Antwoorden op kamervragen van Leijten over fraude bij thuiszorginstellingen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2842684
8 mei 2008
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het
Kamerlid Leijten over fraude bij thuiszorginstellingen. Ingezonden 1
april 2008 (2070816230).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de situatie bij de thuiszorginstelling U en Zo?
1)
Antwoord 1
In het kader van een onderzoek naar fraude met persoonsgebonden
budgetten en zorg in natura, zijn onlangs vier bestuurders van aan de
thuiszorginstelling Uenzo verbonden bv's aangehouden. De omvang en
toedracht van de vermoede fraude wordt op dit moment onderzocht door
de Regionale Recherche Dienst van de politie Rotterdam-Rijnmond.
Vraag 2
Zijn er meer organisaties bekend waar gefraudeerd is met AWBZ-zorg,
zowel met zorg in natura als met pgb-zorg? Zo ja, welke? Zo neen, bent
u bereid daarnaar onderzoek te doen?
Antwoord 2
Alle concessiehouders hebben één of meer fraudecoördinatoren en
fraudeteams of -projectgroepen aangesteld om fraude in de AWBZ te
bestrijden. De NZa constateert in zijn meest recente "Algemeen rapport
over de uitvoering van de AWBZ 2006" dat er slechts zeer incidenteel
sprake was van fraude (pagina 35 e.v.). Bij drie concessiehouders
(dertien zorgkantoren) is daadwerkelijk fraude geconstateerd. Het
vermoeden van misbruik of oneigenlijk gebruik kwam volgens de NZa
relatief het meeste voor bij het pgb. Maar uit onderzoek van de
concessiehouders bleek dat het veelal niet om fraude ging, maar om
verkeerd handelen van verzekerden uit onwetendheid. De NZa heeft laten
weten in het onderzoek naar de uitvoering van de AWBZ over 2007 in het
bijzonder aandacht te besteden aan de afhandeling van signalen over
vermeende fraude met de pgb-regeling.
Vraag 3
Voldoet U en Zo aan de Kwaliteitswet zorginstellingen?
Antwoord 3
U en Zo was bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg niet bekend. U en
Zo heeft geen toelating op grond van de WTZi. De inspectie onderzoekt
momenteel of de Kwaliteitswet zorginstellingen en de daarop berustende
bepalingen voor U en Zo van toepassing zijn.
Vraag 4
Bent u naar aanleiding van de situatie bij U en Zo bereid landelijk
onderzoek te doen
naar de werkwijzen en de kwaliteit van de dienstverlening van
thuiszorgorganisaties op het gebied van pgb-bemiddeling en het
organiseren van zorg voor pgb-houders? Zo ja, op welke termijn? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 4
Een onderzoek naar de prestaties en kwaliteit van de
pgb-zorgbemiddelingsbureaus heeft in 2004 plaatsgevonden. VWS heeft
hiervoor een eenmalige projectsubsidie aan Per Saldo verstrekt. Per
Saldo heeft destijds in samenwerking met de Consumentenbond onderzoek
verricht bij 22 particuliere bureaus die advies- en
bemiddelingsdiensten aanbieden aan mensen met een persoonsgebonden
budget. Daaruit is gebleken dat de bemiddelingsbureaus onvoldoende
duidelijk zijn over hun takenpakket en tarieven.
Omdat het aantal bemiddelingsbureaus de laatste jaren aanzienlijk is
toegenomen, hebben Per Saldo en Stichting De Ombudsman het plan om een
keurmerk voor pgb-bemiddelingsbureaus te ontwikkelen, teneinde de
kwaliteit van de pgb-adviseur in de toekomst beter te kunnen
controleren en misbruik te minimaliseren. Naar verwachting zal de
presentatie van het keurmerk eind dit jaar kunnen plaatsvinden,
waardoor budgethouders goed in staat zullen zijn het kaf van het koren
te scheiden. Voor de uitvoering van dit plan overweeg ik subsidie te
verlenen.
Daarnaast wordt op dit moment - zoals aangekondigd in mijn brief "het
pgb in perspectief" van 9 november 2007 (TK, vergaderjaar 2007-2008,
26 631, nr. 232) - onderzocht hoe pgb-houders in 2007 ertoe zijn
gekomen voor een pgb te kiezen. Uit dit onderzoek moet blijken hoeveel
cliënten door toedoen van een bemiddelingsbureau in aanraking zijn
gekomen met een pgb.
Vraag 5
Aan welke eisen moet een thuiszorginstelling voldoen om zich te kunnen
vestigen als thuiszorginstelling?
Antwoord 5
Om zorg te kunnen leveren op kosten van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten of de Zorgverzekeringswet dienen zorginstellingen te
beschikken over een toelating als bedoeld in de Wet toelating
zorginstellingen. Thuiszorginstellingen leveren zorg die valt onder de
aanspraken zoals die zijn omschreven in het Besluit zorgaanspraken
AWBZ. Om de door hen geleverde zorg aan AWBZ verzekerde cliënten
betaald te kunnen krijgen dienen zij dus te beschikken over een
toelating. Voordat een toelating wordt afgegeven door het CIBG, unit
toelating zorginstellingen, wordt nagegaan of de betreffende
instelling voldoet aan de zogenaamde transparantie-eisen zoals die
zijn opgenomen in Hoofdstuk VI van het Uitvoeringsbesluit WTZi. Deze
transparantie-eisen richten zich enerzijds op de bestuursstructuur en
anderzijds op de bedrijfsvoering.
Bij de bestuursstructuur gelden de volgende eisen: er is een orgaan
dat toezicht houdt op de dagelijkse of algemene leiding van de
instelling en deze met raad ter zijde staat. Personen die zitting
hebben in dat toezichthoudende orgaan maken niet tegelijkertijd deel
uit van de algemene of dagelijkse leiding. Het toezichthoudend orgaan
is dusdanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de
dagelijkse en de algemene leiding van de instelling en welk deelbelang
dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De instelling legt
inzichtelijk de verantwoordelijkheidsverdeling vast tussen het
toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding. Ook wordt
vastgelegd hoe interne conflicten tussen beide organen worden
geregeld. Is de instelling een rechtspersoon dan worden de
bovenstaande eisen in de statuten vastgelegd. De instelling die de
stichtingsvorm of de verenigingsvorm heeft legt tevens in de statuten
vast dat het orgaan dat de cliënten van de instelling
vertegenwoordigt, het enquêterecht toekomt als bedoeld in artikel 346
van het BW.
Bij de bedrijfsvoering gaat het er om dat de instelling schriftelijk
heeft vastgelegd welke orgaan of welke organen welke bevoegdheden
heeft/hebben ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de
bedrijfsvoering. Daarnaast dient de instelling schriftelijk en
inzichtelijk te hebben vastgelegd hoe de zorgverlening wordt
georganiseerd, van welke andere organisatorische verbanden daarbij
gebruik wordt gemaakt en wat de aard is van de relatie met die andere
verbanden, waaronder begrepen verantwoordelijkheden, taken en
beslissingsbevoegdheden.
Bovendien is bepaald dat de activiteiten van de instelling waarvoor de
toelating geldt in ieder geval in financieel opzicht worden
onderscheiden van de andere activiteiten van de instelling.
Tenslotte is geregeld dat in de financiële administratie van de
instelling de ontvangsten en uitgaven duidelijk traceerbaar zijn naar
de bron en bestemming. Ook moet duidelijk worden wie op welk moment
welke verplichtingen voor of namens de instelling is aangegaan.
Als een zorginstelling die wil worden toegelaten naar het oordeel van
onze minister i.e. het CIBG voldoet aan de eisen zoals die in het
Uitvoeringsbesluit WTZi zijn verwoord, wordt de toelating verleend.
Vraag 6
Voldeed U en Zo aan al deze eisen? Zo neen, waarom kan een organisatie
dan toch zorg in natura leveren?
Antwoord 6
U en Zo beschikt niet over een toelating als bedoeld in de Wet
toelating zorginstellingen. UenZo heeft waarschijnlijk zorg verleend
in opdracht van een andere thuiszorginstelling die wel over een
dergelijke toelating beschikt. Het lopende onderzoek gaat na hoe dit
precies zit.
Vraag 7
Op welke wijze kwam U en Zo in contact met zijn cliënten? Werden
mensen actief benaderd? Zo ja, door wie en waar?
Antwoord 7
Ook dit maakt deel uit van het lopende onderzoek.
Vraag 8
Erkent u dat deze situatie bij U en Zo een negatief gevolg kan zijn
van de ingevoerde marktwerking in de zorg? Zo ja, welke maatregelen
gaat u treffen om dit negatieve gevolg te bestrijden? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord 8
Naar mijn mening is er geen sprake van enig verband tussen
marktwerking en fraude. Fraude is iets van alle tijden en kan in elk
systeem voorkomen.
Overigens kent de AWBZ geen marktwerking. In de intramurale zorg is
daar geheel geen sprake van en in de extramurale zorg, waar weliswaar
geen contracteerplicht meer geldt, instellingen zelf verantwoordelijk
zijn voor hun investeringen en ook winst mogen maken, is bijvoorbeeld
geen sprake van vrije prijsvorming.
Vraag 9
Welke maatregelen gaat u treffen om ervoor zorg te dragen dat
keuzevrijheid voor cliënten niet tot gevolg heeft dat zij in handen
vallen van commerciële instanties waarbij niet de kwaliteit van zorg
en het streven naar optimale zelfzorg voor mensen het doel is maar
sturen op afhankelijkheid van de zorgcliënten en het realiseren van
een zo hoog mogelijke winst?
Antwoord 9
Het inschakelen van een bemiddelaar is de vrije keuze van een
budgethouder. Ik vind daarom vooral een goede voorlichting hier van
belang. Zo krijgt de budgethouder in het voorlichtingsmateriaal het
advies om de bevoegdheid tot het doen van betalingsopdrachten niet uit
handen te geven.