Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Marianne Besselink en Jeroen Dijsselbloem (beiden PvdA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Wonen, Wijken en Integratie over de financiering van het internationale instituut voor islamstudies in de moderne wereld (ISIM). (Ingezonden 3 april 2008)


1
Bent u op de hoogte van de beëindiging van de financiering van het ISIM, het internationale instituut voor islamstudies in de moderne wereld?

Ja.


2
Kunt u een nadere toelichting geven op de achtergronden van de beëindiging van deze subsidie?

Bij de subsidieverstrekking door het Ministerie van OCW in 2004 ging het om een subsidiebedrag van 0,9 miljoen euro per jaar. Dit bedrag zou jaarlijks worden verstrekt tot en met 2007. Hierbij was als voorwaarde gesteld dat het instituut na 2007 zelfstandig diende te functioneren met financiële voeding vanuit de vier participerende universiteiten. Om ISIM een steuntje in de rug te geven tot zelfstandigheid zijn voor 2008 door de minister van OCW overbruggingsmiddelen toegekend ter hoogte van 0,5 miljoen euro.


3
Deelt u de opvatting dat het ISIM een belangrijk instituut is dat veel relevante en inzichtelijke studies heeft verricht naar de rol en maatschappelijke positie van de islam in Nederland en wereldwijd en daarvoor een uitmuntende evaluatie van de QANU-evaluatie 1) van februari 2008 heeft ontvangen? Deelt u de mening dat juist in de context van de huidige discussie over de islam het van essentieel belang is dat er objectieve feitelijke informatie beschikbaar is?

Ja.


4
Hoe beoordeelt u dan het voornemen van enkele van deze universiteiten om de "universiteit- overstijgende' samenwerking met betrekking tot dit belangrijke thema te beëindigen?

De betrokken universiteiten hebben besloten hun samenwerking te beëindigen. De betrokken hoogleraren zetten overigens in hun vier universiteiten hun werk voort. Het is echter aan de universiteiten om te beslissen of zij deze samenwerking beëindigen danwel doorzetten. Zij beraden zich op dit moment op de uitbreiding en intensivering van de samenwerking in dit of een ander institutioneel verband.


5
Deelt u de opvatting dat structurele inter-universitaire samenwerking door de vier betrokken universiteiten met betrekking tot het werkterrein van het ISIM op dit moment ontbreekt?

Nee. Er is op inhoudelijk vlak contact tussen de betrokken universiteiten, namelijk tussen wetenschappers en medewerkers op het werkterrein van ISIM.


6
Vindt u de inter-universitaire samenwerking een voorwaarde voor de voorzetting van het ISIM?

ISIM kan het beste zelf beoordelen of de inter-universitaire samenwerking een voorwaarde is voor de voortzetting van het instituut.


7
Welke mogelijkheden ziet u voor voortzetting van financiering van het ISIM om dit belangrijke en goed functionerende advies- en wetenschapsorgaan in stand te houden?

In eerste instantie is het een zaak van de universiteiten zelf, maar ik ben gaarne bereid tot overleg. Dit overleg loopt en ik zal u van het resultaat schriftelijk op de hoogte brengen.


1) QANU: Quality Assurance Netherlands Universities