NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2
Radio / TV-interview | 25-04-2008
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over kinderopvang en wijkaanpak
- KINDEROPVANG -
KOCKELMAN:
Kunt u garanderen dat ouders die allebei werken ook volgend jaar de
vergoeding voor de kinderopvang even groot terug krijgen als nu?
BALKENENDE:
U vraagt mij nu al uitspraken te doen over de precieze maatvoering ten
aanzien van wat er gebeurt met de kinderopvang. Dat kan ik nu nog niet
geven en dat zou ik ook niet willen, omdat we pas op Prinsjesdag de
plannen naar buiten zullen brengen.
KOCKELMAN:
Maar ik vraag het, want in alle kranten staat, en dat is na afloop van
het kabinetsberaad ook bevestigd, dat er wel gaat worden ingegrepen in
die maatregel, omdat de kosten de pan uitlopen.
BALKENENDE:
Kijk het is zo: de kinderopvang is van belang. Als je de participatie,
deelname aan betaalde beroepsarbeid wilt versterken, dan helpt
kinderopvang. We hebben als kabinet gezegd: we willen dat er elk jaar
meer geld wordt besteed aan kinderopvang. Dat gebeurt ook. Alleen wat
zien we op het ogenblik: de kostenontwikkeling is van dien aard dat we
een situatie krijgen dat zaken moeilijk meer in de hand te houden
zijn.
KOCKELMAN:
Maar daar bent u toch ook voor gewaarschuwd? Toen u zei: die
vergoeding, die is nodig, want we willen meer vrouwen aan het werk,
toen riep alles en iedereen: als u dat gaat doen, dan gaat iedereen
zich melden en dan kunt u dat straks niet meer betalen. En toch hebt u
dat doorgezet, want u zei: ik vind het heel belangrijk dat al die
vrouwen aan het werk gaan. En nu is het zover en nu draait u het weer
terug.
BALKENENDE:
Nee, we draaien niks terug. Wat we doen is zorgen dat datgene wat we
hebben beloofd, namelijk een toename van gelden voor kinderopvang, dat
wordt gewoon gerealiseerd. Dat is denk ik gewoon het goede nieuws.
Alleen wanneer er zoveel mensen gebruik van maken, dan krijg je wel de
vraag van: gaat het nu niet veel te veel kosten. En bovendien..
KOCKELMAN:
Dat was toch de bedoeling, dat die mensen er gebruik van zouden maken?
BALKENENDE:
Ja, maar geen kostenexplosie. Want als die kosten dusdanig stijgen dat
dat ten koste gaat van onderwijs en veiligheid, dan moet je toch even
achter je oren krabben. Wat hebben wij nu gezegd vandaag? Er zijn een
paar zaken die we onder ogen moeten zien. Er zijn allerlei
mogelijkheden op het gebied van gastouderprojecten, voorzieningen voor
opa's en oma's. Dan is de vraag: werkt dat allemaal, met die kosten,
nu geweldig goed door in de arbeidsparticipatie? Daar hebben we
twijfel over. Dat is één.
KOCKELMAN:
Sterker nog: het Centraal Planbureau zegt: als je er heel veel geld
aan uitgeeft, dan zie je dat niet of nauwelijks terug in de
arbeidsparticipatie.
BALKENENDE:
Ja, en dat is ook de reden waarom wij onder ogen moeten zien hoe het
dan zit met dat soort faciliteiten.
KOCKELMAN:
Waarom blijft die regeling dan bestaan, als het geen enkel werk op
levert?
BALKENENDE:
Ja, dat is de keuze die destijds is gemaakt om het gewoon makkelijker
te maken voor mensen om gebruik te maken van kinderopvang, ook meer
keuze te bieden aan ouders, van hoe je het wilt oplossen.
KOCKELMAN:
Maar het doel, meer vrouwen met name aan het werk, wordt dus daarmee
niet gehaald?
BALKENENDE:
Kijk, het probleem is dit: Met een aantal faciliteiten bij de
kinderopvang werkt het wel. Wanneer vaders en moeders kinderen hebben
en gedurende een deel van de week kunnen de kinderen naar
kinderopvang, dan kun je gewoon werken. Dus dat is een evident verband
tussen kinderopvang en bevordering van participatie. Maar we zien ook
dat er situaties zich voordoen, dat bijvoorbeeld, ik noem maar iets,
de zorg in de informele sfeer die vroeger gewoon niet werd betaald
maar werd verricht..
KOCKELMAN:
Opa's en oma's die oppassen, de buurvrouw...
BALKENENDE:
Bijvoorbeeld. Dan zeg je: dat is op zichzelf natuurlijk gewoon
prachtig dat die zorg bestaat, alleen wanneer je dat gaat
economiseren, wanneer je dat van een prijskaartje gaat voorzien, dan
is de vraag of dat allemaal wel zo enorm veel helpt. Waar ik nu
tegenop loop, waar het kabinet tegenop loopt, dat is dat de kosten
dusdanig fors worden dat we echt onze ogen niet kunnen sluiten.
KOCKELMAN:
Maar helpt die kinderopvang nu wel of niet bij het creëren van extra
arbeidsplaatsen in de zin dat meer vrouwen gaan werken?
BALKENENDE:
Ik algemene zin helpt kinderopvang. Alleen, wat we nu op het ogenblik
zien, dat is het interessante van de huidige ontwikkelingen, we zien
op het ogenblik een enorme toename in de kosten van de kinderopvang.
Dat is één. Twee: als je nu kijkt, is er dan een even grote of
vergelijkbare stijging van de arbeidsparticipatie? Dat doet zich niet
voor.
KOCKELMAN:
Maar toch gaat er dit jaar 500 miljoen die kant op en misschien
volgend jaar wel een even groot bedrag, of in die orde van grote, dus
bijna een miljard. Maar waarom zou je er dan zoveel extra geld aan
uitgeven als het niet het gewenste effect heeft?
BALKENENDE:
U moet een onderscheid maken tussen het bevorderen van kinderopvang.
Als de goede instrumenten worden gekozen dan werkt het ook goed voor
bevordering van arbeidsparticipatie. Alleen wat we op het ogenblik
zien..
KOCKELMAN:
Dus als we opa's en oma's gaan betalen, dan gaat het mis?
BALKENENDE:
Ik denk dat er een aantal elementen in zit. Het geld gaat nu in
bureaus en dat soort dingen zitten, dat je zegt: dat gaat gepaard met
een hoop kosten, waarvan je echt de vraag moet stellen van: en wat
betekent dat nu? En niemand kan mij uitleggen op het ogenblik dat die
enorme kostentoename, dat dat eigenlijk een veel minder effect heeft
op de werkelijke toename van die deelname aan de beroepsarbeid.
KOCKELMAN:
Blijft staan de vraag: krijgt iedereen straks die vergoeding nog?
BALKENENDE:
Iedereen, dat zullen we moeten zien. U vraagt mij nu om de precieze
invulling te geven van de maatregelen.
KOCKELMAN:
Weet u dat nog niet dan?
BALKENENDE:
Nee, want we hebben dit gezegd vandaag: A: er is een enorme
kostentoename, B: daar kunnen we onze ogen niet voor sluiten, C: er
zijn een paar categorieën waar we echt van zullen zeggen: daar gaan we
goed naar kijken. Ik heb u de voorbeelden genoemd. Wat we nu gaan doen
de komende periode is heel goed kijken van: wat mag je van ouders
vragen op het gebied van de kinderopvang. Daar moet je heel goed naar
kijken want dat heeft te maken met de inkomens van mensen.
KOCKELMAN:
Maar mijnheer Balkenende, de tijdelijke contracten lopen zo'n beetje
in mei af. Als mensen overwegen om weer aan een nieuw contract te
beginnen of misschien wel aan een nieuwe baan te beginnen, willen ze
weten of ze straks nog een vergoeding krijgen om de kinderen kwijt te
kunnen. Bovendien: wachtlijsten voor kinderopvang, als je dat nodig
hebt, die bedragen soms wel een jaar!
BALKENENDE:
Maar wij houden ook rekening met het feit dat je de verandering niet
zomaar in één keer kunt doorvoeren. Je moet daar een zekere tijd voor
nemen. De precieze maatvoering, en natuurlijk ook de situatie in dit
jaar en volgend jaar en over twee jaar...
KOCKELMAN:
Maar dit gaat toch over 2009 ook, volgend jaar?
BALKENENDE:
Kijk, die kostenontwikkeling zien we nu al. Alleen wat wij doen is een
berekening maken van waar je je bijvoorbeeld in het jaar 2011, het
laatste jaar van dit kabinet, waar zou je uitkomen? Als je er je ogen
voor sluit, dan heb je een kostenexplosie. Dat wil je niet. En dat
betekent dat je nu alles moet doen om zaken beheersbaar te houden. En
dat kun je met een zekere maatvoering doen.
KOCKELMAN:
Maar ik wil het dicht bij huis hebben. Als mensen overwegen: moet ik
nu wel of niet aan die baan beginnen, of moet ik mijn kind nu wel of
niet inschrijven bij het kinderdagverblijf, want dat gaat in september
lopen, dat is een contract, dat sluit je af voor een jaar, kun je dat
nu wel of niet doen als je niet zeker weet dat je die vergoeding
krijgt?
BALKENENDE:
Het is zo dat wanneer men gebruik maakt van kinderopvang, daar betalen
mensen een bedrag voor. Heb je een laag inkomen, dan betaal je
betrekkelijk weinig, heb je een hoog inkomen, dan betaal je duidelijk
meer. Dan is de vraag: wat vraag je aan mensen? Dat is één discussie.
Wat doe je aan de kosten die mensen betalen voor kinderopvang. Dat is
een kernvraag. Dat is één. Het tweede is: er zijn nu faciliteiten in
de sfeer van gastouders. Moeten we dat niet heroverwegen. Dat zijn
twee belangrijke categorieën. Daarmee is natuurlijk nog niet gezegd
dat mensen.. Natuurlijk kunnen mensen inschrijven voor kinderopvang.
KOCKELMAN:
Maar ze willen weten of ze dat geld krijgen.
BALKENENDE:
Ja, maar kijk.. Geld krijgen? Je betaalt altijd voor kinderopvang
alleen...
KOCKELMAN:
Je krijgt er een vergoeding voor terug.
BALKENENDE:
Je betaalt en we hebben een inkomensafhankelijke situatie daarbij.
KOCKELMAN:
Ik vraag het omdat in de krant stond vanochtend dat als je zeg
anderhalf keer modaal verdient met zijn tweeën, 45.000 euro per jaar,
dat je dan gekort gaat worden. En daar zit je al snel aan hoor, met
twee volledige banen.
BALKENENDE:
Dat is nu precies het punt waar we ook in het kabinet nu verder over
spreken, wat betekent dat? En daarover hebben nog helemaal geen
uitspraak gedaan, we hebben gezegd: je moet heel goed onder ogen zien,
wat betekent de bijdrage die mensen betalen voor kinderopvang? Dat
behoort ook op een zorgvuldige manier te worden berekend, en daar
zullen we in augustus onze besluiten over nemen.
- WIJKAANPAK -
KOCKELMAN:
Ander onderwerp. Er komt meer geld voor de oogappel van het kabinet,
met veel bombarie gepresenteerd bij het aantreden van dit kabinet, de
probleemwijken. dat moeten prachtwijken worden. Groot probleem, wat de
financiering komt niet echt van de grond. Overleg met de
woningcorporaties, dat loopt allemaal niet, de Algemene Rekenkamer
stelt nu al een onderzoek in, nooit vertoond bij lopend beleid zo
vroeg, omdat ze zich zorgen maken. Bent u er nou gerust op dat met een
beetje extra geld, dat dat nog steeds tot een succes leidt?
BALKENENDE:
Wanneer we het hebben over de verbetering van wijken, dan heb je
iedereen daarvoor nodig: Rijksoverheid, gemeenten, corporaties. En
Rijk, gemeenten en corporaties hebben elkaar ook nodig. Corporaties
investeren in woningen. Gemeenten zijn er goed mee bezig en dat geldt
evenzeer voor het kabinet. We hebben natuurlijk vandaag gesproken
over: hoe gaan we daar verder mee om, wat zijn de financiële kaders en
wat kunnen wij in dit geval minister Vogelaar bieden.
KOCKELMAN:
Maar hebt u er vertrouwen in dat het een succes wordt?
BALKENENDE:
Ik heb in ieder geval de indruk dat, ook met de financiële
mogelijkheden die worden geboden, dat is ook van belang, want we
hebben het niet over mevrouw Vogelaar alleen, het gaat om het kabinet
in relatie tot de aanpak van wijken.
KOCKELMAN:
Ik heb het nog helemaal niet over mevrouw Vogelaar gehad.
BALKENENDE:
Ik doe het zelf maar even, dan ben ik u misschien wat voor.
KOCKELMAN:
Waarom begint u nu over mevrouw Vogelaar eigenlijk?
BALKENENDE:
U heeft het over geld voor wijken. En dat raakt natuurlijk de
verantwoordelijke minister. Dan is het ook heel goed om te kijken van:
wat is daar voor nodig. Daar hebben we ook gesprekken over gehad, de
afgelopen tijd, regelmatig moet ik zeggen, met de betrokken minister.
KOCKELMAN:
Maar hebt u er nou vertrouwen in dat het een succes wordt?
BALKENENDE:
Ik heb de indruk dat ook met wat we nu doen, dat zijn steentjes die
kunnen worden bijgedragen aan de verbetering van wijken. Gaat dat
vanzelf? Nee, het gaat niet vanzelf. Maar ik zeg er dus ook bij: het
is niet alleen een zaak van een minister of van een kabinet, het is
een zaak van én gemeenten, én corporaties..
KOCKELMAN
En kan deze minister het nog doen? Want ze is behoorlijk snel
afgebladderd de afgelopen dagen.
BALKENENDE:
Weet u, in de politiek gebeurt het heel vaak dat er wel eens forse
weken zijn. dat maakt ieder van ons wel mee.
KOCKELMAN:
Hebt u nog alle vertrouwen in haar?
BALKENENDE:
Ik heb vertrouwen in minister Vogelaar.
KOCKELMAN:
Volledig?
BALKENENDE:
Ik heb volledig vertrouwen in minister Vogelaar.
KOCKELMAN:
Spreekt u met haar over dit soort dingen? Coacht u haar?
BALKENENDE:
Daar gaat het niet om. Het gaat erom dat je wel onder ogen ziet: hoe
staan de zaken ervoor. Ik heb het natuurlijk de afgelopen tijd met
enige regelmaat zelf gehad over de vraag: hoe zit het met de
corporaties? Ik heb gezien wat er gebeurt. Dan heeft bijvoorbeeld
mevrouw Vogelaar goede contacten met de koepel van de corporaties,
Aedes. Dan blijkt dat de achterban soms toch weer even iets ander
denkt over afspraken die eerder zijn gemaakt.
KOCKELMAN:
Dus u heeft de vinger aan de pols gehouden?
BALKENENDE:
Ik heb de afgelopen tijd aan haar gevraagd van: hoe gaan zaken? Want
het is natuurlijk haar eerste verantwoordelijkheid. Net zo goed als
dat ik ook deze week weer heb gezegd: dat was weer een pittig debat in
de Kamer. Dat zeg je dan ook tegen elkaar.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, EV)
Ministerie van Algemene Zaken