Brussel, 6 mei 2008
Interne markt: Commissie vraagt België om wet op door particuliere
ziekenfondsen aangeboden aanvullende ziektekostenverzekering te wijzigen
De Europese Commissie heeft België formeel verzocht om zijn nationale
wetgeving zodanig te wijzigen dat particuliere ziekenfondsen aan de
EU-verzekeringsrichtlijnen voldoen wanneer zij aanvullende
ziektekostenverzekeringen aanbieden die buiten het toepassingsgebied van het
wettelijk stelsel van sociale zekerheid vallen. In België gelden immers
specifieke nationale voorschriften voor particuliere ziekenfondsen, die niet
aan de EU-voorschriften betreffende de solvabiliteit van, het toezicht op en
de financiering van verzekeraars onderworpen zijn. De Commissie vreest dat
dit zowel in een ongelijke bescherming van verzekeringnemers als in
marktverstoringen kan resulteren. Het verzoek neemt de vorm aan van een "met
redenen omkleed advies", de tweede fase van de inbreukprocedure van artikel
226 van het EG-Verdrag. Indien de Commissie binnen twee maanden geen
bevredigend antwoord heeft ontvangen, kan zij de kwestie bij het Europees
Hof van Justitie aanhangig maken.
In december 2006 heeft de Commissie België al een aanmaningsbrief
toegezonden (zie IP/06/1781) met betrekking tot de activiteiten van
Belgische particuliere ziekenfondsen op het gebied van de aanvullende
ziektekostenverzekering die buiten het toepassingsgebied van het
wettelijk stelsel van sociale zekerheid valt.
Volgens de Commissie zijn de eerste en de derde
schadeverzekeringsrichtlijn (de Richtlijnen 73/239/EEG en
92/49/EEG van de Raad) op Belgische particuliere ziekenfondsen van
toepassing wanneer deze op de markt aanvullende
ziektekostenverzekeringen aanbieden. De Commissie was tevens de mening
toegedaan dat de Belgische wetgeving die op particuliere ziekenfondsen
van toepassing is (de wet van 6 augustus 1990), de bepalingen van
bovengenoemde richtlijnen onjuist en onvolledig ten uitvoer legt wat
de activiteiten van particuliere ziekenfondsen op het terrein van de
aanvullende ziektekostenverzekering betreft.
Een van de problemen die de Commissie in haar brief aan de orde heeft
gesteld, namelijk de kwestie van de dekking van de zogeheten "kleine
risico's" van zelfstandigen, is thans opgelost, aangezien België deze
dekking nu onder het toepassingsgebied van het wettelijk stelsel van
sociale zekerheid heeft gebracht.
De andere problemen waarop de Commissie heeft gewezen, zijn echter
niet verholpen.
De Commissie stelt noch de rol van particuliere ziekenfondsen in de
wettelijke regeling voor verplichte ziekteverzekering, noch de opzet
en regulering van particuliere ziekenfondsen met betrekking tot de
aanbieding van de wettelijk verplichte ziekteverzekering in vraag. Dit
is immers een aangelegenheid die buiten de werkingssfeer van de
geharmoniseerde EU-verzekeringswetgeving valt. Het ligt evenmin in de
bedoeling van de Commissie om particuliere ziekenfondsen te beletten
aanvullende ziektekostenverzekeringen aan te bieden. De Commissie is
echter wel van mening dat deze activiteiten moeten worden uitgeoefend
in overeenstemming met de pertinente bepalingen van de eerste en de
derde schadeverzekeringsrichtlijn omdat deze richtlijnen
verzekeringnemers en hun verzekerde verwanten betere garanties bieden,
met name in de vorm van strengere solvabiliteitsvereisten.
Daarom vraagt de Commissie aan België om zijn voorschriften
betreffende de activiteiten van particuliere ziekenfondsen op het
terrein van de aanvullende ziektekostenverzekering zodanig te wijzigen
dat zij in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht.
De meest recente informatie over de inbreukprocedures ten aanzien van
alle lidstaten kan worden geraadpleegd op het volgende adres:
http://ec.europa.eu/community_law/index_en.htm
---
Eerste Richtlijn 73/239/EEG van de Raad van 24 juli 1973 tot
coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met
uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening
daarvan, PB L 228 van 16.8.1973, blz. 3.
Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie
van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het
directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de
levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de Richtlijnen
73/239/EEG en 88/357/EEG (derde richtlijn schadeverzekering), PB L 228
van 11.8.1992, blz. 1.
European Union