Uitgangspunten en normen voor bedrijfsbegrotingen varkenshouderij voor de lange termijn vastgesteld

Onlangs heeft het overleg prijsindicaties varkenshouderij de uitgangspunten en normen voor de bedrijfsbegrotingen voor de lange termijn vastgesteld. Deze normen worden gebruikt bij bedrijfsbegrotingen en bij aanvragen voor het borgstellingfonds. Het saldo voor de lange termijn is voor de zeugenhouderij vastgesteld op ¤ 325 per gemiddeld aanwezige zeug per jaar en voor de vleesvarkenshouderij op ¤ 65,- per jaar (exclusief berekende rente). In tabel 1 zijn de onderliggende normen voor de vastgestelde saldo's weergegeven. Tabel 1: De begrotingsnormen varkenshouderij (prijzen inclusief BTW, toeslagen, kortingen enz.) voor de lange termijn (KWIN 2008-2009) Omschrijving hoeveelheid prijs bedrag
(euro's) (euro's)
VERMEERDERING
Opbrensten
Afgeleverde biggen (25 kg) 25,4 40 1 016
Slachtzeugen en uit uitgeselecteerde opfokzeugen 61 Totaal opbrengsten 1 077
Af: kosten aankoop opfokzeugen en voer
Aankoop opfokzeugen (7 mnd) 108
Voer opfokzeugen en zeugen 1 206 kg 0,20 241
Voer biggen 732 kg 0,30 220
Zoekbeer 1
Totaal kosten aankoop 570
Voerwinst per gemiddeld aanwezige zeug per jaar 507 Af: overige toegerekende kosten 182
Saldo per gemiddeld aanwezige zeug per jaar 1) 325 VLEESVARKENS
Opbrengsten
Afgeleverd vleesvarken 91 kg 1,30 118,3
Totaal opbrengsten 118,3
Af: kosten aankoop big en voer
Opgelegde big (25 kg) incl. transport 41,0
Voer 247 kg 0,20 49,4
Uitval 1,7
Totaal kosten aankoop 92,1
Voerwinst per afgeleverd vleesvarken 26,2
Af: overige toegerekende kosten 5,0
Saldo per afgeleverd vleesvarken1) 21,2
afgeleverd varken per aanwezig varken per jaar x 3,09 Voerwinst per gemiddeld aanwezig vleesvarken per jaar 81 Saldo per gemiddeld aanwezig vleesvarken per jaar1) 65 Als gevolg van vooral slechte oogsten en lage wereldvoorraden zijn vanaf eind jaar 2006 de voerprijzen sterk gestegen. Voor de lange termijn wordt wel verwacht dat de voerprijzen weer zullen dalen ten opzichte van het huidige niveau, maar uiteindelijk op een hoger niveau stabiliseren dan waar voorheen vanuit gegaan werd. Daarnaast wordt verwacht dat de voermarkt de komende jaren met grotere schommelingen te maken krijgt. In bovenstaande rekenschema's is een langjarig hogere voerprijs opgenomen. De afronding van het ingerekende prijsniveau accentueert de verwachte prijsuitslagen op de voermarkt. Hoewel de huidige hoge voerprijs op korte termijn het saldo sterk negatief beïnvloedt, zal op termijn de hogere voerprijs zich vertalen in hogere opbrengstprijzen voor vlees en biggen. De laatste jaren sterk gestegen biggenexport geeft de Nederlandse zeugenhouderij meer risico ten tijde van calamiteiten en exportverboden. Een exportverbod zal een sterke tijdelijke daling van de biggenprijs tot gevolg hebben. In de opgenomen langjarige biggenprijs is hier rekening meegehouden. Nieuw in de begroting is het opnemen van een post overige veekosten in de toegerekende kosten. Hieronder vallen aankopen, zoals klein materiaal, die niet ondergebracht kunnen worden bij de andere kostenposten. Deze bedragen ¤ 13,- per zeug en ¤ 2,- per aanwezig vleesvarken. De afzetkosten van mest zijn niet in het saldo opgenomen, maar blijft een punt van aandacht in begrotingen. Op basis van de genoemde uitgangspunten is de begrotingsnorm voor kosten voor mestafzet naar derden middels lange transportafstanden op ¤ 18,00 per m3 gesteld inclusief de kosten voor afzetovereenkomsten, mestbewerking, tussenopslag, rechten, wegen en bemonstering. De mestafzetkosten moeten regionaal en bedrijfsspecifiek worden begroot. Op www.asg.wur.nl is een uitgebreidere toelichting te lezen van het prijsoverleg. De normen en de uitwerking van de normen worden gepubliceerd in de bundel 'Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2008-2009 (KWIN-V 2008-2009)', een uitgave van de Animal Sciences Group. Deze komt omstreeks augustus beschikbaar.