De beste-en slechtste-landen om moeder te zijn. Nederland op 11de plek

06/05/2008 00:30

Save The Children Nederland

6 mei 2008. Save the Children publiceert vandaag voor het negende opeenvolgende jaar het rapport 'State of the World's Mothers 2008 - Closing the Survival Gap for Children under 5'. Het rapport vergelijkt het welzijn van moeders en kinderen in 146 landen en brengt een rangorde aan in de beste - en de slechtste - landen om moeder te zijn. De Scandinavische landen gaan aan top. Niger, Tsjaad en Jemen sluiten de rij. De top 10-landen scoren hoog op gezondheid, onderwijs en economische mogelijkheden voor vrouwen en kinderen. De landen onder aan de lijst laten het tegenovergestelde zien. Nederland staat, evenals vorig jaar, op de elfde plaats.

Het rapport toont aan dat wereldwijd 200 miljoen kinderen geen toegang hebben tot basisgezondheidszorg. Elk jaar sterven 10 miljoen kinderen aan de gevolgen van ziekten die gemakkelijk te voorkomen èn te genezen zijn, zoals diarree, mazelen en longontsteking, aan ondervoeding of aan complicaties bij de bevalling. Dat zijn 26.000 kinderen per dag.

Het 'State of the World's Mothers' rapport legt de nadruk op goedkope oplossingen voor deze problemen. Moeders spelen daarbij een sleutelrol: Steeds opnieuw blijkt dat het welzijn van de moeder een direct verband heeft met het welzijn van haar kinderen. Door moeders toegang te verschaffen tot onderwijs en gezondheidszorg en ze te ondersteunen bij het verkrijgen van een inkomstenbron, wordt hun overleving en die van hun kinderen veilig gesteld. Investeren in gezondheid, opleiding en welzijn van moeders betekent investeren in de komende generaties.

In 30 van de 55 onderzochte ontwikkelingslanden heeft ruim de helft van de kinderen geen toegang tot basisgezondheidszorg. Met een goed pakket aan essentiële gezondheidszorg zouden ruim 6 miljoen kinderen van de 10 miljoen die nu nog jaarlijks sterven, kunnen overleven. De aanbevelingen van Save the Chidlren zijn gericht op het:

-meer toegankelijk maken van basisgezondheidsvoorzieningen voor de armste en meest gemarginaliseerde moeders en kinderen,

-versterken van de bestaande gezondheidssystemen,

-ontwikkelen van moeder en kindzorg die aansluit bij de realiteit van de mensen die het moet bedienen,

-opleiden van gezondheidswerkers uit de gemeenschappen zelf,

-vergroten van overheidssteun voor moeder en kindzorg.

De kloof in beschikbaarheid van gezondheidszorgvoorzieningen voor moeders en kinderen is des te schrijnender als een vergelijking wordt gemaakt tussen landen, zoals Nederland, aan de bovenkant van de lijst en Niger dat de laatste plaats inneemt. Zo wordt in Nederland vrijwel elke bevalling professioneel begeleid, terwijl in Niger slechts 33 % van de vrouwen enige begeleiding krijgt. Een Nederlandse vrouw heeft gemiddeld 17 jaar onderwijs genoten en heeft een levensverwachting van 82 jaar. 76 % van de Nederlandse vrouwen maakt gebruik van moderne methoden van anticonceptie. Van elke 1000 levend geboren kinderen sterven er vijf voor het vijfde levensjaar. Daar staat tegenover dat in Niger de gemiddelde vrouw nog geen drie jaar onderwijs heeft gevolgd en dat de levensverwachting van de meisjes die nu geboren worden 45 jaar is. Slechts 4 % van de vrouwen in Niger gebruikt moderne anticonceptiemiddelen en een kwart van de kinderen overlijdt voor het vijfde levensjaar (dat zijn er 253 per 1000 levend geborenen). Negen van de tien moeders kunnen verwachten gedurende haar leven twee kinderen te verliezen.

Een foto van dit onderwerp is (rechtenvrij) beschikbaar op ANP Fotonet (www.anp-photo.nl) en zichtbaar op www.perssupport.nl.