abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
8 mei 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2008/2044 -
Onderwerp
Evaluatie spoorwetgeving
Geachte voorzitter,
Momenteel wordt de spoorwetgeving geëvalueerd. Conform de afspraak met uw Kamer
worden de Spoorwegwet, de Concessiewet, de lagere regelgeving en de vervoer- en
beheerconcessie in samenhang geëvalueerd. Mijn ambtsvoorganger heeft u het plan van
aanpak voor deze evaluatie op 23 mei 2006 aangeboden1. Hierin werd uitgegaan van een
TP PT
kabinetsstandpunt over de evaluatie eind 2008. Ik wil echter iets meer tijd uittrekken voor
deze belangrijke evaluatie.
Ten eerste wil ik niet alleen ingaan op de mate waarin de wetgeving werkt zoals beoogd
werd bij de inwerkingtreding ervan op 1 januari 2005 (de evaluatie), maar ook of deze
wetgeving geschikt is om nieuwe ontwikkelingen en ambities ten aanzien van het spoor
mogelijk te maken. Meer specifiek wil ik in ieder geval rekening houden met de volgende
ontwikkelingen:
1. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van de Landelijke Markt- en
Capaciteitsanalyses en de ambitie om 5% groei op het spoor vast te houden, heb ik
besloten met een MobiliteitsAanpak te komen. Deze zal in september 2008
verschijnen. In deze aanpak geef ik onder meer aan hoe ik mijn ambities en
doelstellingen ten aanzien van het spoor wil invullen. Deze invulling kan
consequenties hebben voor de spelregels en ordening (bijvoorbeeld op het punt van
capaciteitsverdeling en gebruiksvergoeding).
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal, Spoor: vervoer- en beheerplan, 29 984, nr 53, 23 mei 2006, Brief van de
TP PT
Minister van Verkeer en Waterstaat met daarbij het plan van aanpak voor de evaluatie.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Telefoon 070 - 351 6171
Postbus 20901 2500 EX Den Haag Fax 070 - 351 7895
Bezoekadres : Plesmanweg 1-6, Den Haag Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 of bus 22 vanaf station CS of met tramlijn 9 vanaf station HS
VENW/DGP-2008/2044
2. Na de zomer presenteert de Europese Commissie voorstellen voor wijzigingen van het
Eerste Spoorpakket gebaseerd op de analyse van de evaluatie van dit pakket. Het
Eerste Spoorpakket vormt een belangrijke bouwsteen van de huidige wetgeving en
stelt bijvoorbeeld regels ten aanzien van capaciteitsverdeling, de positionering van de
infrastructuurbeheerder, toezicht en non-discriminatoire toegang. Ik vind het van
belang dat het kabinetsstandpunt daar waar mogelijk rekening houdt met de
bevindingen van de commissie.
Ten tweede bevindt de evaluatie zich in de afronding van de eerste fase, de fase van
gegevensverzameling. Na het afronden van het rapport over de periode voor de
inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving (de zogeheten Nulmeting) begin dit jaar,
wordt gewerkt aan de evaluatie van de periode 2005-2007. Binnen diverse deeltrajecten
wordt hiertoe informatie verzameld. Zo hebben partijen in de spoorsector veel zorg
besteed aan hun inbreng voor deze fase in de vorm van Zelfevaluaties. Omdat op een
aantal fronten belangrijke ontwikkelingen zich eind 2007 voordeden, hebben enkele
partijen meer tijd nodig gehad om de inbreng te leveren. De kwaliteit van de zelfevaluaties
wordt getoetst door de commissie Sorgdrager. Deze commissie is in dialoog met partijen
om tot een zorgvuldig oordeel te komen over de zelfevaluaties en zal voor de zomer haar
rapportage daarover aan mij afronden. Ik wil voldoende tijd nemen om de analyse van de
commissie Sorgdrager te verwerken en ook de laatste ontwikkelingen van 2007
volwaardig mee te nemen.
Ten derde wordt in de tweede fase van de evaluatie, de fase van de analyse, de
verzamelde informatie bezien om te komen tot een oordeel over de doeltreffendheid en
effecten van de wetgeving. Gezien de omvang van de verzamelde gegevens in de eerste
fase van de evaluatie en de complexiteit van een aantal daarin aangedragen vraagstukken,
zal ook deze fase de nodige tijd in beslag nemen. Ook voor de fase van analyse en de fase
van het formuleren van een kabinetsstandpunt wil ik partijen voldoende tijd geven om
inbreng te leveren en in overleg met hen tot de kern van de vraagstukken te komen.
Op basis van deze overwegingen ben ik tot de conclusie gekomen dat een verlenging van
het evaluatieproces de kwaliteit en toekomstvastheid van het kabinetsstandpunt ten
goede zal komen. Daarom neem ik iets meer tijd om het kabinetsstandpunt te formuleren.
Dit kabinetsstandpunt kunt u in het eerste kwartaal van 2009 tegemoet zien.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat