'Pardonregeling bijna afgerond'

Een jaar na de start van de uitvoering van de Regeling afwikkeling oude Vreemdelingenwet heeft staatssecretaris Albayrak van Justitie deze bijna afgerond. Dat blijkt uit een brief die de bewindsvrouw vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Hierin meldt zij dat op de peildatum 6 mei 2008 van de in totaal verwachtte groep van 27.500 aan 26.800 vreemdelingen een aanbod is gedaan voor een verblijfsvergunning op grond van de Regeling. Ruim een kwart van deze groep is minderjarig. Ongeveer 4200 vreemdelingen die onder de Regeling vallen zijn aangedragen door een burgemeester. Door de uitvoering van de regeling zijn er tot en met eind maart ruim 19.700 lopende procedures ingetrokken. Ongeveer 14.200 procedures daarvan liepen bij de IND, ongeveer 5500 procedures bij de rechtbanken.

Van het totale aantal personen die tot de doelgroep van de Regeling behoorden, bevonden zich 15.000 personen in COA-opvang. Inmiddels zijn daarvan ruim 8000 vreemdelingen uit deze opvangvoorzieningen vertrokken. Het verblijf in de opvang was voor velen van deze vreemdelingen van langdurige aard. Door de uitvoering van de Regeling met het bijbehorende huisvestingstraject zal een structurele daling van de bezetting van het COA worden gerealiseerd, hetgeen een aanzienlijke vermindering van het beslag op publieke middelen tot gevolg zal hebben.

Op 1 april 2008 waren ruim 9.400 personen die onder het pardon vallen door het COA voor huisvesting geregistreerd, dat is ruim eenderde van de totale te verwachten doelgroep. De realisatie van de huisvesting ligt daarmee op koers.

In ongeveer 5.900 gevallen heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst geoordeeld dat de vreemdeling niet in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning op grond van de regeling. Hieronder zijn ongeveer 800 vreemdelingen inbegrepen ten behoeve van wie een burgemeestersverklaring is afgegeven. Van de vreemdelingen die niet onder de Regeling vielen bleken er ongeveer


* 2450 niet onafgebroken in Nederland te zijn geweest;


* 1250 veroordeeld te zijn voor een crimineel feit;


* 800 artikel 1F van het vluchtelingenverdrag tegengeworpen te hebben gekregen, ongeveer de helft daarvan is verdachte van oorlogsmisdaden, de andere helft bestaat uit gezinsleden van vermeende oorlogsmisdadigers;


* 250 vreemdelingen meer dan eens te hebben gelogen over hun identiteit.

Verder viel een aantal vreemdelingen wel onder de Regeling, maar kreeg geen vergunning, omdat


* Van ruim 1000 vreemdelingen niet kon worden vastgesteld waar zij verbleven en


* Circa 150 vreemdelingen, die wel aan de voorwaarden van de Regeling voldeden, het aanbod niet hebben geaccepteerd.

Inmiddels is het terugkeerproces van de vreemdelingen die niet onder de regeling vielen op gang gekomen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is bezig met de overdracht van de terugkeerdossiers van deze vreemdelingen aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Inmiddels zijn 3400 dossiers overgedragen. De bewindsvrouw geeft in haar brief aan dat gelet op hun achtergrond, de terugkeer van deze groep weliswaar moeilijk, maar niet onmogelijk is. Dat blijkt uit het feit dat inmiddels 180 vreemdelingen aantoonbaar zijn vertrokken.

Van alle 5900 gevallen waarin geen aanbod is gedaan, kon in 1000 gevallen niet worden vastgesteld waar deze vreemdelingen verbleven. Deze 1000 vreemdelingen voldeden wel aan de criteria van de Regeling. Gezien zij zich op geen enkele wijze kenbaar hebben gemaakt is het zeer waarschijnlijk dat deze betreffende vreemdelingen al voor de aankondiging van de Regeling zijn vertrokken.

Staatssecretaris Albayrak heeft met voorrang maatregelen geïmplementeerd ten aanzien van de vrijheidsbeperkende locatie, om de terugkeer van ex-asielzoekers optimaal te effectueren. Deze maatregelen zullen worden toegepast op vreemdelingen die in Nederland geen lopende procedures meer mogen afwachten. In principe geldt dat voor een periode van maximaal 12 weken. Daarnaast kondigt zij in haar brief plannen aan om de instrumenten die beschikbaar zijn voor de zogenaamde herintegratieregeling uit te breiden. Dat wil zij doen door bijvoorbeeld naast de bestaande financiële bijdrage een bijdrage in natura te introduceren (bijvoorbeeld ondersteuning bij scholing of bemiddeling bij het zoeken naar werk in het land van herkomst).

Noot voor redacties (