Straf Nederlandse kinderpornoproducenten beter laat dan nooit

25/04/2008 14:41

Stichting Terre des Hommes Nederland

Terre des Hommes is blij dat Nederland de kinderpornoproducenten die in Brazilië in 2002 actief waren eindelijk serieus aanpakt. "Die verdragsbasis voor uitlevering was er in 2004 al, er is nu pas voldoende politieke wil om het te gebruiken."

De minister van Justitie gaf in het debat over de aanpak van de kinderpornoproducenten onder grote druk van de Kamer, snel toe. Er wordt snel onderhandeld over een terugkeerovereenkomst tussen Brazilië en Nederland. Dat maakt de weg vrij om Nederlanders uit te leveren.

Terre des Hommes stelt dat de regering de Kamer in 2004 onjuist heeft voorgelicht door te stellen dat er geen verdragsbasis was. Lucien Stöpler van Terre des Hommes stelt: "Die verdragsbasis was er al vanaf mid-2004 in het Verdrag tegen Transnationaal Georganiseerde Criminaliteit, inclusief de mogelijkheid om rekening te houden met een mogelijkheid om af te spreken dat een Braziliaanse straf in Nederland wordt uitgezeten. Er is nu pas voldoende politieke wil om het te gebruiken." Artikel 16, leden 4, 7, 10 en 11 van het genoemde Verdrag regelen dit. Er was dus wel een weigeringsgrond voor uitlevering, maar dat was nota bene in het verdrag dat de verdragsbasis voor uitlevering bood, geregeld. Er is geen WOTS-verdrag nodig om die weigeringsgrond (genoemd in artikel 4 van de Uitleveringswet) op te heffen, het is slechts een van de mogelijkheden.

De huidige minister Hirsh Ballin, die ook namens de minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, sprak, toonde zich bereid mee te werken aan de wil van de Tweede Kamer om eindelijk tot een rechtvaardige straf te komen door gebruik te maken van de mogelijkheid tot uitlevering en met Brazilië af te spreken dat de Nederlanders deze straf in hun eigen land uit kunnen zitten.

Die bereidheid ontbrak uitdrukkelijk bij de vorige ministers, die meewerkten aan de ontsnapping van de Nederlanders, geen werk maakten van een uitlevering, de rechtszaak volledig in het honderd zagen lopen zonder in te grijpen en nalieten ook maar iets richting de slachtoffers van de uitbuitingspraktijken door Nederlandse onderdanen - inclusief een marine officier - te ondernemen.

Terre des Hommes pleit voor meer aandacht voor de bestraffing van Nederlanders die zich in het buitenland schuldig maken aan uitbuiting van kinderen. Dat kan door vervolging in Nederland, uitlevering van verdachten aan landen die ze kunnen veroordelen voor misdaden en samenwerking tussen autoriteiten om bewijzen te verzamelen voor de vervolging van verdachten van de seksuele uitbuiting van kinderen.