Akkoord over waarschuwingsregister detailhandel

06/05/2008 09:41

College Bescherming Persoonsgegevens (CBP/ Kamer)

Waarschuwingsregister krijgt extra waarborgen en mag dan worden uitgebreid

De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) en de stichting Fraude Aanpak Detailhandel (FAD) hebben wijzigingen aangebracht in het waarschuwingsregister voor interne fraude binnen de detailhandel naar aanleiding van een onderzoek van het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Dit is voor het CBP reden om van verdere handhavingsstappen af te zien.

De RND en de FAD hebben de voorwaarden voor opname in het register nu nader uitgewerkt. Winkelbedrijven zullen bij iedere fraudezaak aan de hand van verschillende criteria een belangenafweging maken voordat eventuele registratie in het waarschuwingsregister mogelijk is. In dat kader wordt rekening gehouden met de duur van het dienstverband, de leeftijd en functie van de medewerker, de aard en omvang van de fraude en de gevolgen daarvan en de vraag of er sprake is van verzachtende of verzwarende omstandigheden. De RND en de FAD zullen stoppen met de praktijk waarbij alle vergrijpen, ook zeer kleine, werden geregistreerd en de mogelijke gevolgen voor de betrokkenen niet werden meegewogen.

In de toekomst kunnen alle winkelbedrijven, inclusief kleine zelfstandigen, ter voorkoming van fraude gebruik maken van het waarschuwingsregister mits zij aan alle regels voldoen. Ook stagemedewerkers en uitzendkrachten kunnen in het waarschuwingsregister worden geplaatst. Zo wordt gewaarborgd dat alle medewerkers op dezelfde wijze worden behandeld bij interne fraude. Medewerkers worden bij de aanvang van de arbeidsrelatie ingelicht over het waarschuwingsregister. In geval van registratie ontvangt een medewerker informatie over de wijze waarop hij bezwaar kan maken bij een onafhankelijke klachtencommissie, het CBP of de rechter.

Een waarschuwingsregister is een zwarte lijst. Zwarte lijsten kunnen mensen uitsluiten van bepaalde producten, diensten of voorzieningen. Zij zijn dus bepalend voor de wijze waarop de geregistreerde persoon in het maatschappelijk verkeer wordt beoordeeld of behandeld. De Wet bescherming persoonsgegevens stelt minimumeisen aan een dergelijke verwerking van gegevens over mensen. Deze eisen betreffen een redelijke belangenafweging, zorgvuldigheid en het verschaffen van informatie aan mensen die op een lijst kunnen worden geplaatst en worden geplaatst. Op de website www.cbpweb.nl is een checklist te vinden om tot een goede besluitvorming over de opzet van een zwarte lijst te komen.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt. Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.





http://www.cbpweb.nl

http://www.cbpweb.nl