LEI

Zaadtransmissie van Pepino mozaïekvirus in tomaat RSS

14 mei 2008
Onderdeel: Plant Research International

Resultaten van een gemeenschappelijk Europees onderzoeksproject tonen aan dat zaadtransmissie van Pepino mozaïekvirus (PepMV) in tomaat mogelijk is, hoewel in geringe mate. De hoeveelheid zaadtransmissie varieerde van 0,005% tot 0,057% afhankelijk van de tijdsinterval tussen PepMV infectie en zaadoogst. Dit betekent dat er bij gebruik van zaden die geoogst zijn van PepMV geïnfecteerde planten kans bestaat op PepMV geïnfecteerde zaailingen. Deze doorslaggevende indicatie van het PEPEIRA onderzoeksproject zal worden meegenomen in de Pest Risico Analyse, wat één van de resultaten zal zijn van dit onderzoeksproject.Â


* Lees de toelichting(pdf)

PEPEIRA is een onderzoeksproject in het Zesde Kaderprogramma van de E dat gericht is op het ontwikkelen van een Europese Pest Risico Analyse (PRA) van Pepino mozaïekvirus (PepMV) in tomaat. Het project onderzoekt de epidemiologie en de economische gevolgen van PepMV om een solide en wetenschappelijk onderbouwde analyse te geven van het risico dat PepMV vormt voor de Europese tomatenteelt. Om de vaak bediscussieerde, veronderstelde rol van zaadtransmissie bij de verspreiding van PepMV te ontrafelen, is een uitgebreide proef opgesteld die de zaadtransmissie bepaalt.

In een Belgische kasproef zijn meer dan 100.000 zaden geoogst van met PepMV geïnfecteerde tomatenplanten, gevolgd door een zaadoogstprocedure die is goedgekeurd door de International Seed Health Initiative, en die acidificatie en enzymatische behandeling omvat. Het virusinoculum werd oorspronkelijk verkregen van een commerciële tomatenplant, natuurlijk geïnfecteerd door zowel de Europese variant voor tomaat als de Chili2 variant van PepMV. Close-up van Pepino mozaïekvirus (PepMV) in tomaat

De zaden werden verdeeld onder tien leden van het PEPEIRA consortium uit tien verschillende landen, en vervolgens ontkiemd en opgekweekt in kassen of plastic tunnels, in veldjes met elk 10 zaailingen. Tussen 4 en 5 weken na ontkieming werden gegroepeerde bladmonsters van elk veld verzameld en geanalyseerd op de aanwezigheid van PepMV met behulp van een gestandaardiseerde ELISA-methode.

Bijna 90.000 tomaatzaailingen ontkiemden en werden in de virustest opgenomen. Drieëntwintig van in totaal 8.778 geteste velden (87.780 zaailingen) waren positief voor PepMV, wat leidde tot een gemiddelde zaadtransmissie van 0,026 %. De verkregen PepMV zaadtransmissie hoeveelheden verschilden afhankelijk van de tijdsinterval tussen PepMV infectie in de moederplanten en zaadoogst. Zaad dat 8 weken na PepMV inoculatie wordt geoogst leidde tot een zaadtransmissiepercentage van 0,005%, terwijl zaden die 15 weken na PepMV inoculatie werden geoogst leiden tot aanzienlijk hogere transmissie van 0,057%. Positieve testresultaten zijn bevestigd door een extra ELISA-test. De resultaten tonen duidelijk aan dat zaadtransmissie van PepMV kan voorkomen, hoewel in geringe mate, en dat bij gebruik van zaden die geoogst zijn van met PepMV geïnfecteerde planten de kans bestaat dat de zaailingen zijn besmet met PepMV.
Deze doorslaggevende indicatie van het PEPEIRA onderzoeksproject zal worden ingevoerd in de Pest Risico Analyse, wat één van de resultaten zal zijn van dit onderzoeksproject.

Het Pepeira onderzoeksproject is een samenwerking tussen 20 laboratoria en instituten die vanuit 17 Europese landen betrokken zijn bij of te maken hebben met plantgezondheid. Meer informatie over het consortium, de leden en het onderzoeksproject: www.pepeira.wur.nl.Â
---

Meer over dit onderwerp
www.pepeira.wur.nl
Contact
René van der Vlugt
0317 - 480500
rene.vandervlugt@wur.nl