abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
Datum Bijlage(n)
8 mei 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2008/3295 08-VW-B-053
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die uw vaste Commissie voor Verkeer en
Waterstaat heeft gesteld over de werkdruk bij treindienstleiders van ProRail en de
storingen en uitval van treinen als gevolg van de sneeuwval in de afgelopen periode.
1. De vaste commissie heeft mij gevraagd te reageren op de berichten over de hoge
werkdruk bij de treindienstleiders van ProRail en de vertragingen op het spoor die
daarvan het gevolg zijn (Telegraaf van 26 maart 2008).
1. ProRail heeft mij laten weten jaarlijks onderzoek te doen onder haar personeel
onder andere naar de werkdruk bij treindienstleiders. In 2007 geeft dit onderzoek,
gehouden onder 569 treindienstleiders met een respons van 73% de volgende
resultaten:
- 71% vindt de werkdruk gemiddeld genomen passend, 18% vindt de werkdruk
te hoog, 11 % vindt de werkdruk te laag.
- 75% vindt de hoeveelheid werk die gedaan moet worden gemiddeld genomen
passend, 14% vindt de hoeveelheid te hoog, 8% vindt de hoeveelheid te laag.
ProRail heeft ook specifiek onderzoek gedaan naar knelpunten in de werkdruk bij
treindienstleiders. Mede naar aanleiding van een brief van FNV Bondgenoten in 2005,
is de afgelopen jaren een specifieke set instrumenten ontwikkeld in samenwerking met
de Ondernemingsraad om de werkdruk van verkeersleiders te objectiveren. De pilot
die hiermee de afgelopen periode is gedaan wordt wegens succes uitgebreid.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGP-2008/3295
De berichten in de Telegraaf van 26 maart zijn gebaseerd op een brief van een vijftal
verkeersleidingsposten van enkele maanden geleden. ProRail heeft mij laten weten elk
signaal van zorg over werkdruk uit de onderneming serieus te nemen, ook als het om
een signaal van een beperkt aantal werknemers gaat. Inmiddels heeft er een
constructief gesprek plaatsgevonden tussen de initiatiefnemer van de brief en de
directie van ProRail Verkeersleiding. In dit gesprek is afgesproken dat er een
gezamenlijke actielijst met verbeterpunten voor de verkeersleidingspost Roosendaal zal
worden opgesteld. De voortgang zal regelmatig worden gecommuniceerd. Deze
aanpak kan, indien nodig, ook elders worden gebruikt om gezamenlijk aan
verbeteringen te werken.
Voor wat betreft de ontwikkelingen van het aantal verstoringen en het effect daarvan
op de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het spoor wil ik u verwijzen naar het
aan u toegezonden beheerplan 2008 (Brief van 11 februari, Tweede Kamer 2007-
2008, 29 984, nr. 120). Tenslotte wil ik u ook verwijzen naar de aan u gerichte brief
van 6 februari 2006, Tweede Kamer 2005-2006, aanhangsel bij de handelingen nr.
861) met de uitkomsten van een onderzoek van de IVW naar de werkdruk bij
treindienstleiders in relatie tot de veiligheid op het spoor.
2. De commissie heeft mij gevraagd u te informeren over de storingen en de uitval
van treinen de afgelopen periode als gevolg van de sneeuwval en daarbij in te gaan op
de vraag hoe deze storingen zich hebben kunnen voordoen en op welke wijze
storingen als gevolg van (hevige) sneeuwval kunnen worden voorkomen.
2. De problemen als gevolg van de sneeuwval hebben zich vooral voorgedaan op
dinsdag 25 maart 2008 en betroffen zowel de infrastructuur als het treinmaterieel. In
Rotterdam weigerden enkele wisselverwarmingen dienst (in totaal 5 van de 147),
waardoor er vanaf 5.30 uur problemen ontstonden in de treindienst. Ook in Dordrecht
waren vanaf 4.45 uur problemen met wisselverwarmingen waardoor 3 wissels niet
bediend konden worden. Omstreeks 6.00 uur werd besloten bijsturingsmaatregelen te
treffen, die er toe moesten leiden dat een verminderde treindienst uitgevoerd kon
blijven worden. Door de combinatie van infrabeperkingen en logistieke problemen bij
de bijsturing hadden deze maatregelen onvoldoende effect. Hierdoor liep Rotterdam
toch vol met treinen en reizigers en was er geen ruimte voor nieuwe treinen om op
Rotterdam aan te landen. Daarom werd om 6.20 uur besloten het hele treinverkeer
van en naar Rotterdam - uit veiligheidsoverwegingen voor de reizigers en het gebrek
aan fysieke ruimte voor binnenkomende treinen - stil te leggen voor vertrekkende en
binnenkomende treinen. Rotterdam Centraal werd als het ware geïsoleerd.
---
VENW/DGP-2008/3295
De wissels moesten eerst worden schoongemaakt en er moest een nieuw opstartplan
voor de treindienst gemaakt worden. Vanaf 7.15 uur was het mogelijk om zeer
beperkt te rijden tussen Den Haag, Rotterdam en Dordrecht. Rond 8.00 uur waren de
problemen met de infrastructuur grotendeels verholpen en kon er bijvoorbeeld ook
tussen Gouda en Rotterdam gereden worden. Omstreeks 10.30 uur waren alle
problemen met de verwarming verholpen. Tot ongeveer 13.30 uur was er nog
vertraging en treinuitval, doordat het in een dergelijke situatie tijd kost om personeel
en materieel weer op elkaar af te stemmen (dienstregeling en rooster zijn ontwricht,
personeel en materieel zijn niet op de juiste plaats). Bijkomend probleem die dag was
dat een deel van het personeel om de problemen op te lossen, zoals storingsmonteurs
en machinisten, vaststond in de inmiddels ontstane files. Ook
verkeersleidingspersoneel, waaronder teamleiders en treindienstleiders, stond in de
file. Het percentage opgeheven treinen bedroeg die dag uiteindelijk 5,9% en het
punctualiteitscijfer die dag was 71,7%.
Bij winterse omstandigheden neemt het risico van technisch falen toe. Bij verwachte
winterse weersomstandigheden neemt ProRail beheersmaatregelen zoals extra
controles en extra inzet van mensen en middelen. Bij zeer extreme situaties wordt
binnen de gezamenlijke calamiteitenorganisatie van ProRail en vervoerders besloten
tot aanvullende beheersmaatregelen zoals bijvoorbeeld aangepaste treindiensten of
een negatief reisadvies.
ProRail heeft als beheersmaatregel de vrijdag voorafgaand aan het Paasweekend
(zaterdag 22 maart en zondag 23 maart) alle betrokken aannemers gebeld vanwege
de verwachte winterse weersomstandigheden voorzien van een weeralarm tijdens het
Paasweekend. Alle aannemers hadden extra storingsploegen paraat. Op dinsdag 25
maart was er geen sprake van een weeralarm. Dinsdagmorgen vroeg bleken er
vanwege sneeuwval problemen te ontstaan met een aantal wisselverwarmingen in de
regio Rotterdam. ProRail heeft meteen na de constatering van de storing de
desbetreffende aannemers gebeld om de storing te verhelpen.
ProRail heeft mij laten weten teleurgesteld te zijn over de gang van zaken op dinsdag
25 maart en betreurt het dat treinreizigers hierdoor vertraging hebben opgelopen.
Doordat de weersomstandigheden op dinsdag 25 maart vooraf anders waren
ingeschat, zijn de preventieve maatregelen die voor het paasweekend waren genomen
en gevolgd niet doorgezet tot en met de dinsdag. Op dinsdag is binnen de
gezamenlijke calamiteitenorganisatie van ProRail en vervoerders wel gebruik gemaakt
van de aanvullende beheersmaatregel aangepaste treindiensten zoals hiervoor
beschreven. Echter door de opeenstapeling van verschillende problemen (technisch en
logistiek) in een hele korte tijd bleken deze maatregelen al snel achterhaald.
---
VENW/DGP-2008/3295
ProRail heeft inmiddels het initiatief genomen tot een evaluatie van de gang van
zaken. De eerste gesprekken met de betrokken aannemers zijn inmiddels gevoerd met
als doel om beperking van het treinverkeer door dergelijke weersomstandigheden in
het vervolg te voorkomen. De evaluatie heeft inmiddels geleid tot het aanscherpen
van werkwijzen en procedures.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat