verdeelmodel Wmo

Brief Sittard-Geleen over objectief verdeelmodel Wmo

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-CB-U-2839152

7 mei 2008

U heeft mij gevraagd een afschrift te sturen van mijn antwoord op de brief van het College van Burgemeester en Wethouders van Sittard-Geleen. Bijgaand treft u dit afschrift aan.

Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw.dr. J. Bussemaker

Geacht College,

Uw brief van 26 februari 2008 heb ik in goede orde ontvangen. U verwijst in uw brief naar een motie van uw College, waarin het ministerie verzocht wordt de toepassing van het objectief verdeelmodel te heroverwegen in verband met de teruggang in middelen, waarmee uw gemeente geconfronteerd wordt.

Naar aanleiding van uw brief hebben wij op donderdag 10 april jl. constructief overleg gevoerd over het objectieve verdeelmodel met uw medewerker de heer Römkens. Bij dit overleg waren ook vertegenwoordigers aanwezig van de gemeenten Doetinchem, Zutphen en Maasdriel, van de VNG, van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van bureau Cebeon.

In het overleg zijn de ervaringen van gemeenten met de Wmo in 2007 besproken en de verwachtingen voor 2008 en latere jaren in relatie tot het objectieve verdeelmodel.
Bureau Cebeon heeft de werking van het objectieve verdeelmodel, dat in 2008 met instemming van de VNG is ingevoerd, uitgelegd. Tevens is aangegeven dat volgens de regels van het gemeentefonds het cumulatieve herverdeeleffect voor geen enkele gemeente groter mag zijn dan EUR 15,00 per inwoner, per jaar. De suppletieregeling, die in de septembercirculaire 2007 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bekend is gemaakt, voorziet daarin voor 2008 en 2009. Daarmee wordt het herverdeeleffect van alle regelingen samen over meerdere jaren uitgesmeerd.

Op 10 april jl. is afgesproken dat het historische en het objectieve niveau voor de aanwezige gemeenten vergeleken wordt met vergelijkbare gemeenten om te bezien of er afwijkingen te constateren zijn en te verklaren. Deze bevindingen zullen we in een, voor de zomer te plannen, vervolgoverleg met elkaar bespreken.

De bevindingen uit de eerder genoemde vergelijking van uw gemeente en andere gemeenten zullen wij ter beschikking stellen aan het SCP. In december 2008 a.s. ontvang ik namelijk een advies van het SCP, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan het objectieve verdeelmodel. Het SCP-advies zal besproken worden in het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen tussen het kabinet en de VNG. Dat overleg is de geëigende plaats om conclusies te trekken over het Wmo-budget en over het objectieve verdeelmodel.

Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw.dr. J. Bussemaker