"Cliënten moeten leren partner te zijn in de zorg"
"Cliënten moeten leren partner te zijn in de zorg"
Nieuwsbericht, 14 mei 2008
Henny Vermolen komt als voorlichter van KansPlus veel in contact met
cliënten en hun vertegenwoordigers. Als ervaringsdeskundige ouder van
een verstandelijk en autistisch gehandicapte dochter weet ze als geen
ander wat er nodig is om de zorgzwaartebekostiging tot een succes te
maken.
Individuele zorgvraag staat centraal
"Een heel positieve ontwikkeling", noemt Henny Vermolen de nieuwe
bekostiging van de zorg. "Het centraal stellen van de individuele
zorgvraag van cliënten en daar het aanbod op afstemmen is de kern van
zorg op maat. Dat zou in het verleden natuurlijk ook het geval moeten
zijn, maar toen bepaalden alleen de zorgaanbieders wat nodig was voor
cliënten. Cliënten wachtten op hun beurt veel meer af. Door de
collectieve financiering was het eigenlijk niet nodig te weten hoe het
precies werkte."
Als partners samenwerken
Mevrouw Henny Vermolen van Kans Plus.
In haar rol als voorlichter signaleert ze dat cliënten en hun ouders
door de zorgzwaartebekostiging gedwongen worden voor zichzelf op te
komen. "Ze moeten krachtig worden en moeten leren een partner te zijn
voor de zorgaanbieder. Het systeem is daar ook op gebaseerd. Maar
mensen die zorg nodig hebben zijn meestal niet zelfstandig en niet
assertief. Dat is een punt van zorg", is haar conclusie.
Knelpunten
Echte knelpunten ziet ze in zaken waarover nog geen duidelijkheid is.
"Hoe zit het met het persoonsgebonden budget en de zzb, zijn de
tarieven voor de dagbesteding toereikend, hoe worden de bijzondere en
extreme zorgvragen gefinancierd? En wat is er geregeld voor de
jeugd?". Vermolen signaleert ook dat er nog een grote
kennisachterstand is over de zorgzwaartepakketten bij het
groepspersoneel. "Hoe moeten zij invulling geven aan zorg op maat? Ook
is de budgettaire neutraliteit een gevaar voor de kwaliteit van de
zorg. "De eis budgettair neutraal te zijn is in tegenspraak met zorg
op maat. Je hebt gewoon de zorg en ondersteuning nodig die
noodzakelijk is om je problemen op te kunnen lossen."
Cliënten hebben kennisachterstand
Omdat instellingen nog druk bezig zijn met de organisatorische kant
van de zzb, schiet cliëntenvoorlichting erbij in. Vermolen:
"Instellingen hebben de opdracht hun cliënten in samenspraak met
cliëntenraden of familieverenigingen te informeren, maar enkele goede
uitzonderingen daargelaten, worstelen ze voornamelijk nog met de
systematiek en invoering van de zzp's en de zorgplannen" vertelt
Vermolen. "Er is een woud aan zorgplanvarianten en dat maakt het nóg
lastiger voor de belangenbehartigersorganisaties om zorgvragers te
ondersteunen bij het helder krijgen wat zij belangrijk vinden voor het
zorgplan."
Meer cliëntenvoorlichting nodig
Haar grote frustratie is het feit dat er nauwelijks geld is voor goede
voorlichting aan cliënten en hun vertegenwoordigers. Vermolen:
"Zorgaanbieders worden terecht ondersteund door de overheid om de
nieuwe wijze van verantwoording goed te kunnen realiseren. Maar wil je
het systeem tot een succes maken dan is investeren in kennis van de
zorgvrager echt noodzakelijk. Dat is ook een taak van de overheid. Er
is een grote kennisachterstand. En daardoor is er wantrouwen en
bestaat er een grote behoefte aan hulp bij het opstellen en invullen
van het zorgplan vanuit het cliëntperspectief. Niet met ingewikkelde
systemen, maar met eenvoudige, praktische en korte handreikingen."
Gebruikersgidsen te globaal
"De gebruikersgidsen zzb zijn een prima naslagwerk voor
basisinformatie, maar het onderscheid in de pakketten is heel algemeen
aangeduid. Cliënten en hun vertegenwoordigers moeten leren daarmee om
te gaan." Indertijd, bij de invoering van de vernieuwde AWBZ (2003)
heeft Vermolen samen met Van de Kaa een methode opgesteld om helder te
krijgen welke zorg en ondersteuning een cliënt nu eigenlijk nodig
denkt te hebben. Deze `Methode opstellen, actualiseren en evalueren
van zorgplannen vanuit het cliëntenperspectief op basis van de zeven
functies van de AWBZ' (Ouders helpen ouders) gebruikt Vermolen nog
steeds in haar voorlichtingsbijeenkomsten.
Onafhankelijke cliëntondersteuning
Vermolen: "Ik vertel de ouders van cliënten dat het uitermate
belangrijk is zelf een inschatting te maken van de zelfstandigheid van
degene die zorg nodig heeft." Zélf leren nadenken is haar motto en
weten met welke zorg de cliënt is geholpen. Vermolen vindt het een
echt voordeel van de zzb dat duidelijk gaat worden welke zorg en
ondersteuning echt noodzakelijk is. Zelf denkt ze dat alle partijen
erbij gebaat zijn als er - zeker in de beginfase - onafhankelijke
cliëntondersteuners zijn voor cliënten/cliëntvertegenwoordigers bij
het indicatietraject en het maken van de zorgplannen. "De patiënten-
en belangenbehartigersorganisaties kunnen hier een belangrijke rol in
spelen en zouden hiervoor de middelen moeten krijgen"
Documenten
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport