8 mei 2008

Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: P028

Wageningen Universiteit heeft dr. Han Lindeboom, directielid van Wageningen IMARES, benoemd tot buitengewoon hoogleraar Mariene ecologie. De leerstoel wordt ingebed bij de leerstoelgroep Aquatische ecologie en waterkwaliteitsbeheer. Lindeboom gaat hij zich één dag per week bezighouden met het ontwikkelen en uitdragen van fundamentele kennis die nodig is voor een duurzaam omgaan met de zee en haar bewoners. De leerstoel wordt gefinancierd door Wageningen IMARES.

Het wordt steeds drukker op zee. Windmolenparken en eilanden staan in de planning, de visserij moet duurzamer worden, klimaatverandering voltrekt zich merkbaar en het instellen van zeereservaten met bijzondere natuurwaarden staat hoog op de internationale agenda. Duurzame bescherming en gebruik van meestal onzichtbare natuur onder water is een van de grote uitdagingen waarvoor overheden, bedrijven, en wetenschappers zich geplaatst zien.

In een gebied waar menselijke activiteiten steeds meer leiden tot conflicten tussen ecologie en economie zal de wetenschap kennis en instrumenten moeten aanreiken om tot het gewenste beleid en beheer te komen. De recente ontdekking dat zich regelmatig grootschalige regimeverschuivingen in zeeën en oceanen kunnen voordoen, waarbij soorten plotseling verdwijnen of opkomen, onderstreept de complexiteit van dit systeem. Wat zijn de belangrijkste factoren die de ontwikkeling van het mariene systeem bepalen, wat zijn de effecten van menselijk gebruik op dit systeem en wat is de rol van soort- of habitatgerichte bescherming?

Prof. Lindeboom wil in een samenwerking tussen Wageningen IMARES en de Wageningen Universiteit (beide vallend onder Wageningen UR) de dynamiek van mariene systemen verder onderzoeken met de nadruk op natuurlijke variaties en effecten van langdurige stress, bijvoorbeeld in de vorm van exploitatiedruk of veranderend ruimtegebruik. Waarom nemen in de Noordzee en Waddenzee commercieel belangrijke vissen af, terwijl de totale visbiomassa stijgt? Wijting en kabeljauw zijn vrijwel verdwenen, terwijl dwergtong, garnaal en zeebaars floreren. In de Waddenzee planten mossels zich slecht voort, maar de totale biomassa van vogels en zeezoogdieren is momenteel op recordhoogte. Wat is de relatie met eutrofiëring, klimaatverandering of visserij?

Met de komst van nieuwe windparken en de instelling van zeereservaten in de Noordzee in de komende vijf jaar kan het effect van veranderend ruimtegebruik in de praktijk worden onderzocht. Met modellen gaat prof. Lindeboom met collega's bestuderen wat de effecten van verschillende mate van gebruik op het systeem zijn.

Han Lindeboom (Borne, 1952) groeide op in Hengelo waarna hij biologie studeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed zijn promotieonderzoek in het Zuidpoolgebied en bestudeerde koolstofmineralisatie in de Grevelingen en Oosterschelde. Sinds 1986 woont hij op Texel waar hij als marien ecoloog betrokken is bij onderzoek naar de effecten van menselijke handelingen op het mariene systeem.

Lindeboom is ook betrokken bij organisatie van zeeonderzoek als lid van de programmaraad Zee- en Kustonderzoek van NWO, coördinator van onderzoek in het windpark bij Egmond en als voorzitter van de Commissie voor Poolonderzoek. Ook bestuurlijke aspecten zijn een aandachtspunt voor Lindeboom We weten al veel van het mariene ecosysteem maar deze kennis wordt onvoldoende ingezet om tot een duurzaam beheer te komen. Met de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de komst van een Kaderrichtlijn Marien komt er steeds meer nadruk op bescherming van het systeem te liggen, zonder daarbij gebruiksfuncties onmogelijk te maken. Dat dit heel moeilijk is blijkt bijvoorbeeld uit de kokkel- en mosselvisserij. In een integrale aanpak zal dit samen met anderen bestudeerd worden.