Institute for Globalisation and Sustainable Development
(Globus) en bij het departement Internationaal en Europees recht van
de Tilburgse Faculteit Rechtsgeleerdheid. Ondertussen studeerde hij
Politics and Theology aan het Sarum College in het Britse Salisbury en
Development Economics aan de London School of Economics. Ook doceerde
hij christelijke politieke filosofie aan het Sarum College. In 2005
stapte Steenvoorde over naar het Katholiek Netwerk te
's-Hertogenbosch, waar hij sindsdien adviseur christelijk-sociaal
denken is. Daarnaast werkt Steenvoorde sinds 2007 als onderzoeker bij
het Von Hügel Institute, St. Edmunds College van de University of
Cambridge.
Universiteit van Tilburg